HET EVANGELIE
1Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God.
2Het is geschreven in Jesaja, de profeet: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken
2Het is geschreven in Jesaja, de profeet: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken 20Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb. 21Wees op uw hoede voor Zijn aangezicht en luister naar Zijn stem. Verbitter Hem niet, want Hij zal uw overtredingen niet vergeven, omdat Mijn Naam in het binnenste van Hem is. Exodus 23:20-21
3en: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.
4Ik Johannes de doper kwam in de woestijn en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. 5En heel het Judese land en al de inwoners van Jeruzalem gingen uit naar hem; en zij werden door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. 6En Johannes was gekleed in kameelhaar en een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing.
7Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken. 8Ik heb jullie met water gedoopt, maar Hij zal jullie dopen met de Heilige Geest.
10Hij zag de hemelen openscheuren en de Geest zoals een duif op Zich neerdalen. 11En er kwam een stem uit de hemelen: Jij bent Mijn geliefde Zoon, in jou ben Ik volledig tevreden.