Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rekenen in groep 1 en 2 Bijeenkomst 2
Advertisements

Rekenproblemen en Dyscalculie
Rekenen in groep 1 t/m 4 De doorgaande lijn.
Dyscalculie Asli PEHLIVAN.
SWV DRONTEN: Onderbouw
komt uit het Grieks en Latijn betekent slecht
Rekenproblemen en Dyscalculie
Onderzoekende houding van pabo-studenten bij het uitstroomprofiel Talentontwikkeling en excellentie bij Wetenschap en techniek Algemeen: Toevoegen enkele.
Abstracte kunst & Onderwijs anders leren kijken - anders leren denken
Lemmensinstituut Leuven academiejaar
HET BELANG VAN REKENEN Prof. Dr. Jan de Lange.
Schoolrijpheid Infoavond 2 februari 2012.
Het cito-leerlingvolgsysteem
Op de koffie bij de kabouters
Mathematics Education and Neurosciences
Nationale Rekendagen Noordwijkerhout 18 maart 2010
Opbrengstgericht werken mbv peilingsactiviteiten
Rekenen en Rekenproblemen
Achtergrond rekenproblemen
Rekenproblemen en Dyscalculie
Rekenproblemen en Dyscalculie
Vakspecifieke onderwijsbehoeften bij rekenen en Wiskunde
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Zwerfafval projecten In het primair onderwijs 25 juni 2015.
LOP SECUNDAIR 7/6/ Betrokken ouder, tevreden ouder.
Stichting Onderwijs der EBGS MTD Workshop 2015
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 3:Taal en cognitieve ontwikkeling
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
Ontwikkeling van het jonge kind
Kind in ontwikkeling deel A
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Pedagogische theorieën bijeenkomst 1
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Competentie gebieden Kerntaak 1.
Workshop Doorlopende leerlijnen rekenen ‘Iedereen telt mee’ Over de drempels met taal en rekenen: VVE-PO Carla Sanders, Nel van Loon en Magda van der Wulp.
Meer voorlezen, beter in taal
Studiedag VVE De Schakel Doorlopende leerlijnen rekenen 19 januari 2011.
MATHEKINGS - 25 JAAR KINDEROPVANG HUMANITAS -MATHEKINGSTENTOONSTELLING BERLIJN - ONDERDEEL VAN EEN RIJK ONTWIKKELINGSAANBOD.
Praktisch werk effectiever maken Tekst: Henny Kramers-Pals.
Taal in de rekenles Netwerk rekencoördinatoren Sarkon.
Studiedag VVE De Schakel Doorlopende leerlijnen rekenen 15 april 2011
Info avond groep 1-2 Welkom allemaal. Auditieve/ taalontwikkeling Fonologisch bewust zijn Fonemisch bewust zijn Letterkennis Mondelinge taal, Zinsbouw.
Het proces om te komen tot een leerlijn programmeren in het basisonderwijs Programmeren is geen taal, het is materiaal om mee te bouwen Mark Vrolijk, Directeur-Bestuurder.
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
Ouderpresentatie 1. Rekendoelen periode tot en met eerste rapport
Cognitieve ontwikkeling bij kleuters
Hoe volgen wij de ontwikkeling van het jonge kind
Meten in de kleuterklas: tijd – enkele vragen
Executieve functies Marije Ruben.
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs
Wiskunde in het eerste leerjaar
De juiste route naar het juiste doel
Welke “wiskundes” zijn er?
Welkom op de informatieavond groep 1-2
Taalontwikkelend lesgeven: een didactische methode voor álle docenten!
Betekenisvol rekenen Context gebonden rekenen
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs
Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
Betrokken ouder, tevreden ouder
Praktische adviezen voor de onderwijssituatie
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Leren programmeren met Scratch
FORMULEREN VAN LEERDOELEN
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren 1 Introductie Denken is verzamelnaam voor o.a. : redeneren problemen oplossen (problem solving) onthouden en herinneren organiseren; ordenen en classificeren. 2 Mentale representaties -Mentaal representeren is zich iets voorstellen (al dan niet echt gebeurd) -Stukje geheugen dat wordt gebruikt om er iets mee te doen -Reeds vroeg aanwezig bij baby’s (bv Baillargeon, 1992)  proef met de wortel -Objectpermanentieproef van Piaget (complexer dan enkel kijken)  Lukt rond 12 maanden Objectpermanentie zoals Piaget = mijlpaal in het denken  loskomen van directe waarneming. P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren 3 Stadia volgens Piaget -sensorimotorische stadium (0-2 jaar) -preoperationele stadium (2-7 jaar) -concreet-operationele stadium (7-12 jaar) -formeel-operationele stadium (12-16 jaar) Sensorimotoriek als basis voor het denken: -Mentale activiteiten zijn er (objectpermanentie bv) maar nog heel onsamenhangend -Het gedrag van jonge kinderen is veeleer sensorimotorisch : acties van het kind gericht zijn op waarnemen en doen -Activiteiten die goed willen aansluiten op de ontwikkeling van deze leeftijdsgroep zijn dan het best gericht op de sensorimotoriek. Ontwikkelingsverloop: 1 Reflexen 2 Circulaire reacties 3 Doelgericht gedrag P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Loskomen van sensorimotoriek - >2 jaar meer loskomen van direct waarnemen en doen (o.a.. door taal) -dingen benoemen die niet direct waarneembaar zijn -geen abstract denken -moeilijkheden om mentale voorstellingen ‘te bewerken’ Voorbeelden -3-bergen-proef -Conservatieproeven (centratie= geen aandacht voor proces)  Moeilijkheden met mentale acties -achterwaarts denken -compenserend denken -denken in termen van identiteit P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Seriëren -Ordenen van voorwerpen door plaatsen in dalende of stijgende volgorde (bv. seriëren op breedte, hoogte, gewicht, snelheid, van licht naar donker) -Aandacht schenken aan 1 bepaalde variabele -Noodzakelijk om later rangordegetallen te begrijpen (de eerste, de tweede, de laatste). -Logisch seriëren vanaf lagereschoolleeftijd Classificeren Corresponderen -Sorteren van voorwerpen in twee of meer categorieën -Enkelvoudig classificeren: bv. ‘Maak een groepje met witte blokjes en een groepje met blauwe blokjes.’ -Meervoudig classificeren: bv. ‘Maak één groepje met witte, grote blokjes en maak een restgroep’.  Dus op basis van meerdere eigenschappen in groepjes verdelen -Logisch classificeren: mentale flexibiliteit nodig (kleuters problemen met horizontale richting, verticaal lukt, ook combinatie horiz/vertic moeilijk). P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Corresponderen -Aantallen vergelijken door middel van het leggen van één-éénrelaties (rond 5 jaar) -Het kind zal kennis hebben van het correspondentieprincipe wanneer het weet: • dat tellen begint met 1 • dat alle voorwerpen één keer moeten worden geteld • dat het laatst genoemde getal de totale hoeveelheid aanduidt (=kardinaliteit). Rekenvoorwaarden -Naast de piagetiaanse voorwaarden (conserveren, classificeren, seriëren en corresponderen) ook telvaardigheden, het begrijpen van rekentaal en het hebben van maatbegrip kunnen tonen -Niet trainen, wel ervaringsgericht ondersteunen Rond 3de kleuterklas – 1ste leerjaar mag men verwachten: -begrip van hoeveelheid: veel, minder, meer, evenveel, groot, klein... -conservatie (bv van aantal, volume is moeilijker) -kleine hoeveelheden objecten kunnen vergelijken -rangordenen van groot naar klein of van veel naar weinig (seriëren) of ze indelen in groepjes (classificeren) -kunnen tellen tot 15 -synchroon kunnen tellen (de voorwerpen gelijktijdig tellen en aanwijzen) -resultatief kunnen tellen (tellen met als doel de hoeveelheid te bepalen) P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Wetenschappelijk denken Kennis van wetenschappelijke concepten?  van zodra kind exploreert (zie circulaire reacties)  niet bewust, wel verwachtingen P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Denken rond concrete voorstellingen -Lagereschoolkinderen: meer in staat tot flexibel hanteren van mentale voorstellingen. -Hypothetisch denken en abstract denken deels mogelijk (oudere kinderen) -Een vorm van abstract denken in het lager onderwijs is denken in verhoudingen (breuken, kommagetallen enz.)  ondersteunen met concreet materiaal Transitief redeneren Als A groter is dan B en B is groter dan C, dan is A groter dan C Ruimtelijk inzicht -Complex en langdurig proces -Aanvankelijk verbonden aan eigen lichaam -Lagere school: begrip horizontaal, begrip verticaal en referentiepunten begrijpen/gebruiken P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Representeren van aantallen en de getallenlijn Belangrijke vaardigheid in ontwikkeling van wiskundige vaardigheden In kleuterklas: eenvoudige getallenlijn ontwikkeld (mentaal) Kleine getallen: afstand wordt overschat en onderschat voor grote getallen  verbetert met ouder worden (verdwijnt niet geheel) = verschuiving van logaritmische voorstelling naar meer lineaire voorstelling van getallen. Dyscalculie: zwakke voorstelling van getallen op lijn  spelen getallenbord oplossing P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Wetenschappelijke begrippen representeren Misconcepties: bv voorstellen dat de aarde een bol is waarin mensen leven of dat ze zich voorstellen dat de aarde een platte schijf is. Sommige misconcepties blijven tot in de volwassenheid Vasthouden aan overtuiging: Confirmation Bias P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Cognitief conflict Leerkrachten hoeven kinderen niet noodzakelijk uit te leggen hoe alles in zijn werk gaat, maar moeten in hoofdzaak een klasgebeuren creëren waarbij er door ervaringsgericht werken een conflict kan ontstaan tussen enerzijds wat het kind ervaart en anderzijds de verwachtingen van het kind. Conceptuele ontwikkeling: fysische inhouden, concepten geboorte/dood/gezondheid  vaak van abstract naar concreet ! Attitudes: wetenschappelijk denken controversieel  geïntegreerde aanpak (bv via STEM) Aandacht voor drie domeinen: vaardigheden, inhouden en attitudes Ervaringsgericht werken (actie als basis) ICT inzetten - Technologie Zelfzekerheid opbouwen (als leerkracht) Groepswerk aanmoedigen Rekening houden met ontwikkeling kind/adolescent (niveau inschatten) P.Dejonckheere ©

Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Denken en representeren Formeel denken = Abstract denken (niet concreet waarneembaar of moeilijk voor te stellen)  zelfreflectie neemt toe Hypothetisch-deductief redeneren neemt toe (als-dan-redeneren) Meer inzicht in systematisch onderzoek Meer inzicht in begrippen recht/omgekeerd-evenredig Formeel denken ondersteund door verbetering geheugen, aandacht en sturing van het denken. Bv De formele denker kan twee proefjes opzetten. In een eerste proef (zie figuur laat me een voorwerp aan een lang touwtje slingeren. Men meet vervolgens hoeveel slingerbewegingen (op en neer) het ding kan maken in vijf seconden. Nadien verkort men het touwtje en doet men de proef opnieuw. Men merkt op dat de slinger met het kortste touwtje sneller gaat en dat dus de lengte van de slinger effectief een invloed heeft. *Hoe meer variabelen men tegelijkertijd kan combineren, hoe meer ontwikkeld het formeel denkproces is P.Dejonckheere ©