Draaiboek Voltooiing 1

“Heb je een goede dag, geniet ervan. Heb je een kwade dag, bedenk dan dat God ook die gemaakt heeft. Hij wil eenvoudig niet dat de mens erachter komt wat de volgende brengt.” (Pred. 7,14) En toch wil de KNR een draaiboek maken voor de voltooiing van religieuze instituten en sociëteiten van apostolisch leven. 2

Waarom? Veel ervaring met afbouw van instituten Het gaat niet vanzelf goed Gebruik maken van elkaars kennis en ervaring gebeurt al op veel plaatsen Bundelen van die kennis en ervaring Het Draaiboek wil een steuntje in de rug zijn voor besturen die op zeker moment met een aspect van voltooiing te maken krijgen 3

Werk in uitvoering 1.Eerste concept is nu gemaakt 2.Verzamelen reacties 3.Verwerken van reacties 4.Nadenken over de vorm van het Draaiboek 5.In het voorjaar een werkende versie 6.Delen met omliggende landen 7.Steeds open voor aanpassing 4

Doel Het doel is om de oversten, raden, adviseurs, administratoren een instrument in handen te geven dat behulpzaam is bij het besturen van het instituut. Het moet hen wijzen op zaken die ze moeten regelen Het moet oplossingen aanreiken die ze op de maat van hun eigen instituut kunnen snijden 5

Grote variatie – instituten van diocesaan recht en van pauselijk recht – instituten die alleen in Nederland gevestigd zijn, grote wereldwijde instituten en wat daartussenin ligt – veel of weinig leden – gebouwen en personeel Elk instituut is uniek, maar niet zo uniek dat alles steeds opnieuw moet worden uitgevonden. 6

Opbouw – Charisma – Verandering van status – Huisvesting en gebouwen – Financiën – Externe ondersteuning 7

Charisma Blijft leidend in wat er moet gebeuren. Regelmatig bespreken hoe dit vorm krijgt. Apostolaat Gemeenschapsleven Pastorale zorg Giftenbeleid 8

Verandering van status Welke kerkelijke rechtsvorm moet het instituut uiteindelijk krijgen: provincie, huis onder het generalaat, huis binnen een fusieprovincie Beslissing hangt mede af van Constituties Bestuur vanuit het buitenland, hoe dat goed te regelen Nederlandse rechtspersoon moet blijven bestaan om in Nederland te kunnen functioneren 9

Huisvesting en gebouwen Alle leden moeten onder dak Dat dak hoeft niet per se eigendom te zijn Verkoop lang vooruit plannen Veel vastgoed: veel verantwoordelijkheid Speciale aandacht voor monumenten en voor het moederhuis Begraafplaats(en) 10

Financiën Besluitvormingsprocedures Bevoegdheden regelen REA: advies en controle Noodzakelijke reserveringen Bepaling patrimonium stabile Giftenbeleid 11

Externe ondersteuning Geef duidelijke richtlijnen: In kapittelbesluiten etc. Bij diocesane instituten: investeer in de relatie met de bisschop Zoek goede mensen: Betrouwbaar Betrokken Verbonden met het charisma 12

“Een wijze voelt aan wanneer en hoe gehandeld moet worden.” (Pred. 8, 5b) 13