Klassieke Oudheid en levensbeschouwing www.jurgenmarechal.nl Aristoteles
Aristoteles leefde van 384 v. Chr tot en met 322 v. chr.
Mensbeeld van Aristoteles Een levend wezen is een samenstelsel van vorm (ziel) en materie (lichaam). Ziel en lichaam vormen een onlosmakelijk geheel.
Monisme Het mensbeeld van Aristoteles is monistisch en niet dualistisch zoals bij zijn leermeester Plato.
Plato met zijn leerling Aristoteles
Hylemorphisme Met de term hylemorphisme kunnen we de antropologie (mensbeeld) van Aristoteles kernachtig samenvatten. hylemorphisme, een theorie van stof/materie (in het Grieks: hylè) en vorm (in het Grieks: morphè)
Hylemorphisme Volgens Aristoteles liggen aan ieder ding of het nu een steen is of een beuk, een kikker of een mens – twee principes ten grondslag: 'stof' en 'vorm'.
Hylemorphisme Door een specifieke 'vorm' krijgt 'stof' gestalte: boom, of kikker. Tegelijk is de stof potentieel iets anders, staat open voor een andere vorm; de boom wordt oud, verschimmelt en verrot, en geeft daardoor leven aan andere organismen. De stof neemt dan nieuwe actualisaties aan.
Hylemorphisme De 'stof' waaruit de boom is gemaakt is potentieel geschikt om over te gaan (actualiseren) in andere levende organismen, onder invloed van andere 'vormen'. Anders dan bij Plato ligt het vormbeginsel van een ding volgens Aristoteles niet 'áchter', maar 'in' dat ding.
Alexander de Grote Aristoteles werd rond 342 v. Chr. de opvoeder – docent van de latere grote krijgsheer Alexander de Grote
Aristoteles in gevaar Toen Aristoteles in de problemen kwam wilde hij de Atheners een tweede vergrijp tegen de filosofie besparen. Ofwel hij wilde niet net als Socrates gedood worden en ging er vandoor.
Empirisch = de zintuigen/de ervaring Kennis is empirie Volgens Aristoteles was de enige weg naar kennis de empirische weg. Empirisch = de zintuigen/de ervaring
Substantie Substantie is, volgens Aristoteles, wat zowel vorm als materie heeft (denk hier weer aan het hylemorphisme)
Het einddoel = Eudaimonia Volgens Aristoteles zijn alle menselijke handelingen gericht op Geluk (Eudaimonia).
Aristoteles en de Staat Een sociaal(politiek) levend wezen, dat alleen kan bestaan in een gemeenschap van andere mensen noemt Aristoteles “zooion politikon”
Aristoteles en de Staat De staatsvorm moet zich richten naar de concrete behoeften van volk en tijd. In de praktijk komt dat meestal neer op een mengvorm. Volgens Aristoteles is de meest gunstigste mengvorm die waarbij aristocratische en democratische elementen elkaar in evenwicht houden en de middenklasse het zwaartepunt van de gemeenschap vormt
Het filosofische project van Aristoteles Hij was het meest in de levende natuur geïnteresseerd. Hij hield zich bezig met wat we tegenwoordig de natuurprocessen noemen.
De levenloze en levende dingen Aristoteles wijst erop dat de dingen in de natuur in twee hoofdgroepen kunnen worden ingedeeld: De levenloze dingen (geen potentiële mogelijkheid). De levende dingen, (die een potentiële mogelijkheid voor verandering in zich hebben).
De ziel volgens Aristoteles De vorm van de mens bestaat uit drie “zielen”: Een plantenziel, Een dierenziel en Een denkende ziel.
Eudaimonia = gelukzaligheid Als de mens van al zijn vermogens en mogelijkheden gebruik maakt kan hij een gelukkig leven leiden.
Vrouwbeeld en Christendom Vrouwenbeeld: Aristoteles vond dat de vrouw iets miste. Ze was een onvolledige man. Invloed op het middeleeuwse christendom: Grote invloed, zo erfde de kerk een vrouwenbeeld, waar in de bijbel eigenlijk geen argumenten voor zijn te vinden. Jezus was niet zo vrouwonvriendelijk.