Kwaliteitszorg & rationalisering Internationalisering SESSIE 5
Kwaliteitszorg & rationalisering (boek ‘Een kwarteeuw onderwijs in eigen beheer’: hoofdstuk 4 – 4.3)
Inleiding: Een korte blik terug
Situatie voor 1991 controlebevoegdheid van de overheid over onderwijs was steeds een delicaat punt: 1830 (Belgische grondwet): oorspronkelijke zin over controle door overheid werd expliciet afgewezen school is som van de leerkrachten onderwijskwaliteit = kwaliteit leerkracht in de klas inspecteur is ook begeleider, leerplanschrijver, inscholer inspectie verantwoordelijk voor alles wat met onderwijskwaliteit te maken had voorschrijvende en gedetailleerde regelgeving 1830: nadruk werd gelegd op keuzevrijheid van de ouders én op vrijheid van inrichtende machten om scholen te organiseren >> sommige inrichtende machten hadden eigen inspectie daarnaast: rijksinspectie die minimumleerplannen opstelde/ diploma’s controleerde/studiepeil naging >> inrichtende machten stelden leerplannen op die door minister werden goedgekeurd / toepassing van leerplannen werd gecontroleerd door inspectie (ook individuele klasbezoeken)
Het decreet van 1991 (ronde 1) school is meer dan som van de leerkrachten het geheel van de vorming moet aan kwaliteitscriteria voldoen invoering ET/OD als minimale kwaliteitscriteria pedagogische begeleiding voor ondersteuning school als geheel is focus overheid bepaalt nog steeds de regels, school voert uit integrale doorlichting als antwoord Decreet van 17 juli 1991: Inspectie verantwoordelijk voor schooldoorlichting >> taak: bereiken van de eindtermen controleren Duidelijk onderscheid tussen controle door inspectie / ondersteuning van de scholen door pedagogische begeleidingsdiensten (nieuw) binnen de verschillende onderwijsnetten
Het decreet van 1991 (ronde 2) een school is een professionele en lerende organisatie economisch managementsbegrip doet intrede in onderwijs autonomie en verantwoording reflectie en zelfevaluatie kwaliteitszorgsysteem leiderschap en beleidsvoerend vermogen komen centraler te staan onderwijs in beweging rijke informatieomgeving en veranderingscapaciteit als antwoord Beleidsnota van 2000 (Marleen Vanderpoorten): veel aandacht aan thema ‘kwaliteitszorg’ >> bestelde doorlichting van het onderwijs door onafhankelijk consultancybedrijf Rapport werd voorgesteld in maart 2002: Inspectie kan haar rol onvoldoende uitvoeren omdat eindtermen onvoldoende duidelijk geformuleerd waren Strikte scheiding tussen beoordeling en ondersteuning >> beste garantie voor effectieve verbetering van de onderwijskwaliteit Reflectie en zelfevaluatie >> interne evaluatie: a.d.h.v. zelfevaluatie-instrumenten (scholen kiezen zelf hoe ze te werk gaan) >< externe evaluatie: inspectie Beleidsvoerend vermogen >> 9 pijlers: Op school laat men zich voor de eigen werking inspireren door een duidelijke visie op de opdracht van de school. Er is bij de teamleden een sterke doelgerichtheid. De school (als schoolgemeenschap) streeft naar een hoge betrokkenheid van haar verschillende geledingen. Op school wil en kan men samenwerken. De school is in staat om met haar omgeving te communiceren en ze heeft een hoog responsief vermogen. De school heeft de capaciteit om over haar eigen werking te reflecteren en om daarbij aansluitend haar werking bij te sturen. De school besteedt zorg aan het vernieuwingsproces. De school maakt werk van de professionalisering van het team, via interne en externe ondersteuning. De school bepaalt zorgvuldig de verantwoordelijkheden van de personeelsleden en verzorgt het leiderschap. Het beleid van de school komt de vorming of het leren van de leerlingen ten goede. Rijke informatieomgeving & veranderingscapaciteit >> cfr. artikel uit “School+visie” (februari 2015): “Werken aan kwaliteitszorg? Zet in op informatiegebruik!”
Het kwaliteitsdecreet (mei 2009) instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun kwaliteit vertrouwen in professionaliteit onderwijsinspectie ingezet vanuit verantwoordingsperspectief respect voor verschillen tussen scholen wat betreft de rol als eerste verantwoordelijke voor kwaliteit gedifferentieerde aanpak als hefboomfunctie voor scholen Gevolg decreet voor inspectie: wijzigingen in methode en interne organisatie >> AKOV = Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming: verantwoordelijk voor alle beleidsaspecten die te maken hebben met kwaliteit van onderwijs & vorming Overkoepelt onder meer inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten Decreet zegt nadrukkelijk dat elke school op systematische wijze zijn eigen kwaliteit moet onderzoeken en bewaken >> inspectie moet nagaan of dit wel degelijk gebeurt Geen eisen of normen vastgesteld voor interne kwaliteitscontrole (om zo de autonomie niet al te veel in te perken) >> moeilijke opdracht voor inspectie Leden van de inspectie worden “ter beschikking gesteld” van het AKOV >> 1 inspectiekorps: 141 inspecteurs o.l.v. Inspecteur-generaal + 8 coördinerende inspecteurs
Belangrijkste pijlers inzake kwaliteitscontrole en -bewaking De Entiteit Curriculum. De pedagogische begeleidingsdiensten. De Vlaamse onderwijsinspectie.
1. De Entiteit Curriculum = vroegere Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) oprichting in 1991: studiedienst van de inspectie (DVO) 1999: Entiteit curriculum studiedienst van de minister en de Vlaamse regering taken: formuleren voorstellen ontwikkeling van de opleidingenstructuur ontwikkelen criteria voor goedkeuren leerplannen en handelingsplannen formuleren voorstellen inzake ODET ontwikkelen analyse- en evaluatie-instrumenten om scholen en centra door te lichten opstellen voorstel m.b.t. beroepsprofiel en basiscompetenties Taken in 1991: - formuleren voorstellen inzake ET - ontwikkelen van analyse- & evaluatie-instrumenten om scholen door te lichten - ontwikkeling van methodes voor het opstellen van leerplannen en lessenroosters - uitwerken van voorstellen inzake introductie en bijscholing van inspectieleden
Begeleidingsdiensten 2. Pedagogische Begeleidingsdiensten netgebonden sinds 1991: adviserende en ondersteunende taak bevorderen de onderwijskwaliteit ondersteunen leerkrachten, schooladministraties, scholen,… om pedagogische projecten te realiseren Pedagogische projecten die specifiek zijn voor schoolbesturen/inrichtende machten
3. De Vlaamse onderwijsinspectie in opdracht van de Vlaamse overheid toezicht op de kwaliteit van het onderwijs nagaan of de school haar maatschappelijke opdracht vervult nagaan of de gemeenschapsgelden op verantwoorde wijze worden gebruikt advies uitbrengen over het al dan niet erkennen of subsidiëren van scholen Schooldoorlichting voor Onderwijsinspectie 2.0 https://www.youtube.com/watch?v=jWNMBaNAlpE
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement alg. kwaliteitsbeleid school (nu afzonderlijke vakken) als partner vd scholen (nu hiërarchische relatie) in dialoog met: schoolleiding, leraren, andere leden schoolteam, polsen naar samenwerking, communicatie, welbevinden en betrokkenheid controleren én stimuleren (ontwikkelingsschalen) ouders/lln. betrokken (nu niet) in dialoog basisond.: elke doorlichting start met rondleiding school door lln. Sept. 2016: samen met hele onderwijsveld nieuwe inspectie uit tekenen (Onderwijsverstrekkers, pedagogische begeleidingsdiensten én onderwijsinspectie) °kader: kwaliteitsvol onderwijs = ll. centraal scholen werken eigen kwaliteitsbeleid verder uit
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement eenvoudiger en minder papier (nu veel planlast) breed vooronderzoek afgeschaft (nu overbodige papieren voorbereiden en klaarleggen) enkel papierwerk dat dagdagelijks gebruikt wordt, is van tel afzonderlijke opvolgingsdoorlichting geïntegreerd in de doorlichting zelf werken aan brede kwaliteitsontwikkeling niet enkel specifieke verbeterpunten aanpakken doorlichtingsverslag beknopt visuele voorstelling resultaten Sept. 2016: samen met hele onderwijsveld nieuwe inspectie uit tekenen (Onderwijsverstrekkers, pedagogische begeleidingsdiensten én onderwijsinspectie) °kader: kwaliteitsvol onderwijs = ll. centraal scholen werken eigen kwaliteitsbeleid verder uit
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement methodologisch onderbouwd min. om de 6j. (nu 10j.) op vraag van de scholen regelmatiger volledige lln.populatie is dan zo goed als vernieuwd samenwerking met levensbeschouwelijke inspectie Sept. 2016: samen met hele onderwijsveld nieuwe inspectie uit tekenen (Onderwijsverstrekkers, pedagogische begeleidingsdiensten én onderwijsinspectie) °kader: kwaliteitsvol onderwijs = ll. centraal scholen werken eigen kwaliteitsbeleid verder uit
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement ontwikkelingsschalen: drukken uit in welke mate de school tegemoet komt aan de kwaliteitsverwachting (nu “goede” of “slechte” score) begeleidend advies Sept. 2016: samen met hele onderwijsveld nieuwe inspectie uit tekenen (Onderwijsverstrekkers, pedagogische begeleidingsdiensten én onderwijsinspectie) °kader: kwaliteitsvol onderwijs = ll. centraal scholen werken eigen kwaliteitsbeleid verder uit
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement advies: 2 mogelijkheden gunstig: erkenning = ok ongunstig: advies om procedure tot intrekking erkenning te starten
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement Zelfcontrole interne kwaliteitscontrole doen inspecteur geeft tips en informatie 5 weken vooraf op de hoogte vanaf volgend schooljaar 2 j. later: evaluatie eventuele bijsturing Vlaanderen: 140 inspecteurs voor alle kleuter-, basis- en middelbare scholen
Onderwijsinspectie 2.0 2018.02.22 Goedgekeurd in Vlaams Parlement Eerste ervaringen https://www.youtube.com/watch?v=1pYeCjXOtsU&feature=youtu .be
Onderwijsinspectie 2.0 Referentiekader onderwijskwaliteit (OK) Hoe kreeg het vorm? lln., ouders, leraren, directies, pedagogisch begeleiders, onderwijsinspecteurs, onderwijsdeskundigen, vakbonden … wetenschappelijk onderzoek praktijkgerichte literatuur in cocreatie KOV, GO!, POV, OVSG, OKO en onderwijsinspectie OKO = Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers
Onderwijsinspectie 2.0 Referentiekader onderwijskwaliteit (OK) zet verwachtingen voor kwaliteitsvol onderwijs uit: waarderen schoolteam / respect voor autonomie 4 kwaliteitsverwachtingen: resultaten en effecten ontwikkeling van de lerenden kwaliteitsontwikkeling beleid kwaliteitsverwachting wordt verduidelijkt in een kwaliteitsbeeld beschrijvend uitnodigend http://www.onderwijsinspectie.be/sites/default/files/atoms/files/OK_bronnendoc_LOW.p df http://mijnschoolisok.be/professionals/
Onderwijsinspectie 2.0 Referentiekader onderwijskwaliteit (OK)
Onderwijsinspectie 2.0 Referentiekader onderwijskwaliteit (OK)
Context en input
Eindtermen Ouders betrekken Inschrijvingsbeleid Diversiteit
Interne kwaliteitsbewaking
Nascholing – Specifieke aandacht voor beginnende leraren GOK
Intern kwaliteitsbeleid PDCA- cirkel – Deming Plan-Do-Check-Act Cirkel => kwaliteitszorg = cyclisch proces 4 activiteiten die van toepassing zijn op elke verbetering in een organisatie zorgen voor een betere kwaliteit Dr. W. Edwards Deming (1900-1993) is één van de invloedrijkste mensen geweest op het terrein van kwaliteitsmanagement of kwaliteitszorg na de tweede wereldoorlog. Zijn naam is onder meer verbonden aan de stormachtige ontwikkeling van de Japanse economie en aan de autofabrieken van Ford. Veel van zijn werk is ook bekend in het onderwijs, zo onder meer het beroemde procesdiagram PDCA. Deming benadrukt het belang van leidinggeven aan continue verbetering in plaats van het voortdurend veranderen van een organisatie. Deming ontwierp ‘De veertien punten van Deming’ waaraan het management van elke organisatie zich moet houden om succesvol te zijn. Deze veertien ‘geboden’ vormen de basis voor het succesvol werken aan kwaliteitszorg in het onderwijs.
Intern kwaliteitsbeleid PDCA- cirkel – Deming Plan doelen vaststellen resultaatsafspraken maken gewenste verbeteringen plannen Do doelen worden nagestreefd resultaatsafspraken worden nageleefd gewenste verbeteringen worden uitgevoerd Check het resultaat wordt gemeten en afgezet tegen het afgesprokene (zie plan) Act resultaatsverwachting bijstellen behaalde resultaten borgen ingrijpen
Intern kwaliteitsbeleid PDCA- cirkel – Deming Cfr. dagelijks leven doorlopen kwaliteitscyclus onbewust, heel vaak Eten klaarmaken, het huis poetsen, een muurtje verven of een kast herstellen PDCA is gebaseerd op gezond verstand en expliciteert wat we vaak onbewust of intuïtief doen.
Intern kwaliteitsbeleid Q5-vragen Q5 bouwt verder op de PDCA-cirkel formuleert de systematiek van kwaliteitszorg a.d.h.v. 5 vragen Doet de school de goede dingen? Doet de school de dingen goed? Hoe weet de school dat? Vinden anderen dat ook? Wat gaat de school nu doen? Q5 (Q van quality, 5 van 5 vragen) is een Nederlands project uit de jaren 1990 dat zich vanaf het prille begin liet leiden door vijf vragen.
Intern kwaliteitsbeleid
Intern kwaliteitsbeleid
BVH = Bewoonbaarheid, veiligheid ,hygiëne
BVH = Bewoonbaarheid, veiligheid ,hygiëne
Doorlichtingsscenario 2.0
Doorlichtingsscenario 2.0
Doorlichtingsscenario 2.0
Documenten tijdens de doorlichting
Doorlichtingsscenario 2.0
Doorlichtingsscenario 2.0
Scholen stimuleren kwaliteit (blijvend) te ontwikkelen.
Verslag voor Onderwijsinspectie 2.0 Structuur van het verslag: Titelblad Inleiding Relevante kenmerken = context / input Samenvatting Focus van de doorlichting Vaststellingen-conclusie-motivering per leergebied in de focus Kwaliteitsprofiel (variabelen in de focus) Aspecten van de werking/Beleid Sterktes en zwaktes = goed / aanbevelingen / tekorten Advies Regeling voor het vervolg = indien beperkt gunstig advies Openbaarheid: www.doorlichtingsverslagen.be Het titelblad bevat de identificatiegegevens die toelaten de onderwijsinstelling te identificeren en te contacteren.Op het titelblad staan ook de samenstelling van het inspectieteam en eventueel de namen van de externe deskundigen. Het verslag start met een inleiding en de opsomming van enkele relevante kenmerken van de onderwijsinstelling en dat is niets nieuw (staat ook in het huidige verslag). Vervolgens komt de focus van de doorlichting, daarna het kwaliteitsprofiel, de resultaten die de onderwijsinstelling kan voorleggen of door de inspectie zijn vastgesteld en de aspecten van de werking. Deze elementen en zeker de manier waarop ze in het verslag worden uitgewerkt, zijn wel nieuw. De onderdelen sterktes en zwaktes, het advies en de regeling voor het vervolg zijn jullie wel bekend.
Openbaarheid van doorlichtings-verslagen 22 januari 2007: De Standaard, Gazet van Antwerpen & Het Belang van Limburg publiceerden gelijktijdig uittreksels van verslagen van doorlichtingen van secundaire scholen recht op openbaarheid = zinvol recht? Publicatie was grondig voorbereid: Inspectie was geïnformeerd Samen gezocht naar aanpak die enerzijds scholen zou behoeden voor ongecontroleerde publicatie, anderzijds recht op openbaarheid zou respecteren Openbaarheid staat decretaal en maatschappelijk buiten kijf. Zinvol recht? Lijkt evident dat je alles te weten kan komen over de school om de hoek. Wat de overheid weet, moet ook de burger weten want overheid is er door en voor de burgers. Burger neemt zelf dubbelzinnige rol in: wil alles weten, maar zelf (wet privacy) buiten schot blijven. >> overheid roept scholen ter verantwoording t.a.v. ‘broodheer’ & ‘klanten’ / scholen willen weten waar ze staan / ouders hebben nood aan informatie bij maken van gerichte schoolkeuze
Keuzevrijheid van de ouders Keuzevrijheid van de ouders. Ja, rapporten over scholen moeten publiek gemaakt worden. Zo kunnen ouders en leerlingen kiezen op basis van duidelijke, objectieve informatie over scholen. Kortom, het ondersteunt ouders bij hun keuzeproces en respecteert dus de keuzevrijheid van de ouders. True False
Belang van de context uitgewist Belang van de context uitgewist. Neen, rapporten over scholen kunnen het best niet publiek gemaakt worden. De werking van een school hangt echter heel sterk samen met de context van de school en enkel op basis van die samenhang kan een uitspraak gedaan worden over de werking van de school. True False
Informatiebehoefte van scholen Informatiebehoefte van scholen. Ja, rapporten over scholen kunnen het best publiek gemaakt worden. Scholen hebben er immers nood aan om niet alleen informatie te krijgen over de prestaties van de eigen school, maar zijn ook geïnteresseerd in de prestaties van andere scholen. Zo weten ze of ze goed bezig zijn, wat hun sterktes en zwaktes zijn in vergelijking met andere scholen. True False
Toenemende uniformisering Toenemende uniformisering. Neen, rapporten over scholen kunnen het best niet publiek gemaakt worden. Kleine scholen met specifieke doelgroepen zouden verdwijnen door een te laag aantal leerlingen. Hierdoor zouden we minder scholen krijgen die groter zijn. Hierdoor verdwijnt er heel wat diversiteit in het onderwijslandschap en blijven er enkel scholen over die sterk op elkaar lijken. True False
Internationalisering (boek ‘Een kwarteeuw onderwijs in eigen beheer’: hoofdstuk 4 – 4.4)
Internationale samenwerking in lager en secundair onderwijs eerder internationale samenwerking dan internationalisering via OESO in OD/ET Buurlandenbeleid uitwisseling tussen de taalgemeenschappen Europees Programma voor Levenslang Leren >> Comeniusprogramma via OESO: uitwisselen informatie vergelijken onderwijssystemen en beleidsopties belangrijk referentiepunt: PISA-tests In ODET aandacht voor: Mondiale problematiek Verschillende Europese landen Europese Unie Werking internationale organisaties Buurlandenbeleid = stimuleren van samenwerking tussen basisscholen uit Vlaanderen en buurlanden (klasuitwisseling) Europees Programma voor Levenslang Leren = project uitwerken met scholen uit andere Europese landen (niet noodzakelijk maar wel mogelijk om naar ander land te gaan) – doel: leren kennen en waarderen van culturele en taalkundige diversiteit >> onderdeel ervan = Comenius (tegenhanger voor Erasmus in leerplichtonderwijs) – jaarlijks 3 miljoen leerlingen
Internationalisering van het hoger onderwijs lange tijd afgeremd door strikte taalwetten vooral qua onderzoek ingeschakeld in Europese en mondiale context Bologna-verklaring: vergroten aantrekkingskracht Erasmusprogramma vrijwillig eigen onderwijsstelsel hervormen: structuurdecreet 2003 algemeen Europees creditsysteem (ECTS) Wetenschappelijke output >> internationale tijdschriften (Engels) 2000: Lissabon-strategie >> Bologna-verklaring Doel: Europese Unie als meest competitieve kenniseconomie ter wereld Mobiliteit van studenten en onderzoekers verhogen Erasmus: maakt deel uit van Lifelong Learning Programme >> middelen werden uitgebreid onder minister Marleen Vanderpoorten >> gericht op kennis te laten maken van studenten met een andere (onderwijs)cultuur + eerste internationale ervaring Structuurdecreet = Elke opleiding: driejarige bachelor >> bachelordiploma (academische bachelor (unif) / professionele bachelor (hogeschool)) Na academische bachelor: master (één of twee jaar) >> academische titels in Vlaanderen gelijkgeschakeld met andere landen >> komt mobiliteit ten goede
OPDRACHTEN BIJ SESSIE 5 http://schoolensamenleving.weebly.com