Verdrogingskartering in Natuurgebieden Bas van Delft: Geo-informatie, Statistiek en Toepassingen (B&L) Han Runhaar: Water en Ruimte (W&M) mmv.: Peter Mekkink, Peter Jansen, Tom Hoogland & Jan Holtland (SBB) SEO-I, SBB & Provincie Noord-Brabant
Wat is verdroging ? Aantasting van grondwaterafhankelijke natuur door (grond)waterstandsdaling en vermindering van kwel Inventarisatie in 1989: ca de helft van de grondwaterafhankelijke natuur matig tot ernstig aangetast door verdroging; vooral in hoog-Nederland en de duinen.
Verdrogings- inventarisatie 1989
Beleid In 1989 verdroging van natuurgebieden erkend als landelijk milieuprobleem Doelstelling: vermindering verdroogd areaal met 25% in 2000, met 40% in 2010 Realisatie doelstelling: provincies
Controle voortgang: landelijke verdrogingskaart
Behoefte aan objectieve karteringsmethode Landelijke verdrogingskaart niet onderbouwd door metingen, definities ‘verdroging’ en ‘herstel’ niet uniform Behoefte aan onderbouwing Terreinbeheerders hebben initiatief genomen te komen tot methode voor verdrogingskartering
Kenmerken methode Bepaling vroegere grondwaterstanden en kwelgebieden op basis van bodemkaart en fossiele bodemkenmerken (veldmetingen) Bepaling huidige grondwaterstanden op basis van gerichte meting in boorgaten (zomer, winter) + langjarige meetreeksen uit peilbuizen Bepaling huidige kwel uit diverse bronnen (gw-kwaliteit, flora, ijzervlies,…) Verschil geeft mate van grondwaterstandsdaling/ afname kwelareaal
Begrippen RGR = Referentie GrondwaterRegime AGR = Actueel GrondwaterRegime GXG = GHG, GVG & GLG
Twee proefgebieden
Beekvliet Dekzandgebied ruggen, opgehoogd als essen infiltratie op hogere delen, regionale kwel in beekdalen Bodemkaart: podzolgronden op de hogere delen, enkeerdgronden op de hoge ruggen beekeerdgronden in de beekdalen, plaatselijk veen in laagtes Grondgebruik: bouw- en grasland op de essen hei, bos en grasland op de podzolgronden grasland en broekbos in de beekdalen
Verdroging Beekvliet Ontwatering landbouwgronden via beken en diepe sloten sterke daling grondwaterstanden
Strijper Aa Dekzandgebied stuifduinen op hoge delen vennen in lokale depressies Beekdal Strijper Aa (boven- en middenloop) infiltratie op hogere delen, regionale kwel in middenloop, locale kwel in tussengebied Bodemkaart: podzolgronden en stuifzandgronden op de hogere delen veen in laagste delen beekdal gooreerd en broekeerdgronden op de overgangen rondom de dorpen enkeerdgronden Grondgebruik: hei, naaldbos en stuifzand op de podzol- en stuifzandgronden bouw- en grasland op gooreerdgronden broekbos en grasland op veen- en broekeerdgronden
Verdroging Strijper Aa Landbouwgronden diep ontwaterd Strijper Aa omgeleid Verdrogingsbestrijding waterschap (1996) grondwaterstand deels hersteld enig herstel regionale kwel
Veldgegevens Profielbeschrijvingen - schatting GXGoud - ijzer en kalkafzetting - pH Momentopname grondwaterstanden - boorgaten & peilbuizen - GHG & GLG Kartering kwelverschijnselen - roest - ijzerbacteriefilm - EGV
Verdeling boorpunten Strijper Aa: Beekvliet: opgezet als Gd-kartering geloot binnen 4 strata ca 1 boring/6ha Beekvliet: opgezet voor interpolatie 171 boorpunten regelmatig grid (ca 1 boring/ha)
RGR - grondwaterstanden (Interpolatie GXGoud tov NAP; voorbeeld GHG Strijper AA) GXGoud, geschat aan profiel (cm - mv) AHN hoogte (cm + NAP) GXGref = AHN - GXGoud Interpolatie GXGref tov NAP GXGref tov maaiveld (cm - mv) GXGrel = NAP - GXGabs < 2500 2500 2600 2700 2800 2900 3000 => 3100 <= 0 0 - 15 15 - 30 30 - 40 40 - 50 50 - 60 60 - 70 70 - 80 80 - 100 100 - 120 120 - 140 140 - 200 > 200
RGR - kwelkansen (Interpretatie bodemkaart & profielkenkerken; voorbeeld Beekvliet) Eenheden bodemkaart vertaald naar kwelkansen kalk < 80 cm - mv ijzerrijk < 40 cm - mv Alleen infiltratie Mogelijk (wat) periodieke kwel Enige (periodieke) kwel Behoorlijk wat invloed van kwel Overduidelijk invloed van (permanente) kwel Profielkenmerken wijzen op (voormalige) kwel
AGR - grondwaterstanden (Deels gebaseerd op Gd-methode; voorbeeld GHG Strijper AA) Tijdreeksanalyse meetreeksen in peilbuizen gecorrigeerd voor weersinvloeden klimaatonafhankelijke GXG waarden IIa IIIa IVu VIo VIIo VIId VIIId
AGR - grondwaterstanden (Afleiden van GXG actueel; voorbeeld GHG Strijper AA) Voorspelling GXG in boorgaten door stambuisregressie voor peilbuizen relatie opstellen gerichte meting - GXG relatie toepassen op gerichte meting in boorgaten op dezelfde dag geeft voorspelling GXG in boorgaten meting 20 - 2 - ‘02 = 60 cm - mv voorspelling GHG = 76 cm - mv
AGR - grondwaterstanden (Interpolatie GXGact tov NAP; voorbeeld Strijper AA) GHG... Interpolatie voorspelde GXG in boorgaten analoog aan RGR omrekenen naar NAP interpoleren omrekenen naar mv GVG... en GLG <= 0 0 - 15 15 - 30 30 - 40 40 - 50 50 - 60 60 - 70 70 - 80 80 - 100 100 - 120 120 - 140 140 - 200 > 200
AGR - kwel (Interpretatie kwelkansen & veldwaarnemingen; voorbeeld Beekvliet) Kwelkansenkaart Alleen infiltratie Mogelijk (wat) periodieke kwel Enige (periodieke) kwel Behoorlijk wat invloed van kwel Overduidelijk invloed van (permanente) kwel Kartering kwelverschijnselen pH bovengrond actuele kwel GHG actueel
Verdroging - grondwaterstanden (voorbeeld GHG Strijper AA) GHG actueel - GHG referentie = GHG Verdroging < -40 -40 - -25 -25 - -10 -10 - 0 0 - 10 10 -25 25 - 40 40 - 60 60 - 80 > 80
Verdroging - Kwel (voorbeeld Beekvliet) Kwelkansen actuele kwel - = verandering sterk toegenomen matig toegenomen licht toegenomen onveranderd licht afgenomen matig afgenomen sterk afgenomen zeer sterk afgenomen
Discussie Geeft methode goed beeld van verdroging? ja, als je onder verdroging de verandering in waterhuishouding verstaat Hoeveel waarnemingen zijn nodig ? ca 1 waarneming per 2,5 ha ter vergelijking: klassieke bodemkartering 1 punt/ha Gd-kartering 1 punt/100 ha
Discussie Zal methode ook toegepast gaan worden ? onzeker: opvatting over verdroging veranderd: verdroging is niet het verschil met de vroegere situatie maar het verschil met de gewenste situatie; de gewenste situatie wordt afgeleid uit het door de provincie toegekende natuurdoeltype -
RGOR OGOR GGOR AGOR ‘Bestuurlijke’ verdroging ‘Historische’ verdroging historische gegevens, bodeminformatie, AHN grondwater- kartering of modellering natuurdoelen, (AHN?) bestuurlijke afweging RGOR OGOR GGOR AGOR GxG t.o.v. maaiveld ambitieniveau OGOR ambitieniveau GGOR Vernattingsbehoefte ‘Bestuurlijke’ verdroging ‘Historische’ verdroging RGOR referentiegrondwaterregime OGOR vanuit functie natuur optimaal grondwaterregime GGOR gewenst grondwaterregime AGOR actueel grondwaterregime H.R
Discussie aandacht voor verdroging neemt af: - gering succes (schatting 2000: 3% herstel) - sinds 1989 ingehaald door nieuwe thema’s: GGOR (1993), WB21 (2000), Kaderrichtlijn Water (2002)
Conclusie Thema verdroging raakt in beleid op achtergrond Vraag naar verdrogingskarteringen is afhankelijk van de vraag of terreinbeheerders, natuur- en milieuorganisaties het thema op de agenda weten te houden