Het hulpverleningsbeleid van de OCMW’s aan de daklozen Julien Van Geertsom – Voorzitter van de POD MI
De hulpverlening van de OCMW’s aan de daklozen Analyses 1) Profiel van de daklozen 2) Steun aan de daklozen 3) Organisatie van de hulpverlening Aanbevelingen Besluiten
1.1. Profiel van de daklozen (1) De daklozen die de OCMW’s het vaakst over de vloer krijgen zijn diegenen die: … tijdelijk bij vrienden of familie wonen … uit hun woning gezet zijn zonder direct alternatief … uit de opvang voor asielzoekers komen 70% van de OCMW’s hebben een verandering in het profiel opgemerkt: Verjonging Psychiatrische of psychologische problemen Verslavingen
1.1. Profiel van de daklozen (2) Voornaamste problemen waarmee zij geconfronteerd worden: Probleem van huisvesting Gebrek aan beroepsbekwaamheid Gebrek aan voldoende inkomsten / schulden Opeenstapeling van de problemen Gebrek aan steun of sociaal netwerk
1.2. Steun aan de daklozen a. Instap: preventie (1) Voor 30 % van de OCMW’s is nog geen enkele vorm van steun mogelijk voor een bepaalde categorie van daklozen Voor 80 % van de Vlaamse en 10 % van de Waalse OCMW’s is het aanbod onvoldoende of onaangepast voor een bepaalde categorie van daklozen Eerder curatief of palliatief dan preventief werk
1.2. Bijstand aan de daklozen a. Instap: preventie (2) Uitzetting uit de woonplaats Overleg met de lokale actoren (sociale huisvestingsmaatschappijen, energieleveranciers, …) Schuldbemiddeling en algemene bijstand Begeleiding bij de huisvesting Aanwezigheid in de wijk
1.2. Bijstand aan de daklozen a. Instap: fysieke instap Eigen initiatief, CAW, politie, school, behandelende arts / ziekenhuizen, noodnummer, sociale partners Over het algemeen geen specifiek initiatief om de daklozen tegemoet te komen Bijzondere initiatieven: “après-midi du logement” – “AS hors les murs”
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: opvangplaatsen (1) Transit- of crisiswoningen Georganiseerd door het OCMW (gedeeltelijk) gefinancierd door het OCMW Aanwezig, zonder engagement van het OCMW Niet aanwezig in de gemeente 51.1% 4.6% 4.3% 40%
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: opvangplaatsen (2) Structuren winteropvang Georganiseerd door het OCMW (gedeeltelijk) gefinancierd door het OCMW Aanwezig, zonder engagement van het OCMW Niet aanwezig in de gemeente 1.5% 1.8% 3.7% 93%
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: opvangplaatsen (3) Nachtopvang Volgens +/- 70 % van de OCMW’s zou een nachtopvang verplicht moeten zijn in elke grote gemeente. Georganiseerd door het OCMW (gedeeltelijk) gefinancierd door het OCMW Aanwezig, zonder engagement van het OCMW Niet aanwezig in de gemeente 6.1% 3.6% 2.9% 87.4%
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: opvangplaatsen (4) 70% van de Belgische OCMW’s is van mening dat de opvangcapaciteiten in hun gemeente onvoldoende zijn. 50% van de Vlaamse en 25 % van de Waalse OCMW’s is van mening dat de toelatingsvoorwaarden tot de nachtopvang zouden moeten beperkt worden. 4/5 van de Vlaamse en ½ van de Waalse OCMW’s denken dat een centraal dispatchingsysteem nodig is.
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: instrumenten (1) Begeleiding en administratieve ondersteuning: 98% Installatiepremie: 84% Oriëntatie sociale woningen – versnelde toekenning: 63% Aanvullende financiële steun: 63% Aanvullende materiële steun: 53% Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI): 51% Referteadres: 41% Noodnummer: 15%
1.2. Bijstand aan de daklozen b. Trajecten: Evaluatie Akkoorden en doelstellingen vastgelegd bij het begin van de steun, MAAR niet specifiek vermeld in het contract De helft van de Vlaamse en Brusselse OCMW’s en 2/3 van de Waalse OCMW’s is van mening dat het noodzakelijk is om in een contract de concrete akkoorden te vermelden wat de inspanningen betreft die de daklozen moeten leveren.
1.2. Bijstand aan de daklozen c. Uitweg Aanbod van financieel toegankelijke woningen onvoldoende Geen opvolging naderhand, enkel op vraag van de gebruiker
1.3. Organisatie van de hulp a. Interne organisatie Ongeveer 87 % van de OCMW’s organiseren de hulp via de gewone werking De andere 13 % via een specifieke dienst of via medewerkers met een specifieke kennis binnen de gewone dienst 14 % zou vrijwillig een specifieke dienst oprichten 55 % zou vrijwillig samenwerken met een medewerker met specifieke kennis
1.3. Organisatie van de hulp b. Kennisbeheer De meeste OCMW’s denken dat er te weinig kennis is over dakloosheid Niet iedereen is voorstander van de registratie, maar dat zou wel zorgen voor: De optimalisering van de efficiëntie van de hulp Een positieve impact op de raden, comités en politici
c. Interorganisationele partnerschappen Bijna alle OCMW’s werken samen De populairste zijn de SLS en de CAW/RS De minst populaire zijn de verenigingen voor daklozen
2. AANBEVELINGEN (1) Aanwezigheid in de wijk, huisbezoeken Overleg lokale actoren SVK, SHM, LAC, private huurmarkt Instellingen Regionaal overleg Uitzettingsadvies De sociale verhuurkantoren opnieuw opwaarderen Begeleiding bij de huisvesting
2. AANBEVELINGEN (2) Publicatie van het aanbod Evidence based policy Doeltreffendheid van het aanbod Invloed van de politici Centraal dispatchingsysteem Diversiteit in het aanbod, plans d’urgence Noodnummer Specialisten binnen de OCMW’s
3. BESLUITEN Alle OCMW’s staan in contact met de daklozen Talrijke instrumenten en mogelijkheden tot opvang beschikbaar Probleem om (aangepaste) opvang te vinden Belangrijke aanbeveling: elke gemeente: een noodplan in overleg gedeelde visie gedeelde strategie