Les 4 voor 23 Juli 2016
Gods ideaal voor Zijn Kerk wordt gevonden in de boodschap van recht en genade die de profeten aankondigden. De Kerk in de 21 ste eeuw is geroepen om dat ideaal te verwezenlijken. Een Kerk die opwekt. Ezechiël 37:1-14 Een Kerk die groeit. Ezechiël 47:1-8 Een Kerk die leven brengt. Ezechiël 47:9-12. Een jubilerende Kerk. Jesaja 61:1-11 Een Kerk die transformeert. Micha 6.
“‘Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.” (Ezechiël 37:14)
“Hij zei tegen mij: Dit water stroomt weg naar het oostelijke gebied, stroomt verder naar beneden in de Vlakte en komt uit in de zee. Wanneer het de zee bereikt wordt dat water gezond.’” (Ezechiël 47:8) Ezechiël zag een kleine bron die ontsprong vanuit de Tempel van Jeruzalem naar het Noorden. Toen vloeide het naar het Zuiden, stak de woestijn over en mondde uit in de Dode Zee. De Kerk die eenvoudig was begonnen is die rivier die met geestelijk leven vloeit. Het is het licht dat de hele wereld verlicht (Mattheüs 5:16). Die bron was wonderbaarlijk, want het kreeg geen water van enig binnenkomende rivier, maar toch groeide het groter en werd het een indrukwekkende en wijde rivier. De wateren stelden de zegeningen voor die van het volk van God kwamen. Die zegeningen zouden geleidelijk de aarde moeten vervullen.
“Verder zal het gebeuren dat er vissers langs zullen staan vanaf Engedi tot En-Eglaïm. Er zullen droogplaatsen voor sleepnetten zijn. Hun vis zal van elke soort zijn, zeer talrijk, zoals de vis in de Grote Zee.” (Ezechiël 47:10) In de Dode Zee vissen alsof wij in de Middellandse Zee vissen? Die rivier die vanuit de Tempel vloeit is in staat leven te brengen waar het niet is. De Kerk moet die plaatsen bereiken waar geen geestelijk leven is, en die vullen met de leven- gevende kracht van Christus. Onze "netten" moeten worden uitge- worpen en klaar zijn voor het werk. Wij zijn als Adventisten geroepen om de boodschap van fysieke, mentale en spirituele gezondheid te verspreiden in onze gemeenschap. Christus zal ons werk gebruiken om overvloedige genezing en leven te brengen aan hen die Hem accepteren.
“Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; zoals een bruidegom zich bekleedt met een priesterlijk hoofdsieraad en een bruid zich tooit met haar sieraden. Want zoals de aarde haar gewas voortbrengt, en zoals een tuin het daarin gezaaide doet opkomen, zo zal de Heere HEERE gerechtigheid doen opkomen en lof voor alle volken.” (Jesaja 61:10-11) Jezus kondigde “het jaar van welbehagen van de Heer” aan, door te genezen, te vertroosten en te prediken (Jesaja 61:1; Lukas 4:18). Jesaja moedigt ons aan om Zijn voorbeeld na te volgen door priesters en dienaars te worden die zich in verlossing verblijden (Jesaja 61:4-6). De manier waarop wij leven, de dingen die wij doen, en onze vreugde zijn aanstekelijk. Zij zorgen ervoor dat gerechtigheid en lof voor al de volkeren ontspringt.”
“Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niets anders dan recht te doen, goeder- tierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.” (Micha 6:8) Heeft het strikt houden van de leerstellingen waarde als mijn leven liefdeloos is? Ik ben een volgeling van Jezus om wat ik ben, en niet om wat ik doe. God verwacht rechtvaardigheid, liefde en nederigheid van mij. Die kwaliteiten worden gezien in de wijze waarop ik God aanbid en de wijze waarop ik omga met de mensen om mij heen. Wanneer wij door die principes worden gemotiveerd, is Christus in staat om door Zijn volk op een zeer praktische en krachtige manier te werken, door uit te reiken en anderen te dienen.
“Vanaf het begin heeft God door middel van Zijn volk zegen aan de wereld gebracht… Een ieder in wiens hart Christus woont, een ieder die Zijn liefde aan de wereld uitdraagt, werkt samen met God tot zegen van de mensheid. Gelijk hij van de Heiland genade ontvangt om aan anderen uit te delen, zal vanuit zijn gehele wezen een stroom van geestelijk leven voortvloeien.” E.G. White. (Handelingen der Apostelen ( Van Jeruzalem tot Rome hfdst. 1 - “Gods bedoeling met Zijn kerk” - blz )