Trefwoorden: openheid, diagnose, dementie, psycholoog

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Study into the Implementation of the Guideline for the Multidisciplinary treatment of Anxiety disorders SIGMA Maarten van Dijk (ADAPT - expertise.
Advertisements

Een menswaardig levenseinde
Basisboek Interviewen 3e druk 2012
Tevredenheidonderzoek Maatjesproject
Flip Jan van Oenen Clemens Bernardt
Zorg voor autonomie van ouderen met een psychiatrische achtergrond in het verzorgingstehuis Lambert Liza.
GEDEELD BEROEPSGEHEIM ONDER ARTSEN SYMPOSIUM PROVINCIALE RAAD ANTWERPEN ORDE VAN ARTSEN G. ALBERTYN
Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief? Peter F M Verhaak.
Kwaliteit van leven bij dementie
Diagnostiek van Dementie in Drenthe: van Debat naar Dialoog
Kanker en Werk Cobi Oostveen Bedrijfsarts
Keuzehulp pijn; wat valt er te kiezen?
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
De huisarts en dementie. Programma 1.Wat maakt u mee in uw dagelijkse praktijk 2.Verwijzing en diagnostiek 3.Het vervolg van het ziekteproces 4.Aandacht.
Luc Van de Ven Klinisch Ouderenpsycholoog UPC-KULeuven, campus Leuven
‘Ik moet meer lezen met mijn ogen en minder met mijn hart.’
Beeld van mantelzorg in de provincie Groningen
Registratie van achtergrondfactoren bij patiënten in de huisartsenpraktijk: welke zijn volgens huisartsen belangrijk om te registreren? Een Delphi studie.
CPN 6 oktober 2011 Marianne Volleberg GZ/ neuropsycholoog
Euthanasie en dementie
Rouw bij de patiënt & Rouw bij de dokter
SIGEB: Signaleringsinstrument voor de thuissituatie
De doula: duivels of devine
Een haperend geheugen.
Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak Dementie
Zelfmanagement bij de ziekte van Parkinson
Scriptieseminarie 3 Methode – Experimenteel onderzoek
Neuropsychologische voorspelling van dagelijks functioneren bij
DE GOMA; VAN 0 NAAR BETER EEN ANALYSE BIJ DE 0-METING BETREFFENDE DE BEKENDHEID, TOEPASSING EN NALEVING VAN DE GOMA, MEDE IN RELATIE TOT BEVINDINGEN UIT.
Mevrouw drs. W.A.L. van Leeuwen
Gedragsveranderingen bij dementie
Doel onderzoek : ALGEMEEN : De kwaliteit van leven in de verschillende zorggroepen. Is er een verband tussen : veranderingen in fysieke, psychische en.
Die ziekte in mijn familie krijg ik die later ook?
Mijn partner heeft Q-koorts, wat nu?
Welke factoren spelen een rol bij het praten over het levenseinde?
Het delegeren van taken in de huisartspraktijk
Kwaliteit van leven en coping bij broers en zussen van kinderen met kanker Tijdschrift voor Kindergeneeskunde Jaargang 71 nr. 3 Iris Willen 1BaoD.
ZorgSaam Kliniek Hulst. Ontstaan ZorgSaam Kliniek Hulst ± 1986: Politieke belofte bouw dagbehandelingsunit bij de polikliniek Hulst. Wens om huisartsenpraktijken.
Eerstelijnsbegeleiding, wat mag je verwachten?
De domeinen & Niveau bij ABB.
Rode vlaggen voor wervelfracturen in ouderen met rugklachten
Starr methode.
Train the Trainer Critical Appraisal of a Topic Dr Arno AW Roest Willem Alexander Kinderziekenhuis.
CHRONISCHE ZIEKTE EN LICHAMELIJKE HANDICAP. INHOUDSTAFEL Inleiding Inleiding Chronische ziekte en handicaps Chronische ziekte en handicaps Psychosociale.
Revalidatie bij reumatoïde artritis
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Niertransplantatie in het LUMC Procedures voor ontvangers en donoren.
Psychosociale begeleiding bij niertransplantatie
Drugs.
invloed van psychologische factoren op revalidatie en adaptatie
medisch handboek kindermishandeling
Psychosociale behoeftepeiling versus aanbod van zorg aan adoptief-pleegkinderen met FAS(D) Margreet Wolthuis, student toegepaste psychologie.
Richtlijnen en principes Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking 29 maart 2011 Barbara Pot, orthopedagoge/gz-psychologe.
Door: Lucas Veugelaers en Kimberley van der Linde Patiënt tevredenheidonderzoek.
Creëer een positieve talentspiraal werken met kinderen met autisme spectrum stoornis in de klas.
Ervaren gezondheid gerelateerde problemen van volwassen overlevenden van kanker: ontwikkeling en validatie van de ICF Cancer Survivor Core Set Olaf P.
EMGO Institute for Health and Care Research Ethiek van de zorg voor kwetsbare ouderen Het zelfgekozen levenseinde bij dementie en de rol van de arts: een.
Depressie op oudere leeftijd en het risico op multimorbiditeit en polyfarmacie Peter Verhaak Floor Holvast, Bernard A. van Hattem, Judith Sinnige, François.
Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli’s in Nederland en Zweden Martje van der Wal
Maatschappelijke zorg 2
Klokkenluidersregeling Actan adviseurs & accountants
Praten over seks: waarom, wanneer en hoe; wat zijn belemmeringen?
Hoe stel je de diagnose dementie?
Dr. Els M.L. Verschuur Invitational Conference NPZZG
ongunstige eerste uitslag in het Bevolkingsonderzoek darmkanker
De Kracht van Communicatie
Generieke module 24 uurs acuut Betrekken van naasten Nienke Hoekstra, psychiater/ systeemtherapeut i.o. Joke van de Veer, familie vertrouwenspersoon.
Delphi studie naar de zorgvraag van ouderen in de toekomst
Disclosure belangen NHG spreker
Sanne van Beek en Willisa Kragt
Transcript van de presentatie:

Trefwoorden: openheid, diagnose, dementie, psycholoog Psychologen en openheid over de diagnose dementie aan de patiënt: een verkennend onderzoek Trefwoorden: openheid, diagnose, dementie, psycholoog

Inleiding Richtlijnen: Reden om diagnose te verzwijgen = De wens om autonomie van de patiënt te waarborgen, Patiënt geen schade te berokkenen. Recente rapporten -> gepleit om dementie = Actief op te sporen, Om open te zijn over diagnose tegen patiënt. In pleidooi over openheid -> positieve effecten genoemd = Adequate informatie en begeleiding op de verwerking van de ziekte, Betere aanpassing van patiënt en zijn omgeving aan de ziekte. Klinische praktijk: Uit onderzoek blijkt -> helft van de artsen -> voor het meedelen van de diagnose aan de patiënt.

Rol van de psycholoog: Informeren van de patiënt = kerntaak. Geven van voorlichting over onderzoeksbevindingen. Recent -> wijze waarop patiënt geïnformeerd dient te worden = introductie van gespreksmodel. Onderzoeksvragen: Belangrijkste hoofdvragen: Hebben psychologen voornemen om open te zijn over diagnostische bevindingen bij vermoeden van dementie? Wat zeggen psychologen over hun diagnostische bevindingen in het nagesprek met de patiënt? Waarom brengen psychologen het voornemen tot openheid wel of niet in de praktijk?

Methode Deelnemers: Patiënten die verwezen zijn naar psycholoog voor: Aanvullend diagnostisch onderzoek ivm: -> Manifeste problemen, -> Vermoedelijke dementie. Vragenlijst, procedure en verwerking van gegevens: Exploratief beschrijvende studie ter beantwoording van 3 onderzoeksvragen (voorgestructureerde vragen en open vragen). 1e vragenlijst -> algemene gegevens over de psycholoog en werksetting (leeftijd, geslacht,…) 2 overige lijsten -> vragen over concrete patiënten .

Patiëntkenmerken (algemene gegevens): Gestelde hulpvraag -> meeste gevallen afkomstig van partner, familieleden en anderen -> hulpverleners. Verwijzers voor diagnostisch onderzoek zijn: Huisarts Specialist Klinisch oordeel van de psycholoog: (Onderzoek patiënten met beginnend tot matig gevorderde dementie) Van personen die naar klinisch oordeel van psycholoog nu nog niet dement worden zeggen psychologen dat ze wel dement worden in de toekomst. Van personen bij wie conclusie luidt dat ze waarschijnlijk een vorm van dementie hebben gaat het in meeste gevallen om ziekte van Alzheimer. (Op moment van onderzoek -> geen dementie) Diagnose = MCI (Geen sprake van dementie) Maar wel o.a. cognitieve problematiek na: hartinfarct, spanningsklachten, psychische diagnoses. Oorzaken? ->depressieve en/of angstklachten. (Categorie ‘anders’) Dementie bij patiënten met de ziekte van Parkinson en de ziekte van Korsakov.

Resultaten Voorgenomen openheid over de diagnose dementie In het algemeen: 1/3 psychologen -> intentie om openlijk te informeren. Overige psychologen -> patiënt duidelijk geïnformeerd moet worden maar toch afhankelijk van de situatie beter is om woord dementie te vermijden. Openheid die men zelf verwacht: Alle psychologen zeggen dat ze moest het hun zelf overkomen, dat ze in ieder geval open geïnformeerd willen worden over wat er aan de hand is. Voorgenomen openheid in de concrete patiëntsituaties: Gevraagd naar intentie om onderzoeksbevindingen openlijk in een eindgesprek aan de patiënt mee te delen, nadat psycholoog een mening heeft gevormd over cognitieve situatie van de patiënt. 85 v/d 90 patiënten -> voornemens van psycholoog om open te zijn. In 5 gevallen waarin psychologen zich voornamen om niet open te zijn in het eindgesprek.

Openheid in de concrete nagesprekken: Bij 3 van de 90 patiënten is de uitslag door de arts bekend gemaakt. 87 patiënten kregen gegevens met betrekking tot diagnostisch nagesprek. Gebruik van het woord dementie: Bij 2/3 van de 56 patiënten bij wie dementie is vastgesteld is ook het begrip dementie genoemd in het nagesprek. Bij 1/3 van de patiënten is het begrip niet genoemd, terwijl men zich dat van te voren wel had voorgenomen. Openheid over de prognose: In situaties waarin naar klinisch oordeel van de psychologen de kans bestond op dementie in de toekomst is uit nagesprekken gebleken dat: In 2/3 van de gevallen wel gebeurd is. In 1/3 van de gevallen niet.

Andere woorden voor dementie: Cognitieve stoornis Geheugenstoornis Redenen voor het al of niet gebruiken van de term dementie in het nagesprek: Redenen om het wel te doen: Eerste factor: men vindt dat in ieder geval de mantelzorger, maar ook de patiënt, recht hebben om te weten wat er aan de hand is. Tweede factor: als helpend om open te zijn -> de reactie en de houding van de patiënt op informatie. Derde factor: (meest genoemde) -> de reactie en houding van de naaste van de patiënt, het vergemakkelijkt het gesprek als de mantelzorger initiatief neemt en goede invloed heeft op patiënt. Redenen om het niet te doen: Eerste factor: als er toch twijfel is en diagnostisch onvoldoende zekerheid wordt ervaren. Tweede factor: conditie en/of reactie of houding van de patiënt niet stabiel is. Derde factor: als de reactie en/of houding van de matelzorger als belemmerd wordt ervaren.

Discussie In deze verkennende studie -> vraag of psychologen de diagnose of ze over dementie open moeten zijn tegenover de patiënt. Bleek dat alle deelnemende psychologen in principe vinden dat openheid dient nagestreefd te worden. Beperkingen van deze studie en ideeën voor vervolgonderzoek: Nog niet heel veel bekend over psychologen en openheid over de diagnose -> Eerst gekozen voor verkennende studie (zowel kwantitatief als kwalitatief). Studie had beperkte duur. Beperkt in omvang zowel qua aantal psychologen als patiënten. Toekomstig onderzoek -> voorbeeld gebruik van video-opnamen van nagesprek -> Zou meer licht kunnen werpen op de praktijk van al dan niet open zijn over diagnose. Dergelijk onderzoek -> meer inzicht kunnen geven in de factoren.

Dankwoord: Literatuur Met dank aan drs. R.J. Saan, klinisch neuropsycholoog (Martiniziekenhuis Groningen) en drs. C.A. Timmer, klinisch neuropsycholoog (Universitair Medisch Centrum Groningen) -> voor hun commentaar op voorlaatste versie. M. Kootte: Klinisch psycholoog, werkzaam bij Lentis (Groningen). N. Steverink: Senior onderzoeker, (Universitair Medisch Centrum Groningen en Rijksuniversiteit Groningen. Literatuur 1-22 2008, Bohn Stafleu van Loghum, Houten