Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5 Mens en Maatschappij Cursus 1.2 Werken met een Atlas Klas 1 KGT Lesweek 5 Blz. 14 in het handboek.
1950 - Nu Vorige Les: Ik kan het verschil tussen ingezoomde en uitgezoomde kaarten uitleggen. Ik weet hoe ik een kaart moet lezen en kan de verschillende onderdelen van een kaart benoemen. Je maakt kennis met de Atlas en leert verschillende manieren om kaarten op te zoeken. Ik kan de voor- en nadelen van verschillen typen kaarten benoemen. Ik kan een eigen kaart tekenen en daarin alle onderdelen van een ingezoomde kaart verwerken. Ik weet wat het woord GPS betekent en ik kan uitleggen hoe dit werkt. Ik weet wat de begrippen: Schaal/Schaalstok, Titel, Windroos, Noordpijl, Global Positioning System en Legenda betekenen en kan de begrippen in eigen woorden uitleggen.
Blz. 40: Test Jezelf: Opg. 1 t/m 12 Wat ga ik vandaag leren? Maken: Opgaven: 1 t/m 12 Klaar? 13 Blz. 40: Test Jezelf: Opg. 1 t/m 12 Je kan de voor- en nadelen van verschillen typen kaarten benoemen. Ik weet hoe ik voor mijn toets moet leren en wat ik voor mijn toets moet leren. Ik kan landen, steden en themakaarten met de atlas opzoeken. Ik wat een overzichts- en themakaart is en kan het verschil hier tussen uitleggen. Ik ben bekend met enkele digitale hulpmiddelen waarmee ik kaarten op kan zoeken. Ik weet wat de begrippen: Overzichtskaart, themakaart, atlas, topografie, kaartvak en register betekenen en kan de begrippen in eigen woorden uitleggen.
Werken met een Atlas 1950 - Nu Als je op reis gaat is het handig om iets te weten over de plaatsen waar je langs komt. Alles wat er te leren is over de aarde en de wereld om je heen heet Aardrijkskunde. Dit is dus ook een onderdeel van het vak Mens en Maatschappij. Bij het vak Aardrijkskunde gebruik je een Atlas. Dit is een boek met heel veel informatie over de wereld. In dit boek vind je heel veel kaarten. Opdracht: Neem een minuut de tijd en bedenk drie dingen die je in een Atlas op kunt zoeken. In een Atlas vind je: landen, steden en rivieren. Maar ook kaarten met: wat voor soort grond je waar kunt vinden. Of hoeveel mensen er in welk land wonen.
Soorten kaarten 1950 - Nu In een Atlas vind je twee soorten kaarten: 1. Hoe een gebied eruit ziet en of er bijvoorbeeld veel bergen zijn, zie je op overzichtskaarten. In een Atlas vind je twee soorten kaarten: 2. Kaarten over een onderwerp of een thema, bijvoorbeeld temperatuur of neerslag noem je themakaarten.
1950 - Nu Topografie Leren waar landen en plaatsen liggen noemen we ook wel topografie. Dit heb je misschien al wel gehad op de basisschool! Ook bij Mens en Maatschappij ga je met topografie werken. Kijk bijvoorbeeld op bladzijde 36 en 37 in je handboek.
Bladwijzers in de atlas 1950 - Nu Bladwijzers in de atlas Wanneer je in de atlas een kaart op wilt zoeken kan je via de kaarten op de eerste twee pagina’s snel zien waar je moet zijn. Het nummer in de rechthoek geeft aan welk kaartnummer je moet hebben. Je kunt ook via het register, op de laatste bladzijden van de atlas, snel opzoeken waar welke plaats ligt.
1950 - Nu Kaartvakken Een kaart is opgedeeld in vakken. Op de kaart van Nederland hiernaast zie je bijvoorbeeld 12 vakken. Zo een vak noem je ook wel een kaartvak. Vraag: In welk vak ligt de plaats Leeuwarden?
1950 - Nu Register Je weet nu hoe je met een atlas landen op kunt zoeken. Om plaatsen te kunnen vinden, kun je in het register kijken. Deze lijst met namen vind je achterin de atlas. Achter de naam van de plaats of land staat vervolgens de kaart en het kaart vak dat je moet hebben. Bijv. 74(kaart 74), C4(vak C4). Vraag: Waar ligt Willemstad? Zoek de plaats op met de Atlas.
Samengevat 1950 - Nu Een atlas is dus heel erg handig. In de atlas vind je twee soorten kaarten: Overzichtskaarten: Hoe ziet het gebied eruit? Themakaarten: Kaarten over een onderwerp of thema Voorin vind je een overzicht van de thema en landen kaarten. In het register, achterin de atlas. Kun je landen en steden vinden.