Kennis- en Onderwijscentrum Bodem en Ondergrond Leergang Oriëntatie Bodem en Ondergrond
Oriëntatie Bodem en Ondergrond Overzicht modulen: 1. Intro: integrale (duurzame) gebiedsontwikkeling 2.1 Bodem en ondergrond 2.2 Watermanagement 3.1 Draagfunctie 3.2 Ondergronds bouwen 4.1 Archeologie 4.2 Landschap en bewoning (geologie en geomorfologie) 5.1 Leefomgevingvraagstukken 5.2 Integrale gebiedsontwikkeling
Integrale gebiedsontwikkeling Module 5.2 Integrale gebiedsontwikkeling Tot het begin van deze eeuw kwam bouwen in Nederland vooral neer op het in goede banen leiden van de economische groei en bevolkingsuitbreiding. Het besef dat je daarbij rekening moet houden met de kwetsbaarheden van het watersysteem en de ondergrond is pas vanaf eind vorige, begin deze eeuw aan het doordringen. Incidentele gebeurtenissen als hevige regenbuien die leiden tot wateroverlast dragen bij aan het inzicht dat er nieuwe factoren zijn om rekening mee te houden. Een droge zomer, verschuiven van dijken, verzakking van gebouwen of wegen, rivieren die buiten hun oevers treden. Al deze gebeurtenissen geven verdere voeding aan dat besef. Hetzelfde geldt voor de toegenomen kennis en inzichten over de mogelijke gevolgen van klimaatverandering. De manier waarop stedelijke ontwikkeling traditioneel is opgezet draagt er bovendien toe bij dat de risico’s die deze incidenten met zich mee brengen groter worden. Verdere verstedelijking is vooral opgetreden in gebieden die door een diepe ligging, een slappe bodem of nabijheid van water simpelweg minder geschikt zijn. Dit geldt vooral in laag Nederland. Ruimtedruk en het streven naar economische groei leiden tot de keuze voor bouwen in hoge dichtheden en verstening en verharding van de openbare ruimte. Noch bij de locatiekeuzen noch bij stedelijke (herinrichting van binnen- en buitendijkse) gebieden wordt voldoende rekening gehouden met de risico’s van een overstroming of veranderende klimaat omstandigheden. Maar de opgave voor verstedelijking is niet los te zien van de opgaven die gelden voor het watersysteem, de ondergrond en klimaatverandering. De uitdaging is deze opgaven in samenhang aan te pakken. Integrale (duurzame gebiedsontwikkeling) Wil afwenteling voorkomen; Afwenteling in de tijd, naar de plaats naar compartiment tegengaan Wil werelden verbinden De wereld van de beleggers, vastgoedontwikkelaars, stedenbouwkundigen, planologen (markt en overheden gemeenten en provincie) en de wereld van de waterbeheerders, hydrologen, civiel technici milieukundigen, archeologen, bodemkundigen vaak sector georiënteerde functionerende publieke partners Inzicht krijgen in elkaars belangen verantwoordelijkheden en mogelijkheden Vandaar deze Leergang: Bodem en Ondergrond 3
Wie gericht om zich heen kijkt! Ziet een zekere ruimtelijke ordening Ontstaan door keuzes uit het verleden - Ziet een zekere ruimtelijke ordening. Een ruimtelijke ordening die in Nederland anders is dan in bijvoorbeeld België en snel herkenbaar is als je de grens passeert. Kenmerkend voor Nederland is dat alle ruimte bestemd is en dat er overheidsregels zijn opgesteld om dat in goede banen te leiden. De huidige ruimtelijke ordening is ontstaan door keuzes uit het verleden. Die keuzes zijn niet los zijn te zien van een gegeven fysieke situatie en sociaal maatschappelijke context passend bij een bepaald tijdsbeeld. Vaak gaan die keuzes verder terug in de tijd dan je denkt. Steden zijn vaak ontstaan langs hoofdroutes van water en of landwegen. Bochtige wegen zijn vaak een overblijfsel van zandafzettingen van oude beken. Feitelijk is de huidige ruimtelijke inrichting de uitkomst van een optelsom van keuzes ten aanzien van de ruimtelijke inrichting uit het verleden. De samenleving verandert als gevolg van allerlei trends (globalisering, individualisering) en ontwikkelingen technisch, demografisch waardoor de wensen ten aanzien van de ruimtelijke inrichting bij tijd en wijle ook veranderen. Denk aan de opkomst van de industrialisatie waardoor mensen naar steden trokken en de komst van ICT waardoor allerlei maatschappelijke processen veranderen. Veranderingen die ook de fysieke inrichting van onze samenleving raken. Dat maakt ruimtelijke ordening spannend. Wat vroeger bijvoorbeeld goed was (naoorlogse wijken als oplossing voor woningnood) voldoet na verloop van tijd niet meer (toegenomen welvaart, andere woonwensen maken dat deze wijken in verval raken). Dit kan leiden tot een dusdanige ruimtelijke mis-match in vraag en aanbod van functies en bijbehorende bebouwing waardoor aanpassingen en in sommige gevallen zelfs een transformatie van stedelijke gebieden nodig is. Bijvoorbeeld een verouderd bedrijventerrein transformeren naar een moderne woonwijk om de toekomst van het gebied en de meerwaarde van dit gebied voor een stad voorlopig weer veilig te stellen. Ruimtelijke ordening is in dat licht bezien een proces dat continue doorgaat maar door de huidige maatschappelijke ontwikkelingen steeds sneller lijkt te gaan.
Vanuit diverse sectoren komen ruimteclaims De ruimtelijke inrichting van ons land is voor ons van groot belang. De ruimte is beperkt, maar de behoefte is groot. Wonen, werken, voorzieningen, verkeer, waterhuishouding, landbouw, natuur en recreatie: allemaal functies die ruimte nodig hebben. Deze functies kunnen elkaar versterken, maar ze kunnen in een bepaalde ruimte ook in conflict komen. Waar een industrieterrein komt kan geen natuurgebeid gehandhaafd blijven, nieuwe wegen doen de verkeersintensiteit afnemen maar de mobiliteit toenemen etc. Soms is het conflict zo groot dat we spreken van een maatschappelijk probleem. Dat kan een reden zijn voor een overheid om hier invloed op uit te willen oefenen. Zeker omdat de ruimte binnen een bepaald tijdsbestek maar een keer kan worden bestemd. Daarna zit de samenleving er vaak voor generaties aan vast. Sommige ruimtelijke ingrepen zijn zelfs voor altijd onomkeerbaar, bijvoorbeeld als een uniek historisch gebouw wordt afgebroken. Het belang van een goede ruimtelijke inrichting is zo groot dat de overheid in Nederland veel invloed heeft op het ruimtelijk beleid. Hieraan liggen in principe twee gedachten ten grondslag. In een democratisch rechtsbestel wordt de overheid, vooral de gekozen bestuursorganen, representatief geacht voor de bevolking. Ze kan dan namens de individuele belanghebbenden alternatieven overwegen en keuzes maken. Dat is eerlijker dan het recht van de sterkste. In het kader van het algemeen belang kan de overheid beperkingen opleggen aan individuele rechten en aanspraken. Bijvoorbeeld onteigenen van een woning teneinde er een andere functie op te kunnen vestigen.
Die kun je ruimtelijk vertalen in (sectorale) kaartbeelden De taal die ruimtelijke ordenaars snappen evenals stedenbouwkundigen. Tekenen en rekenen zijn belangrijke hulpmiddelen in ruimtelijke afwegingsvraagstukken. Mooi dat we in veengebieden wegen kunnen aanleggen en woonwijken maar wat kost het meer in vergelijking met het aanleggen op zandgrond?
Ruimtelijke Ordening is goede keuzes maken met oog op de toekomst! Waar wil jij jouw huis bouwen? = Water = Rails = Woning = Veen = Zand = Bouwvlak Legenda = historie Als individu kan je ook invloed uitoefenen op de ruimtelijke ordening Waar zou jij jouw huis willen bouwen, bedrijf willen starten? Waarom daar? Wat is er nodig om het te kunnen realiseren? Hoe pak je het aan? Hoe zorg je dat het huis, kantoor, weg, tunnel niet wegzakt nadat het gebouwd is. Hoe voorkom je dat door veranderende neerslag patronen (droogte afgewisseld met natte perioden) en intensievere buien schadelijke effecten van wateroverlast en droogte voor aanwezige functies voorkomen worden. Hoe kunnen we warmte en koude uit de ondergrond gebruiken om bovengronds gebouwen te verwarmen of koelen? Hoe voorkom je dat deze WK systemen elkaar in de weg zitten of schadelijk zijn voor andere bodemfuncties? Hoe beschermen we eventuele archeologische informatie in de grond als we ergens willen gaan bouwen? In situ (Malta) Of benutten we graafwerkzaamheden om archeologische kennis te verzamelen. En….. hoe kunnen we die kennis delen met maatschappij en of teruglaten komen in verhalen en of bovengrondse functies (ontwerpen)? Hoe voorkom je bij toenemend neerslagoverschot en toenemende neerslagintensiteit dat er wateroverlast ontstaat
Ruimte is in Nederland een schaars goed! Bovengronds en… ondergronds! Er moeten keuzes worden gemaakt De Nederlandse overheid voelt zich verantwoordelijk Doel is ruimtelijke kwaliteiten behouden of verbeteren Om dit proces in goede banen te leiden zijn regels ingesteld “Grond en ruimte behoren zoals gezegd in ons land tot de meest schaarse zaken. Het maken van maatschappelijk ruimtelijk verantwoorde keuzes om de grond en ruimte goed te benutten en conflicten te voorkomen is nodig. In Nederland vinden wij dat we dit keuzeproces niet alleen aan marktpartijen over kunnen laten. De overheid de verantwoordelijkheid gekregen om regulerend op te treden als het om gebruik en bebouwing van die schaarse ruimte gaat. Het doel hierbij is om de ruimtelijke kwaliteit te behouden of waar mogelijk te verbeteren. Een inhoudelijke uitdaging. Om een goede afweging van belangen mogelijk te maken beschikt de overheid over bevoegdheden, instrumenten, procedures en rechtsbeschermingsvoorzieningen. Die zijn voor het eerst vastgelegd in de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 1965. Deze wet vindt haar oorsprong in de woningwet uit 1901. Als gevolg van de industrialisatie ontstonden in Nederlandse steden onwenselijke situaties t.a.v. de woonsituatie van de snel groeiende bevolking. Door een combinatie van opkomend normbesef t.a.v. de erbarmelijke woonomstandigheden van arbeiders en welbegrepen eigen belang is de woningwet ingesteld. Door minimum eisen te stellen aan de woningen wat betreft licht, ruimte en ventilatie en eisen te stellen aan de te gebruiken bouwmaterialen en grootschalige bouwplannen is de basis gelegd voor het kunnen interveniëren van de overheid in een belangrijke ruimtevragende functie het wonen.
De lagenbenadering verbindt bodem en ondergrond met ROP 5e nota Ruimte SVIR Lagenbenadering nader toegelicht vanuit ruimtelijke ordening en planologie Met de in de vijfde nota Ruimtelijke Ordening geïntroduceerde ‘lagenbenadering’ wordt de invloed van bodem- en ondergrondgegevens steeds meer erkend als relevant aspect in de ruimtelijke planvorming. Deze nota is vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, mrt 2012). De SVIR richt zich in belangrijke mate op punten van nationaal belang. Waarbij infrastructuur en energievoorziening belangrijke thema’s zijn. De SVIR benoemt 13 nationale belangen waarop het Rijk zich de komende jaren met name zal richten. Efficiënt gebruik van de ondergrond wordt daarin als 4e nationaal belang genoemd. Ook ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen wordt expliciet benoemd in de structuurvisie. De lagenbenadering positioneert de ondergrond met het bodemsysteem, water, natuur en landschap, als onderlegger voor de ruimtelijke ordening. De “onderste laag” draagt de overige inrichtingslagen “netwerklaag en occupatielaag” en bepaalt hierdoor mede de mogelijkheden voor de ruimtelijke inrichting. Een belangrijk aspect van duurzaam beheer van de ondergrond is het afstemmen van grondgebruik op gesteldheid van de ondergrond. Het afstemmen van bovengronds grondgebruik op de gesteldheid van de ondergrond (bodem inclusief grondwater en oppervlaktewater) maakt het mogelijk dat de bodemkwaliteit behouden blijft of zich in een gunstige richting kan ontwikkelen, met behoud en of verbetering van landschappelijke identiteit en ruimtelijke kwaliteit. Door de kennis en karakteristieken van de bodem en ondergrond in relatie tot de ruimtelijke ordening in de praktijk van de ruimtelijke planvorming dichter bij elkaar te brengen kunnen beter verantwoorde, ruimtelijke keuzes worden gemaakt. En…. risico’s voorkomen! 9
Ruimtelijke ordening Het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde via fysieke maatregelen en regelgeving Ruimtelijke ordening Een voorbeeld van een fysiek maatregel is het aanleggen van een weg of afbreken van een gebouw. Een voorbeeld van regelgeving is een bestemmingsplan, waarin richtlijnen ten aanzien van mogelijke bestemmingen van de grond zijn geformuleerd. Zo mag je in een woonwijk bijvoorbeeld geen maakindustrie vestigen of op een bedrijventerrein niet wonen. Dit om de aanwezige functies tegenover verstorende elementen te behouden en mensen en bedrijven een stuk rechtszekerheid te geven.
Ruimtelijke planning Systematische voorbereiding van beleidsvormende en uitvoerende handelingen. Gericht op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde, en op de organisatie van deze interventies. Ruimtelijke planning De basis hiervoor is reeds terug te vinden in Nederlandse middeleeuwse steden. De eerste regelingen en overheidsinterventies hadden in hoofdzaak betrekking op aspecten als brandveiligheid (houten bebouwing), welstand van hoofdstraten en militaire verdedigingswerken. In de zestiende en zeventiende eeuw was speculatie een belangrijke reden voor stadsuitleg. Vermogende burgers kochten nabij de stad gelegen gronden in de hoop op aanzienlijke waardevermeerdering bij stadsuitbreiding. De door de industriele revolutie veroorzaakte trek van het platteland naar de stad leidde in de negentiende eeuw tot schrijnende toestanden in de steden. De explosieve groei van steden ging veelal gepaard met erbarmelijke woonomstandigheden. De volkshuisvesting is om die reden in die tijd een belangrijk terrein van overheidszorg geworden. De strijd tegen het water is ook een goede drijfveer geweest voor de ruimtelijke planning evenals de aanleg van grote infrastructurele werken (bruggen, spoorwegen).
Facet- en sectorbeleid (inhoudelijke afstemming regelen en afwegen!) Spin in web onderwijs natuur energievoorziening defensie Verkeer & vervoer landbouw bodem Het maken van goede inhoudelijke keuze ten aanzien van de ruimtelijke inrichting is niet eenvoudig Bij facetbeleid staat de aandacht van één bepaald aspect van een complex van overheidsactiviteiten centraal. Dat betekend dat vanuit dit facet gekeken wordt hoe de afstemming met andere sectoren t.a.v. dit facet geregeld kan worden. In bovenstaand figuur staan drie vormen van facetbeleid genoemd. Economisch, sociaal, cultureel en ruimtelijk beleid. In Nederland wordt het ruimtelijk beleid aangeduid als facetbeleid en facetplanning. We spreken vaak van sectorwetten en sectorplanning als men kijkt naar een tak van overheidsactiviteit die meestal samenvalt met de taakstelling van een departement of dienst. Vanuit deze sectoren worden ontwikkelingen in gang gezet die betrekking hebben op meerdere aspecten. Zo heeft defensie even als landbouw raakvlak met het economisch beleid, het sociaal-cultureel beleid en het ruimtelijk beleid. Die sectoren en facetten komen op een bepaald ruimtelijk schaalniveau bij elkaar. Vaak is er daarbij op voorhand geen dominantie van een bepaald facet of sector. Afstemming is nodig om tot verantwoorde keuzes te komen. Vaak is dit lastig want het is zelden mogelijk het iedereen naar de zin te maken.
Facetbeleid op hoofdlijnen RO water milieu natuur bodem Rijk Provincie Gemeente Locaal In bovenstaand overzicht zie je hoe de Ruimtelijke Ordening nauw verbonden is met andere beleidsvelden die ieder voor zich ook als facetbeleid kunnen worden gezien. Water is een belangrijke sturende factor voor de ruimtelijke inrichting van Nederland en wordt op drie niveaus met het ruimtelijk beleid nader afgestemd. Milieu is ook een beleidssector met vele aspecten, dat in overeenstemming moet worden gebracht met de ruimtelijke ordening. Gedacht kan worden aan milieuzones rond industrieterreinen en geluidszones rond snelwegen waardoor nieuwe woningen niet dichtbij deze activiteiten mogen worden gebouwd. Natuur is de basis voor alle leven en de Ecologische Hoofdstructuur is een mooi voorbeeld van een ruimtelijke vertaling van natuurbeleid naar een ruimtelijke component. Vanuit Rijksbeleid vindt de vertaling plaats naar provincies en gemeenten. Bodem is nu een “vernieuwd” aandachtspunt. Door het belang van de bodem is het eigenlijk niet meer dan logisch dat dit facet vaker expliciet wordt meegenomen bij het maken van voor de maatschappij goede beslissingen.
Ruimtelijk Ordenaar als spin in web Staat voor de uitdaging! Ruimtelijke ordening gaat niet alleen over inhoud. Het gaat ook om proces. Binnen het vakgebied van de ruimtelijke ordening komen veel vakgebieden bij elkaar die op de een of andere manier met elkaar in verbinding staan. Dit vraagt tot zekere hoogte om kennis van die vakgebieden. Maar net zo belangrijk is het in goede banen kunnen leiden van de processen die nodig zijn om tot goede ruimtelijke keuzes te komen. Hiervoor zijn via de wet op de ruimtelijke ordening spelregels vastgelegd. Daarnaast gelden er ook veel informele netwerkregels die partijen helpen op een goede manier met elkaar te communiceren en om te gaan. Als ruimtelijke ordenaar krijg je te maken met inhoud en proces en dien je afhankelijk van het schaalniveau, de betrokken partijen en beleidsvelden keuzes te maken die de ruimtelijke inrichting van het plangebied beïnvloeden. Mensen die de ruimte proberen in te richten voor hun belangen kom je op diverse schaalniveaus bij verschillende beleidssectoren tegen. Binnen de opleiding ruimtelijke ordening en planologie worden mensen opgeleid om het afwegen van ruimtelijke belangen in goede banen te leiden. Omdat ze leren met verschillende belangen om te gaan zien ze zichzelf als generalist, die als een spin in het web probeert het ruimtelijke ordeningsproces in een, voor de maatschappij, goede richting te sturen. Bovengrondse en Ondergrondse belangen beter op elkaar af te stemmen. Zie module 2.1
Ruimtelijke kwaliteit als verbindend concept! “Ruimtelijke kwaliteit is datgene wat ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is” Dus de ondergrond is hierbij ook van belang. Door onjuiste omgang met verontreiniging vervuild grondwater en komt drinkwaterwinning via grondwater in gevaar! Door waterpeilverlaging, klinkt veen versneld in waardoor de bodem daalt en komt CO2 vrij .
Ruimtelijke kwaliteit Gebruikswaarde, Belevingswaarde Toekomstwaarde Hier ligt een belangrijke relatie met bodem en ondergrond. Gebruikswaarde: Landbouw kan functioneren bij een goed functionerende bodem en ondergrond. Drinkwaterwinning kan alleen doorgaan als het water niet wordt vervuild. Grondwaterbeschermingsgebied. Belevingswaarde: Mogelijk kunnen archeologische vondsten mede bepalend zijn voor de inrichting en identiteit van een gebied Natuurlijke biotopen (Cultuurhistorische landschappen) diversiteit voegt iets toe aan leefkwaliteit voor mens en dier Toekomstwaarde: Ook generaties na ons gelegenheid geven gebruik te maken van bovenstaande kwaliteiten.
Bodemthema’s en ruimtelijke kwaliteit 1. Leverancier van grondstoffen 2. Productiefactor voor landbouw en natuurfuncties 3. Draag kwaliteit o.a. infrastructuur 4. Archief: Archeologie, aardkundig Bodemthema’s hebben raakvlak met de in module 3b weergegeven ondergrondse kwaliteiten. Draag kwaliteit, Productiekwaliteit Regulatiekwaliteit Informatiekwaliteit Deze kan je afzonderlijk beschrijven maar niet scheiden. Toegevoegd is dat de ondergrond de ruimtelijke kwaliteit (functiewaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde) mede beïnvloedt.
ROBO “Uitgaan van 3 Dimensies” RO, horizontale afweging x as y as Relatie Bodem & Ondergrond? + Diepte z as Relatie Ruimtelijke Ordening en Bodem en Ondergrond krijgt nu vernieuwd aandacht! Horizontaal en vertikaal waarbij hoogte bovengronds al een rol speelde. Denk aan maximale hoogtes met oog op gevellijnen en gezichtslijnen. Daar komt nu expliciet de ondergrond bij met de verschillende lagen die daarin te onderscheiden zijn. Toenemend belang Bodem & Ondergrond als RO Planningsfactor (geen gelopen koers) Planologen dachten/denken bij de ondergrond overwegend aan: - landschap, cultuurhistorie, (civieltechnische) geschiktheid voor bepaalde vormen van grondgebruik hydrologische kenmerken van een gebied. Bodemkundigen hebben ook de onzichtbare aspecten in beeld: chemische, biologische, natuurlijke geschiktheid geschiedenis van het gebied Samenhang tussen bodem & ondergrond en ruimtelijke ordening maakt samenwerking tussen de betrokken partijen nodig!
Fasering van het proces van geïntegreerde gebiedsontwikkeling Voorverkenning Verkenning Planstudie Realisatie Beheer en onderhoud Planvorming- fase } Herhaling van module 1 Indien gewenst kan via Dia’s 49 tot 53 hier nog een keer nader naar worden gekeken.
Welke informatie is nodig! Gericht op de bodemsector Vaststellen visie en ambities voor de bodem in generieke zin Gevolgd door een gebiedsspecifiek uitwerking Daarna is overdracht nodig naar de ruimtelijke ordenaars! Eenvoudig Globaal Geïntegreerd met andere beleidsvelden Rechtstreeks bruikbaar in het planproces Informatievoorziening - Om de visie en ambities voor de bodem in een gebied vast te kunnen stellen is vanzelfsprekend informatie nodig. - In de eerste plaats is deze informatie gericht op de bodemsector om uitwerking te kunnen geven aan de bodemagenda in generieke zin en de gebiedsspecifieke doorvertaling ervan. - Daarna volgt nog de overdracht naar de ruimtelijke ordenaars. Die informatie ziet er heel anders uit. Deze informatie is namelijk bij voorkeur (of zelfs noodzakelijk) eenvoudig, globaal,geïntegreerd met andere beleidsvelden en rechtsreeks bruikbaar in het planproces. Dat laatste betekent, naast een beperkte hoeveelheid don’ts en een ruime hoeveelheid do’s, met name ook dat de informatievoorziening is toegespitst op de fasering in een planproces: grofmazig in het begin (verkenningsfase), verfijningen naar het einde toe (inrichtingskeuzes). Die overdracht vraagt om andere informatie. Dat laatste betekent, naast een beperkte hoeveelheid don’ts en een ruime hoeveelheid do’s, met name ook dat de informatievoorziening is toegespitst op de fasering in een planproces: grofschalig in het begin (verkenningsfase), verfijningen naar het einde toe (inrichtingskeuzes).
Belangen Bodem & Ondergrond voor RO op 3 niveaus (niet uitputtend!) Rijk 5e nota ruimtelijke ordening (lagen) Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte - Efficiënt gebruik ondergrond (4e van 13) Hoofdnetwerk vervoer gevaarlijke stoffen via buisleidingen. Provincie Bodemagenda, informatie, procesmanagement Bescherming, Benutting, Beleving, waterwingebieden, ruimte voor water Gemeente Archeologie, (buis)leidingen, grondwater, grondstoffen, opslag, bodemenergie, bodemvervuiling, ecologie In bovenstaand schema staan per niveau enkele belangen genoemd die belangrijk genoeg zijn om beleid voor te formuleren. Veel van deze belangen zijn in voorgaande presentaties al aan bod gekomen.
Rol RO bij afstemming bovengrond en ondergrond Wat is nou precies bodem en ondergrond? Van wie is de bodem en ondergrond? Wie heeft overzicht van al die mogelijke functies, belangen en tegenstellingen? Hoe krijgen we overzicht met oog op het kunnen maken van verantwoorde keuzes? Wie mogen die maken? Wet op de ruimtelijke ordening Is een van de wetten die betrekking heeft op het omgevingsrecht. De diverse wetten die hier betrekking op hebben worden gestroomlijnd in de Wabo. Wet algemen bepalingen omgevingsrecht. Om afstemming tussen bovengrondse en ondergrondse belangen mogelijk te maken: Wat is nou precies bodem en ondergrond? Diverse definities maar bij KOBO gebruiken ze: Ondergrond is het deel van de aarde dat zich onder de bodem bevindt. En de bodem is de leeflaag waar de voedsel (re)productie van afhankelijk is Van wie is de bodem en ondergrond? Die behoort aan de eigenaar bovengronds. Tenzij mijnwetgeving. Denk aan Akzo zout en Gaswinning. Wie heeft het overzicht? Op dit moment is dit niet helemaal helder. Het bewustzijn neemt toe dat dit eigenlijk niet kan en dat we dat beter moeten gaan regelen. Hoe krijgen we overzicht om verantwoorde keuzes te maken? (Voorbeeld provincie Drenthe dia 30 t/m 35) Logisch nadenken, informatie verzamelen en zaken op een rij zetten door met diverse betrokkenen in overleg te gaan. Wie mogen die maken? Afhankelijk van het schaalniveau en het belang van de invloed van ingrepen op de bodem en ondergrond zal dit over verschillende instanties verdeeld worden. Als bij de andere vormen van facetbeleid.
Wet op de ruimtelijke ordening Beleid Uitvoering Structuurvisie Rijk Rijksbestemmingsplan Inpassingsplan = +/- bestemmingsplan Structuurvisie Provincie Inpassingsplan =+/- bestemmingsplan Structuurvisie Gemeente Bestemmingsplan - Gedetailleerd - Globaal Wet op de ruimtelijke ordening De ruimtelijke ordening wordt in Nederland formeel geregeld via de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro 2008) en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2010). Er wordt onderscheid gemaakt tussen beleid en de uitvoering van dat beleid. Structuurvisies zijn de aangewezen instrumenten om het ruimtelijk beleid vast te leggen. Elk overheidsniveau is verplicht om voor haar gehele grondgebied een verplichte structuurvisie op te stellen die zich richt op een goede ruimtelijke ordening. Deze structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijke beleid. De structuurvisie is alleen bindend voor de opsteller en in die zin een strategisch beleidsdocument. Extra, naast de verplichte structuurvisie kan ook een niet verplichte thematische structuurvisie worden opgesteld. Deze heeft betrekking op aspecten van het ruimtelijk beleid, zoals natuur, water, wonen of detailhandel. Voor het uitvoeren van beleid zijn het bestemmingsplan, het inpassingsplan en de gemeentelijke beheersverordening juridisch bindende instrumenten. Het bestemmingsplan is voor iedereen rechtstreeks bindend. Dit betekent dat burgers en overheden niet in strijd met een bestemmingsplan mogen handelen en dat bouwplanning in overeenstemmen met een bestemmingsplan moeten zijn. Het bestemmingsplan en het inpassingsplan zijn gericht op ontwikkelen. Het bestemmingsplan bestaat uit bestemmingen en regels die in een digitaal systeem zijn samengebracht volgens de daarvoor geldende standaarden. Het bestemmingspan gaat vergezeld van een toelichting. Het bestemmingsplan geeft met een bestemming voor ieder stuk grond binnen het plangebied aan waarvoor het mag worden gebruikt via bestemmingen als wonen, verkeer, groen. Nadere detaillering wordt vastgelegd in planregels. Verder bevat een bestemmingsplan regels voor het bouwen. Zo wordt bijvoorbeeld aangegeven wat er gebouwd mag worden en welke afmetingen maximaal toelaatbaar is. Bestemmingsplannen dienen aan de eis van een ‘goede ruimtelijke ordening’ te voldoen. Dat betekent dat bij het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen met de omgeving rekening moet worden gehouden. ‘Goede ruimtelijke ordening’ vereist dat alle belangen aan bod komen en dat er met betrekking tot deze belangen een inhoudelijke afweging plaatsvindt. Deze afweging moet vervolgens resulteren in duidelijke keuzen met betrekking tot de bestemmingen en planregels.
Voorbeelden van ontwikkelingen waar Nederland mee te maken heeft of gaat krijgen en waar we als maatschappij goede keuzes moeten maken! Dia’s 24 tot 29 geven voorbeelden die spelen op rijksniveau! Water gerelateerd 24 t/m 26 Energie gerelateerd 27 t/m 29 Als docent kan je daar een voorbeeld uit kiezen. Dia’s 30 tot 32 gaan in op een voorbeeld van keuzes uit het verleden op provinciaal, regionaal niveau t.a.v. gebruik ondergrond die hebben geresulteerd in karakteristieke cultuurlandschappen. Dia’s 33 tot en met 38 geven aan hoe de provincie Drenthe probeert haar bodemvisie vorm te geven. Dia’s 39 tot 40 gaan in op lokale situatie en rol van het bestemmingsplan. Dia’s 41 tot 45 geven enkele voorbeelden van hoe dat er op lokaal niveau kan uitzien.
Nederland zonder dijken! Bescherming tegen het water Water vormt een bedreiging voor ons land! (1 m. stijging!) Nederland zonder dijken! 9 miljoen NL inwoners leven in de kustzone Als gevolg van klimaatverandering wordt een zeespiegelstijging van 1 meter voorzien. Zonder dijken zou dan de helft van Nederland onder water komen te staan. Mensen moeten dan verhuizen, landbouwgrond moet worden opgegeven en er gaan enorme verliezen op vastgoed plaatsvinden. Het is dus logisch dat het rijksbeleid ingaat op het beschermen van de kust en achterliggende gebieden tegen het water. Los van de stijging van de zeewaterspiegel heeft Nederland ook nog te maken met bodemdaling. Inklinking van veen en klei is een natuurlijk proces dat bij veen door ontwatering wordt versneld. Ook vindt er als gevolg van gaswinning bodemdaling plaats. Soms geleidelijk en ook regelmatig met schokken. Onlangs was er in Slochteren een forse aardschok. Deze heeft veel schade berokkend aan gebouwen en infrastructuur. Je kan dus niet alles ongestraft doen. Door kanalisering en stuwen in rivieren die niet meer vrij uitwaaieren wordt er veel minder sediment meegevoerd en afgezet.
Risicobeheersing als oplossings-richting! De meeste kustzone verdedigingsplannen komen uit de jaren zestig en zijn verouderd Tussen 24-56% van de dijken voldeed rond 2006 niet meer aan de norm Om ons te beschermen tegen de gevaren van overstromingen en het onderlopen van hele gebieden hebben wij in Nederland een systeem ontworpen dat is gebaseerd op risicobeheersing. In gebieden met veel mensen en vastgoed worden hogere eisen aan een waterkering gesteld dan in gebieden met minder inwoners en vastgoed. In de Randstad geldt dat het acceptabel is dat 1 keer in de 10.000 jaar een dijkdoorbraak kan plaatsvinden. Andere gebieden kennen lagere eisen maar die zijn ook nog steeds fors. Rond 2006 bleek uit onderzoek dat tussen 24 en 56% van de dijken niet aan de norm voldeed. Dit vraagt om nieuwe investeringen en nadenken over hoe we met andere klimaateisen omgaan. Extra achtergrond informatie Ter bescherming tegen het water is door de eerste bewoners gebruik gemaakt terpen en later dijken. Voor het aanleggen en onderhouden van dijken is een goede samenwerking nodig met betrokken partijen. Hier ligt de basis van onze democratische samenleving. Om de voeten droog te houden was het noodzakelijk om onderling de zaken goed te regelen. Waren er eerst heel veel kleine waterschappen. Momenteel worden ze groter en groter en vaak gekoppeld aan een stroomgebied. Waterskip Friesland is een mooi voorbeeld van een waterschap dat de gehele provincie beslaat. Programma Ruimte voor de Rivier
Risico beheersing is geen garantie! Belangrijk om te realiseren is dat risicobeheersing geen garantie is voor het voorkomen van overlast en of ongelukken! Hoe kan je voor Nederland goede afwegingen maken? Welke richting wil je op als maatschappij Discussie in de groep aan de hand van een stelling bijvoorbeeld: In het kader van duurzaam bouwen moet het promoten van ondergronds bouwen in regio’s beneden zeeniveau worden getypeerd als polderkolder! (A.G.Bus 2001). Overstroming Den Bosch 1995 ANP Koen Suyk Overstroming Den Bosch 2005 A2 Beeldbank rws
Gas als bron van tijdelijke welvaart? Nederland is een rijk land. Een factor die de schatkist van Nederland jaarlijks een hoop geld bezorgt: het gasveld in Slochteren. Op 22 juli 1959, werd er gas aangeboord in Groningen. Het zat bijna 2700 meter diep onder de akker van boer Boon (3000 miljard m3 gas). Winst Het aardgas bleek een ware melkkoe te zijn voor Nederland. Al snel werd het overal in Nederland gebruikt om op te koken of ruimtes te verwarmen. Het voordeel van gas is dat het relatief schoon is. Er komt weinig roet of as vrij bij de verbranding ervan. Prettige bijkomstigheid was dat het gas (door koppeling aan olieprijs) goed aan het buitenland kon worden verkocht. Uitverkoop als strategie. Achteraf wellicht niet zo handig want wat doen we nu met onze lege velden? Gas wordt door leidingen vervoerd. Het aardgas zit opgeslagen in poreuze gesteenten. Als het eruit wordt gehaald, blijft het gesteente achter. Bij overmatige gaswinning kunnen er bodemverzakkingen en/of aardbevingen plaats vinden. Dat gebeurt dus ook. Niet oneindig Slochteren is geen onuitputtelijke bron. Toch denkt de NAM, het Nederlandse bedrijf dat het gas exploiteert, dat het gasveld nog 15 jaar mee kan. Maar omdat er steeds minder druk op het gas komt te staan, kan het steeds moeilijker gewonnen worden. Daarom is in de jaren '90 begonnen met de renovatie van de gaswinstations. Nu wordt het gas als het ware opgezogen. Waddenzee Ook in de Waddenzee zitten gasvelden. Hiertegen is veel maatschappelijke weerstand van milieuverenigingen. Zij vrezen voor bodemdaling in waddenzee en waren bang dat de rust in de Waddenzee verstoord zou worden en waren bang voor calamiteiten. Koolstofdioxide Op dit moment wordt er gesproken om koolstofdioxide in de lege gasvelden te pompen. Zo wordt geprobeerd om de hoeveelheid koolstofdioxide die normaal in de lucht komt, op een ander manier kwijt te raken. Bewoners van gebieden met lege gasvelden staan hier erg sceptisch tegenover, omdat nog niet bekend is wat de gevolgen voor het landschap en de gezondheid van de mensen zijn. Wat te doen aan verzakkingen, aardschokken? Wat doen we met lege gasvelden? - Inzetten voor europees distributiesysteem - Opslag van Co2?
C02 opslag Barendrecht Wie is eigenaar van het lege gasveld? Wie gaan er voor betalen? Over welke bedragen gaat het? Wat kan er mis gaan? Wat als het mis gaat? Houdt het ontwikkelingen tegen die wenselijker zijn? Hoe weeg je die belangen af? CO2-opslag Ondergronds opslaan van koolstofdioxide (CO2) voorkomt dat dit gas in de lucht komt en bijdraagt aan het broeikaseffect. Om CO2 op te slaan is het nodig het gas af te vangen en te vervoeren naar de opslaglocatie. Dit wordt Carbon Capture and Storage (CCS) genoemd. De overheid heeft plannen om in Noord-Nederland een opslag te realiseren. [1] CCS is de techniek waarmee fossiele brandstoffen (bijna) klimaatneutraal kunnen worden toegepast. Door het broeikasgas CO2 dat uit de verbranding van deze koolwaterstoffen ontstaat af te vangen en op te slaan komt die CO2 niet in de atmosfeer terecht. Toepassing van CCS bij energieopwekking wordt ook wel 'schoon fossiel' genoemd. Er komen bij toepassing van CCS wel afvalgassen vrij die niet worden opgevangen. CCS is een verzamelnaam van veel verschillende opties voor het afvangen, het transporteren en het ondergronds opslaan van CO2. CCS kan ook worden toegepast in de industrie, bijvoorbeeld bij cement-, kunstmest- of staalproductie, waarbij ook CO2 vrijkomt. Onderdelen van CCS worden wel al gebruikt, maar complete CCS-ketens worden nog niet op grote schaal toegepast. Toepassing op enige schaal wordt op zijn vroegst verwacht na 2015. [3] Project Barendrecht Het CO2-opslagproject in Barendrecht gaat niet door. Het verlenen van vergunningen is stilgelegd. Dat heeft minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op 4 november 2010 bekend gemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. De vertraging van het CO2-opslagproject met ruim 3 jaar en het volledige gebrek aan lokaal draagvlak zijn genoemd als de voornaamste redenen om te stoppen. Wel vindt de minister de opgedane ervaringen buitengewoon waardevol voor de verdere ontwikkeling van CO2-opslag in Nederland. [2]
Opslag van CO2 eenvoudig weergegeven! Hoe simpel kan het lijken! Hoe zat het ook al weer met de ondergrond in Nederland? Die was toch alles behalve voorspelbaar? Wel of geen goed idee?
Groningen gebruikt het veen uit Ommerlanden voor eigen ambities Groningen en het omringend veen Na het einde van de Spaanse overheersing van Groningen in 1594 kwam een kwart van de kloostergronden, en daarmee een groot deel van het hoogveengebied, in hadden van de stad. Vanuit de groeiende stad Groningen ontstond steeds meer behoefte aan goedkope brandstof en het afgraven van de veengebieden werd een hele lucratieve bezigheid. Men begon met het graven van kanalen om het gebied af te wateren. Het aanleggen van een infrastructuur van kanalen en wegen kostte handenvol geld. De stad Groningen nam steeds meer veengebieden van ondernemers over, die op pachtbasis verder mochten werken. Een vierde deel van de turfopbrengst was voor de stad. De afgegraven grond bleef in het bezit van Groningen en ook alle kanalen, wijken en bruggen waren stadsbezit. Bovendien werd alle turf via de stad geëxporteerd. Voor de stad Groningen was de turfwinning dus een hele winstgevende aangelegenheid en zo breidde de stad haar invloed steeds verder uit. De turfwinning bood werkgelegenheid voor duizenden arbeidskrachten die vanuit het hele land naar de veengebieden trokken. Voor veel mensen bood het een kans op een beter bestaan. In dit gebied ontstonden zo allerlei veenkoloniën. In 1637 werd een contract getekend met de ‘Kijlcompagnie’, een groep van tien mensen die dit gebied gingen ontginnen. En met succes. In navolging hiervan vestigden zich honderden werkzoekenden in dit gebied rond het Kieldiep en groeide de nederzetting bij de bocht (‘de kiel’) van het kanaal uit tot het huidige dorpje Kiel-Windeweer.
De ontvening Emmer Compascum! Als voorbeeld van Aardige beelden van hoe het er vroeger aan toe ging. Met veel mensen zware arbeid verrichten voor een gering inkomen. Je kon er van leven maar de armoede was groot. Het resultaat is vandaag nog steeds zichtbaar op plattegronden. Emmer Compascum is een mooi voorbeeld van een dorp waarbij de verkaveling van de vervening nog goed zichtbaar is. Emmer Compascum! Als voorbeeld van Historisch Energie Landschap
Waterrijk Weeribben Wieden Waterrijk Weerribben als een prachtig voorbeeld van een andere invulling van het vroegere energielandschap (veen)! Maar zijn deze cultuurlandschappen ook toekomstbestendig? Hoe willen we hier in de toekomst mee omgaan? Denk aan kosten voor beheer behoud rietlandschap. Deels neergelegd bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten die dit weer doen in samenwerking met locale rietboeren. Boeren pachten en onderhouden het rietland en krijgen daar een “vergoeding” voor. Welke rol spelen bodem en ondergrond in relatie tot andere aspecten en factoren? Door natuurlijke verlanding, verdroging en verarming is het wenselijk eens in de tijd de bovenste laag er af te halen. Hetgeen een kostbare zaak is. Veel oudere pachters stoppen en door de lage verdiensten stappen weinig jongeren in de rietcultuur.
Informatievoorziening Communicatie en proces Visie Informatievoorziening Communicatie en proces Uit bovenstaande voorbeelden wordt duidelijk dat een visie op de bodem en ondergrond wenselijk is. De provincie Drenthe wordt even als voorbeeld genomen om aan te geven hoe je tot een visie kan komen. Drenthe geeft in haar visie aan, welke doelen ze voor ogen hebben en hoe zij hun rol zien. Ze gaan uit van duurzaam bodembeheer in 2050 en waar ze willen staan in 20120. In algemene zin zijn drie stappen van belang: - Visie, Informatievoorziening Het organiseren van communicatie en proces.
Onderstaand schema als hulpmiddel voor het zoeken naar het juiste beheer! De provincie Drenthe geeft in haar visie op duurzaam bodembeheer aan: Welke ontwikkelingen in bodemgebruik worden verwacht en welke keuzes daaruit voor de provincie volgen vanuit de verantwoordelijkheid die ze daarin wil nemen. Overigens is het niet alleen haar verantwoordelijkheid ook andere partijen hebben die verantwoordelijkheid. Gebruik van de bodem veranderd als gevolg van invloed van maatschappelijke ontwikkelingen De waarde van de bodem is maatschappelijk bepaald. De potentie is waardevrij maar hoe je die waardeert niet. Gebruik maken van de bodem heeft gevolgen. Het winnen van grondstoffen is vaak eenmalig en onomkeerbaar. Op basis van bekende effecten maken we keuzes voor functies, doelen en maatregelen. Beheer is balanceren met bodemwaarde en bodemgebruik met oog voor (on)gewenste effecten. Bovenstaand schema is een hulpmiddel voor het zoeken naar het juiste beheer!
Doelen provincie Drenthe 2020 Bodemgezondheid Bodemarchief Bodemvoorraad Bodemkennis (informatievoorziening!) Bodemgezondheid: Bodemsanering Bodemontwikkeling Bodemkwaliteitsbeheer Kringlooplandbouw Veenbodem Biodiversiteit Bodemarchief: Aardkundige waarden Geopark Aardkundige monumenten Archeologie Bodemvoorraad: Warmte en Koude opslag Geothermie Zoutkoepels Ontgrondingen Grondwater Bodemkennis: Bodematlas (gis) Monitoring Website Bodeminformatie
Van bodemagenda naar bodemvisie Integrale agenda die generieke provinciale bodem ambities weergeeft Samenhang concretiseren met RO Om aan te sluiten op ruimtelijke planvorming Basis voor gebied specifieke keuzes en prioriteiten vertalen naar gebiedsambities Bodemvisie Een bodemagenda geeft een integrale visie van de bodemsector weer die invulling geeft aan de generieke, provinciale ambities met betrekking tot de ondergrond en de verschillende aspecten ervan (bescherming, benutten, beleving): wat willen we met de bodem. 2 Definieert de samenhang met de ruimtelijke ordening: a Welke functies hebben de bodem nodig (en onder welke condities)? b Welke functies beïnvloeden de bodem (en op welke manier)? c Welke (generieke) positieve en negatieve correlaties bestaan er tussen bodem en ruimtelijke functies (bijvoorbeeld: natuurfunctie kan bijdragen aan het behoud van schone bodems, biologische landbouw kan bijdragen aan terugdringing van uitspoeling, etc.) En vormt daarmee een basis om voor betrokken partijen te komen tot onderbouwde gebiedsspecifieke keuzes en prioriteiten Maak in een gebied tijdens een planvormingsproces de algemene doelstellingen uit de bodemagenda in een vroeg stadium gebiedsspecifiek. De zogenoemde gebiedsambities. In het ene gebied zal hetzelfde aspect uiteindelijk anders kunnen worden gewaardeerd dan in een ander gebied, omdat dat afhankelijk is van omgevingskenmerken. De bodemagenda geeft een basis voor de invulling van deze keuzes en prioriteiten en vertaalt deze naar een visie en ambities. Prioritering is hierbij belangrijk! Vanwege de andere aanwezige vaak dominante omgevingskenmerken is het belangrijk als bodemkundige aan te sluiten bij die situatie waar bodemkennis echt toegevoegde waarde biedt. In situaties waar andere belangen veel groter zijn, zullen technische oplossingen moeten worden aangedragen om negatieve gevolgen op te vangen.
Visie op hoofdlijnen RO functies Aspecten ondergrond Wonen - + - Beschermen Benutten Beleven Wonen - + - Werken Recreatie Infrastructuur Landbouw Natuur Delfstoffen & drinkwater Voorbeelden geven en studenten laten bedenken (interactief) hoe de RO functies de onderscheiden aspecten van de ondergrond kunnen beïnvloeden. In de dia staan +/_ e.d. Het gaat er om, de plussen en minnen te kunnen verklaren. Bijvoorbeeld: Benutten + Door woningen te bouwen in een natuurgebied wordt de ondergrond als leefgebied benut en stijgt de waarde van de grond. Beleven - De beleving van die natuur kan voor anderen hierdoor afnemen (verlies open ruimte). Beschermen - Eventuele archeologische waarden gaan door de ingreep mogelijk verloren als gevolg van een veranderende waterhuishouding, afgraven grond met oog op constructiebouw voor de woningen. Doel: Helder beeld op hoofdlijnen t.a.v. Relaties in generieke zin tussen RO en ondergrond m.b.t. Vaststellen ambities en doelstellingen
Communicatie en Procesmanagement Formuleren beleidsdoelstellingen Pro- actieve houding naar planners Structureel netwerken Communicatie en procesmanagement (optioneel ) - Formuleren beleidsdoelstellingen De realisatie van de beleidsdoelstellingen en ambities ten aanzien van de ondergrond wordt primair gerealiseerd door de bodemsector zelf, bij voorkeur in samenwerking en geïntegreerd met andere sectoren. - Pro actieve houding van bodemdeskundigen naar planners en andere betrokkenen Een pro-actieve houding naar de ruimtelijke planvormers en het stimuleren van samenwerking vanaf het begin is essentieel. Bestuurders en managers zullen de deuren moeten openen en interacties moeten stimuleren. - Structureel netwerken Incidentele contactmomenten zijn onvoldoende om de beleidsambities te waarborgen.
Waar wil jij jouw huis bouwen? Lokaal: Kijken vanuit Ruimtelijke Ordening met aandacht voor ondergrond! Waar wil jij jouw huis bouwen? = Water = Rails = Woning = Veen = Zand = Bouwvlak Legenda = historie Locaal op niveau structuurplan en bestemmingsplan; Zelfde plaatje als hiervoor maar nu ook vooral kijkend naar ondergrondse relaties. Hoe zorg je dat het huis (kantoor, weg, tunnel) niet wegzakt nadat het gebouwd is. Hoeveel geld heb je daarvoor over? Hoe voorkom je dat door veranderende neerslag patronen (droogte afgewisseld met natte perioden) en intensievere buien schadelijke effecten van wateroverlast en droogte voor aanwezige lokale functies voorkomen worden. Welke alternatieven zijn er voor handen en wat zijn daar de voor en nadelen van? Hoe kunnen we warmte en koude uit de ondergrond gebruiken om bovengronds gebouwen te verwarmen of koelen? Hoe voorkom je dat deze WK systemen elkaar in de weg zitten of schadelijk zijn voor andere bodemfuncties? Hoe beschermen we eventuele archeologische informatie in de grond als we ergens willen gaan bouwen? In situ (Malta) Of benutten we graafwerkzaamheden om archeologische kennis te verzamelen. En….. hoe kunnen we die kennis delen met maatschappij en of teruglaten komen in verhalen en of bovengrondse functies (ontwerpen)? Hoe pas je dat ruimtelijk in?
Ondergronds bestemmen via bestemmingplan? a Indien ondergrondse functies een relatie hebben met bovengrond dan is er sprake van “ruimtelijke relevantie” b Als er sprake is van belangentegenstellingen is het wenselijk om wat te regelen! c Er geen sectorale regelgeving is die hier al in voorziet A Drie lagenbenadering maakt dit concept duidelijk. Provinciaal overzicht nog meer. B Belangentegenstellingen liggen ten grondslag aan bovengronds afstemmen dat zou hier ook moeten. Duidelijk is Lekkerkerk. Giftige bodem met functie wonen. Dat gaat niet samen. Belangentegenstellingen kan ook ondergronds, ondergronds zijn. Denk aan warmtekracht koppeling versus grondwateronttrekking waardoor stromingen wijzigen en daarmee de situatie voor warmtekrachtkoppeling. C Drinkwaterbeschermingsgebied maakt duidelijk dat er niet of onder strikte voorwaarden gebouwd kan worden. Dat hoeft dan niet in bestemmingsplan tenzij ontoereikend. Dit zijn zaken die nader uitgezocht dienen te worden.
Voorbeelden stad Enschede is groot geworden dankzij de industrialisatie. De basis is hiervoor was de nijverheid langs de vele bekenstelsels die er waren en die zorgden voor grondstof water en energie (molens). In de loop der tijd zijn deze verdwenen, deels ondergronds via riolering en opdroging door onttrekking van grondwater voor industriële activiteiten. Het contrast tussen beide kaartjes is groot. Links de situatie zoals de bekenstelsels vroeger door het landschap liepen. Rechts de situatie zoals die nu is.
herstel van de Roombeek Oldenzaalsestraat Deurningerstraat Enschede Hengelo U.T. herstel van de Roombeek Nadat een bedrijf stopte met grondwaterwinning voor productieproces ontstond er wateroverlast in kruipruimtes. Door de vuurwerkramp in Roombeek kwam de kans om een deel van het oude bekenstelsel te herstellen. De insteek was om de ruimtelijke kwaliteit te versterken. Het water wordt weer nu op een natuurlijke manier bovengronds afgevoerd en het binnenstad klimaat profiteert van het aanwezige oppervlakte water. Een mooi voorbeeld van hoe cultuurhistorie (herstel beek) in een modern jasje is ingepast en het probleem van grondwateroverlast wordt verminderd. Een prima voorbeeld van hoe je water en groen (lage dynamiek) in de stad kan koppelen aan functies met een hoge dynamiek als bijvoorbeeld wonen. De basis voor die zienswijze is in 1996 door Sybrand Tjallingi opgeschreven in het boek met de titel “Ecological conditions”.
Archeologie en ruimtelijke kwaliteit Leidsche Rijn Toelichting: rode stippellijn is grens wettelijk beschermd archeologisch monument Vechten Op de Dia een voorbeeld van een in situ bewaard Castellum. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat geen van de vindplaatsen direct aan het oppervlak waarneembaar zijn. Ze zijn na de Romeinse afgedekt door een kleipakket van circa 60 cm of meer. De vindplaatsen worden pas kenbaar via opgravingen. Te onderscheiden zijn de vindplaatsen die direct zijn gerelateerd aan de Limes: de wachttorens, castella en de weginfrastructuur. Bij opgravingen blijken de castella veel bodemsporen op te leveren voornamelijk opgevulde greppels en restanten van funderingen van muurwerk, woningen/barakken en beschoeiingen. De castella zijn vermoedelijk enkele malen herbouwd en of uitgebreid. De laatste fase was een steenfase. met name hiervan zijn funderingsresten bewaard van de ommuring, en het hoofdgebouw, het principium. Buiten het castellum lag een stenen badhuis. Overige gebouwen konden in hout zijn opgetrokken. Veelal zijn daarvan funderingen als grondverkleuringen zichtbaar bij opgravingen.
Archeologie en ruimtelijke kwaliteit Hoge Woerd Leidsche Rijn Hoe als gemeente omgaan met archeologische waarden in de bodem. Toelichting op dia: gemodelleerde ruimtelijke structuur van het castellum bij de Hoge Woerd in Leidsche Rijn. Dit model is ook te beschouwen als ideaaltypische structuur voor de andere castella bij Woerden en Vechten. Zo’n 3000 jaar geleden woonden er op de huidige locatie van de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn in Utrecht al mensen. Een aantal eeuwen later namen de Romeinen het stokje over. In de bodem zijn restanten van een Castellum, Romeinse wegen, een badhuis, wachttorens, schepen en vele andere voorwerpen afkomstig vanuit de Romeinse tijd. Veel is opgegraven en geregistreerd en daarmee feitelijk vernietigd. Sommige gebieden zijn echter zo uniek dat ze in situ zijn bewaard. Gemodelleerde ruimtelijke structuur van het castellum. Ideaaltypische structuur!
Archeologie en ruimtelijke kwaliteit Leidsche Rijn Een andere oplossing dan het in situ bewaren is om de blootgelegde en of opgegraven vondsten als onderdeel van de openbare inrichting terug te laten komen en daarmee de identiteit van een plek te versterken. Hierboven een mooi voorbeeld van een Romeinse weg (Limes-weg) die is aangetroffen in Leidsche Rijn en is opgenomen in het straatbeeld. Toelichting: In de wand van de put zijn enkele donkere banden zichtbaar: dit zijn enkele fases in de opbouw van de weg. Op de bodem van de put zijn restanten zichtbaar van twee parallelle rijen paalwerk, die de beschoeiing van de weg vormden. De Romeinse weg had een breedte van ca. 3,5 meter op een grondlichaam van enkele decimeters. In Leidsche Rijn was de weg aan weerszijden voor zien van houten kistwerk en verhard met een grindlaag. De weg was aan beide zijden voorzien van kleine greppels. Máxima park is de nieuwe naam van het Leidsche Rijn Park; het grootste en nieuwste stadspark van Utrecht. De rustgevend én levendig. U kunt er in hartenlust sporten, spelen, wandelen, fietsen, luieren, picknicken en bootje varen. De ontmoetingsplaats van voor iedereen uit deze omgeving! Verken het park met de fiets of skates. Of loop er gewoon heen, want u bent al in 10 minuten aan de entree van het park. Op de plaats van rijksmonument De Hoge Woerd heeft in de Romeinse tijd een echt castellum gestaan. Recreëren in Maxima Park Kennis vergaren voor verhaal
Een gebiedsgerichte benadering! Gebouw Complex Maken vanuit hun perceptie op een goede gebiedsontwikkeling Aan het ruimtelijke schaalniveau verbonden verantwoordelijke actoren Straat Buurt Wijk Stad Gemeente Regio Provincie Nationaal keuzes t.a.v. Inhoud & Proces ruimte, milieu, sociaal, economisch, bodem & ondergrond Betrokkenen, belangen, organisatie, overleg, afspraken Maatschappelijke Inrichting! Naar een gebiedsgerichte benadering Een initiatiefnemer bepaalt het thema (WAT) en het schaalniveau waarop ruimtelijke veranderingen in gang wordt gezet. Dat kan zijn op basis van gebouwniveau door een bouwaanvraag van een inwoner Het verkennen van het realiseren van een nieuw bedrijventerrein vanuit een projectontwikkelaar met grond Het willen realiseren van onderdelen van de Ecologische hoofdstructuur op initiatief van de provinciale overheid Het thema en schaalniveau van waaruit de initiatiefnemer het ruimtelijk veranderingsproces in gang zet bepaald in belangrijke mate welke aanpalende thema’s in beeld komen en (WIE) er bij betrokken moeten worden om de beoogde verandering te kunnen realiseren. Schakelen tussen schaalniveaus is hierbij vaak nodig om zaken verticaal af te kunnen stemmen. Het thema water is op nationaal niveau een heel ander vraagstuk dan op gebouwniveau maar die twee raken elkaar wel. Waar en hoe ziet dat eruit. Wat zijn hiervan de consequenties? Binnen het geven schaalniveau zullen er t.a.v. diverse inhoudelijke zaken keuzes moeten worden gemaakt. Welke inhoudelijke aspecten vinden de betrokken partijen naast de wettelijk vastgestelde interessant om mee te nemen in de afstemming. Tot voor kort kreeg bodem en ondergrond sporadisch aandacht. Door gewijzigde regelgeving is hiervoor nu structureel aandacht. Dat versterkt de positie voor bodem en ondergrond gerelateerde belangen in de afweging t.o.v. andere al bekende belangen en kan mogelijk de visie op onze toekomstige maatschappij in een bepaalde richting wijzigen. De te maken keuzes worden mede beïnvloed door de perceptie van betrokkenen op een goede gebiedsontwikkeling. Als we weten wat we willen, kunnen we “gericht” werken aan het realiseren van die ambities. (STRATEGIE) Interessant is dan de vraag wie zijn daarvoor nodig, wie helpt ons daarbij. Bovenstaand model kan aan de hand van een aantal tussenstappen (dia’s 58 tot 62 worden uitgelegd) Duurzame ontwikkeling, 3 P’s, duurzame inrichtingsprincipes, Dilemma’s, Schaalniveaus
Gebiedsgerichte opdracht Enkele kaders Kaartmateriaal Bodemkundige gegevens En een vanuit de maatschappij gestelde vraag naar een bepaalde functie!
Stel jezelf de juiste vragen Wat zijn gebiedsspecifieke ambities t.a.v. bodem en ruimtelijke kwaliteit? Welke kennis is wanneer nodig? Hoe organiseer je communicatie en procesmanagement? Denk langs de lijn van vijf fasen!
Fasering proces gebiedsgerichte benadering Zie uitwerking eerdere modulen.
Voorverkenning Maatschappelijke opgave Moeten (urgenties) Kunnen (kansen en dilemma’s) Willen (commitment van bestuur) Condities (volksvertegenwoordigers) 6 – 12 maanden Startverklaring Deze fase van de voorverkenning brengt de maatschappelijke opgaven in een gebied in beeld, inclusief de kansen voor oplossingen (zowel de fysieke als de menselijke wil). Reeds in deze fase, is het in beschouwing nemen van de karakteristieken van de bodem en de ondergrond van groot belang. Dit is ( en wordt ) nog steeds over het hoofd gezien! Het eerder betrekken van de ook meer technische disciplines in deze fase is zeer wenselijk en nodig! Is er een maatschappelijke opgave te formuleren dan kan de verkenning beginnen. 51
Verkenning Wie? Wat bespreken? Strategie? Betrekken Publiek-Privaat Politiek Haalbaar (beleid, effecten, acceptatie) Betaalbaar (kosten incidenteel en structureel) Duurzaam (ruimte eco. econ. soc cultureel) Voorkeursstrategie (volksvertegenwoordigers) 12 - 24 maanden Intentieovereenkomst
Plan(studie) fase Hoe komen tot gezamenlijk uitvoering en beheer. Procedures (wet- en regelgeving) Financieringsarrangementen (publiek/privaat) Uitvoeringsorganisatie (incl voor beheer) Politieke besluitvorming (plan fin uitv.org.) 24 - 36 maanden Samenwerkingsovereenkomst. 53
Realisatie Grondverwerving Financiering Vergunningverlening Aanbesteden en contracteren Voorontwerp en Ontwerp Bouwrijp maken Woonrijp maken Bouw Verkoop Oplevering Deze activiteiten gericht op realisering zijn in principe volg tijdelijk maar dit sluit niet uit dat er opvolgende activiteiten al kunnen worden voorbereid en daarmee gelijk oplopend met een voorgaande activiteit. Financiering begint met het zoeken naar financiers en dit is een heen en weer pendelen tussen potentiële financiers en de grondverwerving bijvoorbeeld. Men kan slechts financiers vinden en grondverwerving kansrijk volbrengen als de vergunningverlening ook is zeker gesteld. 54
Beheer en Onderhoud Beheersorganisatie Financiële arrangementen Beheersafspraken
Gebiedsgerichte benadering! Tussenstappen!
Duurzame ontwikkeling: Een ontwikkeling die kan voorzien in de behoeften van de huidige generaties zonder die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. (Brundtland 1987)
rekening houden met economische haalbaarheid en rechtvaardigheid. People: rekening houden en zorgzaam omgaan met mensen en hun ambities, hier en daar, nu en later. Prosperity: rekening houden met economische haalbaarheid en rechtvaardigheid. Planet: rekening houden met de natuurlijke productie en zelfherstellend vermogen van de aarde. (Bodem en ondergrond) Het gaat om het zoeken naar een “goede” balans tussen de drie P’s. Duurzame ontwikkeling kan je concretiseren aan de hand van de drie P benadering: People, Planet, Prosperity…. and proces
Duurzame inrichtingsprincipes Zie module 5.1 Leefomgevingvraagstukken 59
Omgaan met dilemma’s als Wij (Ik) Anderen Nu Later Hier Daar Sectoraal Integraal Basis Luxe In een dynamische samenleving waarin mensen onderling en door de tijd heen anders tegen zaken aankijken!
Ruimtelijke ontwikkeling vraagt om keuzes! Schaalniveau Gebouw, buurt, wijk, gemeente, provincie, regio, nationaal, Europees…. Inhoud 3 D Fysiek – ruimtelijk, Sociaal – Cultureel, Economisch Proces Betrokkenen, belangen, middelen (inclusief B&O) Ruimtelijke Visie Wensen t.a.v. toekomstige maatschappij (inclusief gebruik B&O)