De Kerk Elkaar liefhebben kun je niet alleen Mat. 16:13-18 “De rots waarop ik mijn kerk zal bouwen”
Mat 16: 13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’
16 ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. 18 En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots (petra) waarop ik mijn kerk zal bouwen
1 Cor. 3:9 Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker (letterlijk “te bewerken land” ), Gods …..
…. Bouwwerk (in wording) zijt gij
In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here (Ef. 2:21)
Zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander (Rom. 12:5, 1 Kor. 12:12-31).
We zijn leden van elkaar (Romeinen 12:4) We hebben elkaar lief (12:10) We achten de ander hoger dan onszelf (12:10) We zijn eensgezind (15:5) We aanvaarden elkaar (15:7) We wijzen elkaar terecht (15:14) We groeten elkaar met een heilige kus (16:16)
Johannes 15: 12-13 “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.” :17 “Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.”