NVOG Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden Koopkracht 2009 - 2021 Maarten Maas, Voorzitter van de commissie Koopkracht, Inkomen en AOW VGEO, Nijkerk, 10 april 2019
Agenda 1e deel Definities en metingen van koopkracht Koopkrachtontwikkeling gepensioneerden vanaf 2010, tot en met 2019 resp. 2018
Koopkracht definities (1) Koopkracht = netto besteedbaar inkomen -/- gestandaardiseerde uitgaven (op basis van prijsindex) CPI = Consumenten Prijs Index (“mandje”, wordt maandelijks door CBS bepaald, maar prognose doet CPB) HICP = geHarmoniseerde (Europese) Consum. Prijs Index Statische koopkracht Voorbeeldhuishoudens (SZW en Nibud): er wordt uitgegaan van standaardsituaties (inkomenshoogtes, standaard-gezinssamenstelling, soort inkomen) Dataset van 20.000 representatieve huishoudens (CPB- prognoses): inkomens- en vermogensdata vanuit CBS en Belastingdienst; uitgaven op basis van de HICP (tot 2018 plaatjes met puntenwolken, nu: “boxplots”)
Koopkracht definities (2) Statische koopkracht (vervolg) Alleen externe invloeden, dus geen individuele situaties (zoals huwelijk/scheiding, ontslag, pensionering, etc.) Allerlei gemiddelden en aannames bij inkomsten (bijv. pensioen-indexatie) en bij uitgaven (zoals woonkosten, zorgkosten, bepaalde lokale kosten) N.B. Prijsindex werkt proportioneel naar inkomensniveau Wel redelijk toepasbaar voor jaar-op-jaar-vergelijking (bij gelijke omstandigheden), voor prognoses en modellen (CPB, Nibud, en ook eigen modellen)
Koopkracht definities (3) N.B. Dynamische koopkracht Gepubliceerd door CBS, gebruikmakend van geaggregeerde werkelijke data (v.w.b. besteedbare inkomens) , dus incl. persoonlijke omstandigheden, als bijv. carrière-sprongen, baanverlies, andere gezinssamenstelling De “uitgaven” wel op basis van de CPI Alleen terugkijkend in de tijd, uitkomsten worden gegeven op macro-niveau, maar er is wel een onderverdeling in allerlei categorieën beschikbaar (via CBS-statline) Kortom: “DE koopkracht” bestaat niet: een goede toelichting is essentieel!
Koopkracht 2010 – 2019 gepensioneerden (Nibud) Rapportage Nibud i.o.v. 50Pluspartij (oktober 2018) Prijsstijging (HICP): 14,7%; korting 0,6%/indexatie 0; N.B. Huurstijging: 20,8% (tot modaal) Inkomen 2010 bruto Alleenstaande Paar Alleen AOW 4,4% 2,3% AOW + 10.000 -3,4% -4,7% AOW + 10.000 + 10.000 ------ -7,7% AOW + 20.000 -6,8% -8,5% AOW + 30.000 -11,2% -8,3%
Eigen model inkomens 2010–2018 gepensioneerden (alleenstaand) Uitkomst eigen berekeningen (onder voorbehoud, excl. huurtoeslag, en indexatie aanvullend pensioen = 0%) (Prijsstijging (CPI) = 13,9% ) Saldo netto besteedbaar inkomen (alleenstaanden) Inkomen 2010 bruto €/jaar procentueel Alleen AOW 1800 13% AOW + 10.000 1200 6% AOW + 20.000 900 3% AOW + 30.000 -1100 -3% AOW + 40.000 -1800 -5%
Eigen model inkomens 2010–2018 gepensioneerden (paren) Uitkomst eigen berekeningen (onder voorbehoud, excl. huurtoeslag, en indexatie aanvullend pensioen = 0%) (Prijsstijging (CPI) = 13,9% ) Saldo netto besteedbaar inkomen (paren) Inkomen 2010 bruto €/jaar procentueel Alleen AOW 2300 12% AOW + 10.000 1200 4% AOW + 20.000 800 2% AOW + 20.000 + 10.000 1500 4% AOW + 30.000 -500 -1% AOW + 30.000 + 10.000 -100 -0% AOW + 40.000 -1100 -2%
Eigen model koopkracht 2010 – 2018 gepensioneerden
Prognoses koopkracht 2010 t.o.v. 2019 resp. 2018 Conclusie over de meerjaren-rapportage De (statische) koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden is negatiever naarmate het inkomen hoger is, maar dat is voor een flink deel verklaarbaar uit gebrek aan indexatie van het aanvullend pensioen. Echter voor hogere inkomens (vanaf circa €40.000) is zelfs het netto besteedbaar inkomen in 2018 lager dan in 2010. Dit wordt in 2019/2020 min of meer teruggebracht naar nul-niveau (althans voor paren).
Agenda 2e deel Rapporten Regioplan Prinsjesdag 2017 en 2018 (in opdracht van NVOG, KNVG, FASv, KBO-PCOB, NOOM) Aanpassingen Inkomstenbelasting Prinsjesdag 2018 (Miljoenennota en Belastingplan 2019) 4-jaarsprognoses 2018 – 2021 o.b.v. regeerakkoord Rutte III uit 2017 (CPB/SZW resp. Nibud) Prognose koopkracht gepensioneerden (2019 en 2020, CPB resp. Nibud)
Regioplan rapport Prinsjesdag 2017 “Verschillen in koopkracht van senioren op lokaal niveau” Per provincie is 1 gemeente geselecteerd en onderzocht Er blijken flinke verschillen te zijn, vooral voor wat betreft Eigen Bijdragen in de Zorg (WMO met name) Rapport leidt tot Kamervragen (sept. 2017, 50PLUS) Effecten (ingang 1-1-2019) : Eigen bijdrage WMO-maatwerk wordt een tarief van (maximaal) €17,50 per 4 weken (€ 19/maand); Halvering Vermogensbijtelling WLZ (van 8% naar 4%)
Regioplan rapport Prinsjesdag 2018 “(Onder)benutting zorg- en huurtoeslag door senioren” Rapport: “Van de 55+-huishoudens laat mogelijk 1 op 6 de huurtoeslag liggen en 1 op 10 de zorgtoeslag” Rapport leidt tot Kamervragen (50PLUS resp. D66) Reactie van Stas Financiën, mede namens 3 ministers: “Dit onderzoek wordt meegenomen in het in de Miljoenennota aangekondigde Interdepartementaal Beleids Onderzoek (IBO) “Toeslagen” in 2019”. N.B. Getrapte afbouw inkomensgrens voor de huurtoeslag naar verwachting vanaf 1-1-2020
Prinsjesdag 2018 (1) Aanpassingen Inkomstenbelasting, waaronder: Gefaseerde invoering 2 schijven model (voor gepensioneerden 3 schijven, omdat geen AOW- premie wordt geheven) Aanpassing van de Algemene Heffingskorting (begin is hoger, afbouw naar nul is steiler) Aanpassing van de Ouderenkorting (begint met verhoging, daarna een getrapte afbouw tot nul bij inkomens vanaf circa € 47.000, verzilverings- probleem voor de laagste inkomens)
Prinsjesdag 2018 (2) Aanpassingen Inkomstenbelasting (vervolg): Verhoging “lage” BTW van 6% naar 9% (effect is circa 0,7% verhoging van de prijsinflatie oftewel de CPI “alle huishoudens”) Aanpassing Zorgtoeslag (iets extra voor paren) Prijsverhogende Energiemaatregelen Afbouw “Hillen” en minder hypotheekrente- aftrek
Koopkracht 2018 – 2021 Puntenwolk CPB Gepensioneerde alleenstaande
Koopkracht 2018 – 2021 Puntenwolk CPB Gepensioneerde tweeverdiener
Prognoses Nibud 2018 - 2021 Op basis van oktober 2017 cijfers (Regeerakkoord) Kengetallen 4 jaarsperiode (2018 – 2021) Prijsinflatie (CPI): 9,3% Stijging contractlonen (en indicatief AOW): 13,2% Indexatie aanvullende pensioenen: 1,5% N.B. De getoonde voorbeeldsituaties koopkracht- ontwikkeling zijn huishoudens zonder kinderen
Prognoses Nibud 2018 – 2021 (1) Totale 4-jaars periode Alleenstaand Paar Bijstand 1,6% 1,8% Uitkeringsger. 30.000 2,3% 2,3% Werkend 20.000 3,3% ---- Werkend 35.000 6,5% 7,6% 2-verdiener ---- 4,3% Werkend 60.000 5,4% 5,6% 2-verdiener ---- 4,9%
Prognoses Nibud 2018 – 2021 (2) Gepensioneerden totale 4-jaars periode Alleenstaand Paar Alleen AOW 3,0% 2,6% AOW + 10.000 4,4% 2,1% AOW + 15.000 0,0% 1,1% “2-verdiener” ---- 1,3% AOW + 30.000 0,2% ---- “2-verdiener” ---- -1,7%
Koopkracht gepensioneerden 2018 – 2021 Conclusies over de verwachtingen 2018 -2021 De koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden (en uitkeringsgerechtigden) blijft in doorsnee achter bij werkenden, maar is meestal nog wel positief; echter deze wordt negatief bij de meeste paren met een aanvullend pensioen van meer dan €20.000 . Het niet of nauwelijks indexeren van de aanvullende pensioenen heeft het grootste negatieve effect op de (gemiddelde) koopkracht, daarna komt de verhoging van de zorgpremies, daarna energiekosten (zitten wel in CPI).
Prognose koopkracht 2019 gepensioneerden Raming statische koopkracht 2019 (Nibud 18-1-2019) Raming CPI 2019: 2,4% Koopkrachtontwikkeling Alleenstaande Paar Alleen AOW 0,9% 1,0% AOW + 10.000 1,2% 1,6% AOW + 20.000 + 10.000 ----- 0,5% AOW + 30.000 1,5% ----- AOW + 30.000 + 10.000 ----- 2,6%
Box-plot prognose koopkracht 2019 en 2020 CPB box pllot
Prognose koopkracht 2019 en 2020 CPB Centraal Economisch Plan (maart 2019) (o.b.v. IPO 20.000 huishoudens/HICP = 2,3% resp. 1,4%) Mediaan 2019 2020 Werkend 1,7% 1,5% Uitkeringsgerechtigd 1,0% 0,6% Gepensioneerd 1,6% 0,9% Percentage negatief 2019 2020 Werkend 4% 5% Uitkeringsgerechtigd 7% 10% Gepensioneerd 2% 9%
Koopkracht 2018 en 2019 Conclusie over 2018 en de prognose 2019 In 2018 gold voor circa 50% van de gepensioneerden een negatieve koopkrachtontwikkeling. In 2019 zal slechts 2% van de gepensioneerden een negatieve koopkrachtontwikkeling kennen, althans… als o.a. de prijsinflatie beperkt blijft tot 2,4% . De koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden (en meer nog van uitkeringsgerechtigden) blijft achter bij werkenden. N.B. Er zitten voor de langere termijn enkele koopkrachtbeperkende maatregelen in de fiscale plannen, effect o.a. voor inkomens rond 2 x modaal.
Vragen en discussie Dank voor uw aandacht!