Examentraining Kunst Algemeen Havo Ontwerpen Examentraining Kunst Algemeen Havo
Wie, wat, waar? Wie: Mijn SPD, Christiaan Lefèvre, docent Kunst Algemeen. Wat: “Er wordt onvoldoende gescoord op het CE Kunst Algemeen.”. Waar: RSG Enkhuizen, Havo. > Onderzoeksvraag: Hoe zijn de leerlingen beter voor te bereiden op het CE Kunst Algemeen?
Wat is “onvoldoende scoren”? Checken Groepsrapportage van het CITO voor de klas van 2009 (zie hand-out) > ‘we’ scoren bovengemiddeld… Observeren tijdens huidige examentrainingen > uitspraken zonder argumentatie & verkeerde vraaginterpretatie… Vraag aan SPD: discrepantie SE vs. CE? > groot…
Hypothese Mogelijke factoren: Vraaginterpretatie Antwoordformulering Kennis Tijdslijn Leren Invloed docent Externe attributies
Vooronderzoek 1: interview Met 8 zittenblijvers (niet per se op KUA) Onderzoek naar aansluiting training op CE, hun voorbereiding en hun behendigheid met vraagtypen. Resultaten: De training is vooral gestoeld op reproductiegericht leren. Leerlingen menen moeite te hebben met toepassingsvragen.
Vooronderzoek 2: CE 2009 Analyse naar antwoorden op 9 vragen die 3 x 3 vraagtypen (kennis-, toepassings- en inzichtsvragen) behelzen. Resultaat 1: De ene leerling heeft moeite met toepassingsvragen, de andere met kennis en weer een ander met inzicht. Resultaat 2: Belangrijkste factoren waarop het ‘mis gaat’: vraaginterpretatie, antwoordformulering, dubbele antwoorden, deelvragen en misconcepties.
Nulmeting Ik ontwerp een SE: dezelfde 9 vragen uit het CE 2009, t.b.v. een goede vergelijking. Dezelfde setting als tijdens CE: computers, koptelefoons, woordenboek. Toegevoegd: enquête over vraaginterpretatie en antwoordformulering. Analyse naar de 8 zittenblijvers + 1 hoogst scorende en 1 laagst scorende leerling.
Resultaten Waar een leerling vorig jaar bekwaam was in kennisvragen, is hij dat nu in toepassingsvragen > geen pijl op te trekken. Vraaginterpretatie en antwoordformulering leveren de meeste problemen op. Antwoorden op enquête geven ook blijk van moeite met: vraaginterpretatie, antwoordformulering en geen besef van metacognitieve vaardigheden.
Interventie: ontwerpen Vraagtypen: kennis-, toepassings- en inzichtsvragen leren herkennen en weten hoe je dan moet antwoorden. Antwoordformulering: antwoorden in deelvragen zonder in hh te vallen, uitspraken voorzien van argumentatie, geen kromme formulering en bij toepassingsvragen: juiste analyse begrippen hanteren.
10 ontwerpregels O.a.: Directe instructie: verwerven van nieuwe vaardigheden. Corrigerende feedback: vermijden van misconcepties. Individuele aanspreekbaarheid Verder: samenwerkend leren, betekenisvol, metacognitief, stappenplan verbeteren, eindmeting.
Daarna in de klas… Analyseren en herkennen van foutieve antwoordformuleringen en vraaginterpretaties. Training in vraagtypen herkennen en weten hoe je deze vervolgens aanpakt. Training in antwoordformulering. Training in analyseren van bronnen d.m.v. begrippenschema’s. Training in een combinatie van bovenstaande.
Voorbeelden analyseren & herkennen “Het gaat nog steeds om het sterk toenemend aantal toneelproducties en voorstellingen, hier kunnen ze kritiek op leveren.” (Noem een mogelijk bezwaar dat mensen uit de theaterwereld gehad kunnen hebben tegen vormingstheater. > inzicht) “Het publiek te beïnvloeden, ervoor zorgen dat ze niet meer aangevallen zullen worden.” (Wat hoopten theatermakers als Brecht en Heijermans met hun theaterstukken te bereiken? > kennis)
Eindmeting Ik ontwerp een diagnostische toets bestaande uit 6 vragen (2 x 3 vraagtypen). Ik vraag de leerlingen de vragen in te schatten op type. Vragen zijn een selectie uit diverse CE’s van voorgaande jaren. Setting: gewoon lokaal: dus geen multimedia middelen.
Effect (ondanks negatieve externe attributies) Gemiddeld: 5,7. De meesten scoorden een 6 en er was zelfs een 9. Verkeerde antwoordformulering: gedaald van 40% naar 19%. Verkeerde vraaginterpretatie: gedaald van 41% naar 23%. Verkeerde analytische begrippen: 6%
Maar wat kan er (nog) beter? Kleine verbeterpunten in de formulering: ‘Nieuw’ is niet hetzelfde als ‘vernieuwend’. ‘De stroming staat echt voor iets.’ (Oef). Toch nog: dubbele antwoorden… Vraagtypen verkeerd ingeschat: Inzichtsvraag als toepassingsvraag ingeschat. Men gebruikt de bijgaande bron in het antwoord. Analyse: Juiste begrippen gehanteerd, maar nu nog gebrek aan kennis.