Gedurende de hele vesper blijven we zitten. Het is stil in de kerk.
Aansteken kaarsen
Openingsvers Johannes, hoofdstuk 13 vers 1 En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde.
Psalm 69: 1, 3 en 5 Red mij, o God, het water stijgt en stijgt, Vers 1 Red mij, o God, het water stijgt en stijgt, ik heb geen vaste grond onder de voeten. Zal ik dan in het niet verzinken moeten, in het moeras des doods, waar alles zwijgt? Ik heb geroepen tot mijn stem 't begaf. Voortdurend heb ik naar U uitgekeken. Het diepe water wordt mij tot een graf, mijn keel is hees, mijn ogen zijn bezweken.
Psalm 69: 1, 3 en 5 Het is om U dat ik word afgeweerd, Vers 3 Het is om U dat ik word afgeweerd, om U draag ik het brandmerk van de schande, verbroken zijn de broederlijke banden, de ijver voor uw huis heeft mij verteerd. De smaad van wie U smaadt kwam op mij neer en met de vinger word ik nagewezen. Mijn rouw en tranen keren tot mij weer. In aller oog moet ik verachting lezen.
Psalm 69: 1, 3 en 5 Verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, Vers 5 Verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, bang is het mij te moede, houd mij staande. Gij kent mijn smaad, mijn schande en mijn schaamte, spreek over hen die mij benauwen recht! Nergens is troost en nergens medelij! Gal is mijn spijs, azijn krijg ik te drinken. Kom nader, HEER, en maak mijn leven vrij dat mij het hart niet gans en al ontzinke.
Schriftlezing Jesaja 53: 9 t/m 12 9 Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in Zijn mond geweest is. 10 Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; ……
Schriftlezing Jesaja 53: 9 t/m 12 ….. het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn. 11 Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het zien, Hij zal verzadigd worden. Door de kennis van Hem zal de Rechtvaardige, Mijn Knecht, velen rechtvaardig maken want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. 12 Daarom zal Ik Hem veel toedelen en machtigen zal ……
Schriftlezing Jesaja 53: 9 t/m 12 …… Hij verdelen als buit, omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood, onder de overtreders is geteld, omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft.
Gezang 182: 1, 2 en 4 (LvdK) Jezus, leven van ons leven, Vers 1 Jezus, leven van ons leven, Jezus, dood van onze dood, Gij hebt U voor ons gegeven, Gij neemt op U angst en nood, Gij moet sterven aan uw lijden om ons leven te bevrijden. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Gezang 182: 1, 2 en 4 (LvdK) Gij die alles hebt gedragen Vers 2 Gij die alles hebt gedragen al de haat en al de hoon, die beschimpt wordt en geslagen, Gij rechtvaardig, Gij Gods Zoon, als de minste mens gebonden, aangeklaagd om onze zonde. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Gezang 182: 1, 2 en 4 (LvdK) Alle leed hebt Gij geleden, Vers 4 Alle leed hebt Gij geleden, Gij gedragen met geduld. Als een worm zijt Gij vertreden zonder schuld, om onze schuld, opdat wij door U verheven als verlosten zouden leven. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Evangelielezing Matteüs 27: 1 – 10 1 Toen het ochtend geworden was, kwamen al de overpriesters en de oudsten van het volk met betrekking tot Jezus gezamenlijk tot het besluit Hem te doden. 2 En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pontius Pilatus, de stadhouder. 3 Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en Bracht de ………
Evangelielezing Matteüs 27: 1 – 10 ……zilverstukken bij de over-priesters en de oudsten terug, 4 en zei: “Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden!” Maar zij zeiden: “Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien.” 5 En nadat hij de zilverstukken de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op.
Evangelielezing Matteüs 27: 1 – 10 6 De overpriesters pakten de zilverstukken en zeiden: “Het is niet geoorloofd die in de offerkist te leggen, omdat het bloedgeld is.” 7 En nadat zij beraadslaagd hadden, kochten zij daarvan de akker van de pottenbakker als begraafplaats voor de vreemdelingen. 8 Daarom wordt die akker tot op de dag van vandaag bloedakker genoemd.
Evangelielezing Matteüs 27: 1 – 10 9 Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia: “En zij hebben de dertig zilverstukken genomen, de waarde van de Geschatte, Die zij geschat hadden uit de Israëlieten, 10 en zij hebben die gegeven voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heere mij bevolen heeft.”
Gezang 181: 1, 2, 3 en 4 (Lvdk) Vers 1 Noem d' overtreding mij, die Gij begaan hebt, het kwaad, gekruiste Heer, dat Gij gedaan hebt, waaraan uw volk U schuldig heeft bevonden, noem mij uw zonden.
Gezang 181: 1, 2, 3 en 4 (Lvdk) Vers 2 Gij wordt gegeseld en gekroond met doornen, geminacht als de minste der verloor’nen, en als een booswicht, die zijn straf moet dragen, aan 't kruis geslagen.
Gezang 181: 1, 2, 3 en 4 (Lvdk) Vers 3 Zeg mij, waarom men U aldus gehoond heeft, U dus, mijn vorst, gescepterd en gekroond heeft! Om voor mijn schuld verzoening te verwerven, moest Gij dus sterven?
Gezang 181: 1, 2, 3 en 4 (LvdK) Vers 4 Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide de Herder zelf ter slachtbank zich liet leiden, de Heer zich voor de schulden zijner knechten aan 't kruis liet hechten.
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 11 Jezus stond voor de stadhouder en de stadhouder vroeg Hem: “U bent de Koning van de Joden?” Jezus zei tegen hem: “U zegt het.” 12 En toen Hij door de overpriesters en de oudsten beschuldigd werd, antwoordde Hij niets. 13 Toen zei Pilatus tegen Hem: “Hoort U niet hoeveel zij tegen U getuigen?”
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 Maar Hij antwoordde hem op geen enkel woord, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde. 15 Nu had de stadhouder de gewoonte, op het feest voor de menigte een gevangene los te laten, wie zij ook maar wilden. 16 Ze hadden toen een beruchte gevangene, die Barabbas heette. 17 Toen zij dan bijeenwaren, zei Pilatus ……
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 …….. tegen hen: “Wie wilt u dat ik voor u zal loslaten? Barabbas? Of Jezus, Die Christus genoemd wordt?” 18 want hij wist dat zij Hem uit afgunst overgeleverd hadden. 19 Toen hij op de rechterstoel zat, stuurde zijn vrouw hem een boodschap: “Laat je toch niet in met deze ……….
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 Rechtvaardige, want ik heb vandaag in een droom veel om Hem geleden.” 20 Maar de overpriesters en de oudsten haalden de menigte over dat zij om Barabbas zouden vragen en Jezus zouden ombrengen. 21 De stadhouder antwoordde hun en zei: “Wie van deze twee wilt u dat ik voor u zal loslaten?” Zij zeiden: “Barabbas.” 22 Pilatus zei …..
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 …zei tegen hen: “Wat zal ik dan doen met Jezus, Die Christus genoemd wordt?” Zij zeiden allen tegen hem: “Laat Hem gekruisigd worden!” 23 Maar de stadhouder zei: “Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan?” Maar zij riepen des te meer:
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 24 Toen Pilatus zag dat hij niets bereikte, maar dat er veeleer opschudding ontstond, nam hij water, waste zijn handen voor de ogen van de menigte en zei: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. U moet maar zien.” 25 En heel het volk antwoordde en zei: “Laat Zijn bloed maar komen over ons en over onze kinderen!” om gekruisigd te worden
Evangelielezing Mattheüs 27: 11 – 26 26 Toen liet hij Barabbas voor hen los, maar nadat hij Jezus gegeseld had, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 1 (allen) Jezus, om uw lijden groot, om uw leven en uw dood die volbrengen ’t recht van God, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 2 (vrouwen) Heer, om uw zachtmoedigheid, vorst die op een ezel rijdt en om Sions onwil schreit, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 3 (allen) Om de zalving door een vrouw, vreugdeolie, geur van rouw, teken van wat komen zou, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 4 (mannen) Om het brood, Heer, dat Gij breekt, om de beker die Gij reikt, om de woorden die Gij spreekt, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 5 (allen) Here, om uw bloedig zweet, als G’ alleen de wijnpers treedt, om de kelk vol bitter leed, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 6 (vrouwen) Om het zwijgen, het geduld, waarmee Gij de wet vervult, als men vrucht’loos zoekt naar schuld, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 7 (allen) Om het woord van god’lijk recht dat Gij tot uw rechters zegt, zelf hebt Gij uw geding beslecht, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 8 (mannen) Om de doornen van uw kroon, om de gees’ling en de hoon, roepen wij, o Mensenzoon, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 9 (allen) Om uw kruis, Heer, bidden wij, om de speerstoot in uw zij, ga aan onze schuld voorbij, Kyrie eleison.
Gezang 178 (LvdK) in wisselzang Vers 10 (allen) Heer, om uw vijf wonden rood, om uw onverdiende dood, smeken wij in onze nood, Kyrie eleison.
Evangelielezing Mattheüs: 27 – 32 27 Toen namen de soldaten van de stadhouder Jezus met zich mee in het gerechtsgebouw en verzamelden heel de legerafdeling om Hem heen. 28 En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode mantel om 29 vlochten een kroon van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor …..
Evangelielezing Mattheüs: 27 – 32 ….. voor hem neer en bespotten Hem met de woorden: “Gegroet, Koning van de Joden!” 30 Ook bespuwden zij Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op Zijn hoofd. 31 En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de mantel uit, trokken Hem Zijn kleren aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen. 32 Toen zij op weg gingen, troffen zij ……
Evangelielezing Mattheüs: 27 – 32 ….. een man uit Cyrene aan, van wie de naam Simon was; die dwongen zij om Zijn kruis te dragen.
Weerklank 147: 1, 2 en 3 Vers 1 Is dat, is dat mijn Koning, dat aller vaad'ren wens, is dat, is dat zijn kroning? Zie, zie, aanschouw de mens! Moet Hij dat spotkleed dragen, dat riet, die doornenkroon, lijdt Hij die spot, die slagen, Hij, God, uw eigen Zoon?
Weerklank 147: 1, 2 en 3 Vers 2 Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon; ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan; ik deed door mijne zonden, Hem al die jamm'ren aan.
Weerklank 147: 1, 2 en 3 Vers 3 O Jezus, man van smarten, Gij aller vaad'ren wens, herinner aller harten 't aandoenlijk: "Zie den mens!" Laat mij toch nooit vergeten die kroon, dat kleed, dat riet! Dit trooste mijn geweten: 't is al voor mij geschied!
Gedicht (Ina van der Welle-Boersma) Zie Hem staan, gegeseld en geslagen voor ons gedragen smaad en hoon. Zie Hem staan de Koningszoon, op zijn hoofd een doornenkroon. Zie Hem staan in purperkleed gedragen ging Hij de lijdensweg zonder klagen.
Gedicht (Ina van der Welle-Boersma) Zie Hem staan geen schuld bevonden veroordeeld tot de dood door onze zonden. Zie … dé Mens de kruisweg gaan door God vervloekt breekt Hij ruim baan. een schone lei nu ben ik vrij door Christus bloed; het is weer goed.
Stilte
Muzikaal moment
Avondgebed, stil gebed en Onze Vader
Gezang 192: 1, 2, 5 en 6 De aarde zelf is veel te klein Vers 6 De aarde zelf is veel te klein voor wie U waarlijk loven wil. Uw liefde is een groot geheim, zij vraagt geheel mijn hart en ziel.
Gezang 192: 1, 2, 5 en 6 Bewaar mij dat ik roemen zou Vers 2 Bewaar mij dat ik roemen zou dan in mijns Heren Christi dood. Al wat ik anders noemen zou is niets bij dit mysterie groot.
Gezang 192: 1, 2, 5 en 6 En door zijn dood en door zijn bloed Vers 5 En door zijn dood en door zijn bloed is nu de wereld dood voor mij. Ik ben gestorven, maar voor goed van heel de dode wereld vrij.
Gezang 192: 1, 2, 5 en 6 En door zijn dood en door zijn bloed Vers 5 En door zijn dood en door zijn bloed is nu de wereld dood voor mij. Ik ben gestorven, maar voor goed van heel de dode wereld vrij.
Zegen uit Psalm 115 De HEERE heeft aan ons gedacht: Hij zal zegenen; Hij zal het huis van Israël zegenen; Hij zal het huis van Aäron zegenen; Hij zal zegenen wie de HEERE vrezen, de kleinen met de groten. Amen
We verlaten in stilte de kerk.