Casussen genotmiddelen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Middelengebruik bij personen met een beperking
Advertisements

De Veilig in elke Vezel campagne is een initiatief van VERAS en VVTB ter bevordering van de veilige verwijdering van asbest in Nederland. Deze campagne.
Verslavingszorg Noord Nederland Marloes Klok
Huiswerktips.
De overstap naar het voorgezet onderwijs!
Het Puberbrein Marion Wijnja ´Oog voor Ouders´
Preventie, Voorlichting en Advies Saskia Noach
Best practice Doel: deskundigheidsbevordering collega’s
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Autismespectrumstoornis
Keuze van de VMBO leerling
Conflicten! Lastig of een kans op ontwikkeling?
KIJK! voor groep 1-2 Informatie voor ouders.
Kankerspoken Drs. C.M. Kleverlaan psycholoog, programmamaker, auteur
De doelstelling van deze workshop is niet om u iets nieuws te leren.
Uw kind roken, drinken, en blowen. U kunt er iets aan doen!
Wat is belangrijk om te leren?
Training Risicovol middelengebruik signaleren bij jongeren
LES 2 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
Over erkenning geven en Luisteren,Samenvatten,Doorvragen
Alcohol, roken en opvoeding
Alcohol, roken en opvoeding
Methodiek: Plancyclus
COACHEN; zelf aan het werk! HELICON MBO Den Bosch W43
Klokkenspel Overeenkomst piano Melodie uitzoeken en instuderen
Aandoeningen/ziektes Functies & anatomische eigenschappen Activiteiten en participatie Omgevingsfactoren Persoonlijke factoren InschikkelijkheidIk ben.
Terreur in de klas. Eerst een minuut stilte. Tips van Klasse: leerlingen-over-terreur-en-geweld/
MOTIVATIE. Dromen en Idealen Jongeren dromen en hebben idealen.
MODULE 3 GESPREKSTECHNIEKEN. INHOUD 1.Soorten open vragen en het belang er van 2.Tips bij het voeren van gesprekken 3.Regels van feedback 4.Valkuilen.
Uw kind in de 2 e klas Alcohol, roken en opvoeding 1.
LES 2 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
LES 3 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Ouderavond over pesten op de basisschool
Ouderavond over pesten in het voortgezet onderwijs
Genotmiddelen Visser ‘t Hooft Lyceum Rijnsburg
Observeren Les 3.
Training 3 Kennis van programma van de student en kunnen werken met de instrumenten (bv. werken met leerwerkplan, rubric, evaluatieformulier), Binnen verschillende.
Kracht en veerkracht van mantelzorgers
Hoe Talent herkennen? TALENT TALENT TALENT Waar je echt niet goed in bent? Je stelt activiteiten uit…. Over een grote hobbel…. Dialogen in.
Help, mijn kind gaat naar de brugklas
Het loopbaangesprek.
Is er een probleem? Landelijke cijfers en waar hebben we het over?
Met STAR(R) meer zicht op competentieontwikkeling
Hand-Out.
Werken met verslavingsproblematiek. Les 3
LOB zeven stappen naar succes
Alcohol Door: Kirsten de Wit 2VC.
Hoe brengen opdrachten de beroepscontext het klaslokaal in?
Gesprekstechnieken 12 mei 2017.
Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.
Studie vaardigheden Thema 8 : Ups & downs.
Studie vaardigheden Thema 2 : Plannen.
Schoolgroep Ouderbetrokkenheid.
Samenwerken en communicatie
Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)
Voel je wel in je vel !.
Best practice Doel: deskundigheidsbevordering collega’s
BOM-model PV 25/03/2014.
Gesprekstechnieken Les 5.
Behoefte herkenning bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen.
Jij als werkplekbegeleider!
Jij als werkplekbegeleider!
Kracht en veerkracht van mantelzorgers
Wat doe jij?.
Spreekbeurt: ‘Ik zorg voor mijn ’.
Training Observeren Kijken naar kinderen en leerkrachten
PESTEN Politie Charlois Reinier de Groen.
Transcript van de presentatie:

Casussen genotmiddelen Deur open of deur dicht

Functies van het spel Educatieve functie Vormende functie Recreatieve functie

Het signaleringsproces   Waarnemen 'Er valt mij iets op aan deze leerling' Herkennen 'Dit gedrag is niet 'normaal' voor deze leerling‘ Interpreteren 'Ik denk dat deze leerling een probleem heeft, misschien heeft het iets te maken met middelen of gokken? Of is het iets anders?' Toetsen 'Denken mijn collega's dat ook? En zien zij dit ook?' Het gesprek voeren 'Komt wat ik zie overeen met wat de leerling vindt?' Analyseren 'Wat is er precies aan de hand? Is er een probleem? En voor wie?'

verschillende fasen in middelengebruik : Experimentele fase Dit is de fase wanneer iemand net begint met alcohol en/of drugs. Veel jongeren proberen uit nieuwsgierigheid één of meerdere middelen uit. Sociale fase Het middel wordt gebruikt zonder dat het last veroorzaakt. Problematische fase Dit is de fase wanneer het gebruik een steeds grotere rol krijgt in het dagelijkse leven en het sociale problemen veroorzaakt. Er wordt niet alleen gebruikt voor het lekkere gevoel, maar bijvoorbeeld ook om spanningen en problemen te verdrijven. Problematisch gebruik wordt ook schadelijk gebruik genoemd. Verslavingsfase Het hele leven wordt vrijwel beheerst door het gebruik. Er is sprake van een emotionele en/of lichamelijke afhankelijkheid. Als het lichaam het middel niet krijgt, kunnen er ontwenningsverschijnselen ontstaan. Iemand voelt zich dan ziek of depressief.

Welke fase van gebruik? (1) ‘Ik was gewoon nieuwsgierig wat er zou gebeuren als ik een joint nam. Dus dat heb ik gewoon een keer gedaan.’

Welke fase van gebruik? (2) ‘Ik drink elke dag alcohol. Ik wil wel minderen, maar dat is best lastig. Door de alcohol vergeet ik even problemen. Ik ga vaak lekker stappen met vrienden. Door de weeks drink ik minder dan in het weekend. Ik wil wel m’n school afmaken.’

Welke fase van gebruik? (3) 'Alcohol is gewoon gezellig. Als ik met mijn vrienden uitga vind ik het leuk om een paar biertjes te drinken.'

Problematisch gebruik de hoeveelheid die gebruikt wordt de sociale gevolgen de reden van gebruik de persoon zelf de context waarin gebruikt wordt.  

Problematisch gebruik Sociale gevolgen Het gebruik van middelen kan negatieve sociale gevolgen hebben. Het kan onder meer leiden tot slechtere schoolprestaties, problemen op het werk, het niet nakomen van afspraken, conflicten met ouders. Gebruik kan ook leiden tot schulden en contacten met de politie.   De reden van gebruik Jongeren hebben verschillende redenen om alcohol of drugs te gebruiken. Als jongeren gebruiken om problemen of spanningen te vergeten of onder druk van vrienden, dan hebben ze meer kans dat het gebruik problematisch wordt.

De persoon zelf Of gebruik problematisch is, hangt ook af van de persoon. Heeft de persoon psychische of sociale problemen, dan is de kans op middelengebruik groter. Ook de leeftijd waarop iemand start met het gebruik speelt een rol. Hoe jonger iemand begint met gebruiken, hoe groter de kans op problematisch gebruik.   De context De plek waar gebruikt wordt, is ook belangrijk. Jongeren die vaak alleen thuis drinken of blowen, hebben meer kans om problematisch gebruik te ontwikkelen. Ook de frequentie van gebruik is van invloed. Gebruikt een jongere alleen in het weekend of ook op school? En alleen 's avonds of ook overdag?

Opdracht (1) Je werkt in groepjes van 4 Jullie krijgen aantal casussen Inventariseer signalen die kunnen wijzen op riskant genotmiddelengebruik van jongeren bij de volgende casussen.

Opdracht (2) Gebruik hierbij de volgende aandachtspunten gedrag van de jongere de hoeveelheid die een jongere drinkt (drug/middel) de kwetsbaarheid van de jongere voor het middel (set/persoon) de situatie waarin het gebruik plaatsvindt (setting/omgeving) fysieke signalen.

Het signaleringsproces waarnemen herkennen interpreteren toetsen gesprek voeren analyseren

De Do's! Open vragen Bekrachtigen Empathie Reflectief luisteren Bevorderen zelfvertrouwen Samenvatten Benadrukken eigen verantwoordelijkheid

De don'ts! afkeuren/veroordelen adviseren confronteren discussiëren de les lezen belachelijk maken dreigen/waarschuwen diagnosticeren

Attitudeverandering Wees een OEN Open, Eerlijk, Nieuwsgierig Gebruik LSD Luisteren, Samenvatten, Doorvragen en NIVEA Niet Invullen Voor Een Ander Laat OMA thuis Niet Oordelen, Moraliseren, Adviseren

oefening Op school valt op dat Raoul in korte tijd van een redelijk functionerende jongen is veranderd in een ongeïnteresseerde jongere. Zijn cijfers zijn flink achteruit gegaan en verschillende andere docenten hebben signalen gegeven dat het niet zo goed lijkt te gaan met hem. Op zijn agenda zijn plaatjes van weedplantjes geplakt en hij draagt vaak een zwart petje met een embleem van een weedplant erop. Laatst zag je nog net, toen hij z'n laptopscherm weg klikte in de klas, dat een foto van een stickie op zijn beeldscherm stond. Als mentor ga je een gesprek aan met Raoul omdat je wilt weten wat er aan de hand is. Je probeert dit signaleringsgesprek volgens de Do's te voeren. Raoul zit onderuitgezakt als het gesprekje begint, hand onder z'n kin, straalt uit 'ik heb hier niet zo'n zin in'. Als de mentor de 'juiste vragen stelt' en houding tentoonspreidt, ontdooit hij. Als de mentor juist een Don't gebruikt laat hij weerstand zien. De andere deelnemers noteren observaties. Wat gaat goed en wat niet in het gesprek? Waar ontstaat weerstand en waardoor (de Don't )? Waar gaat Raoul juist mee in het gesprek en lukt het de docent informatie te vergaren over wat er aan de hand is en inzicht te krijgen of Raoul motivatie heeft om te veranderen (de Do's)?