28-4-2017 Handelingsgericht werken OGP6 2015-2016 Bk03 Hans van Doremalen Marion Steegh
OGP6 Werken met de cyclus Handelingsgericht werken 28-4-2017 OGP6 Deelopdrachten: Werken met de cyclus Handelingsgericht werken Uitvoeren van een actieonderzoek Zelf materiaal maken en verantwoorden Persoonlijke verdieping Hoezo ander vorm van aandacht nodig hebben? Waar denk je aan?
Inhouden bijeenkomsten PPO 28-4-2017 Inhouden bijeenkomsten PPO Handelingsgericht werken (HGW) Ecologische pedagogiek Groepsoverzichten/groepsplannen Instrumenten om ontwikkeling van kinderen in beeld te krijgen Passend onderwijs Interventies voor kinderen die het moeilijk hebben op gebied van gedrag Rol van ouders in de school en het voeren van gesprekken Kinderen met ASS Oderwijsbehoeften op gebied van weerbaarheid/pesten Kindermishandeling HGW een inleiding Bronfenbrenner: ecologische pedagogiek Groepsoverzicht Instrumenten Werkbijeenkomst Roos van Leary Passend Onderwijs Uitvoeren en evalueren Ouders en het voeren van gesprekken ASS Weerbaarheid en pesten Kindermishandeling Werkbijeenkomst?
niet de juiste maat Uit: een banaan in een bruine hoek Wilma van Esch
terugblik: noem 5 redenen voor Handelingsgericht werken Reden 1: denken in defecten legt de Locus of control anders: Autist- dyslect – Adhd”er: hier kunnen we geen invloed op uitoefenen. Wel op wat heeft een kind van mij nodig. Reden 2: Betere afstemming met ouders: wat doet de school en wat doen ouders om af te stemmen op de onderwijsbehoefte Reden 3: voor leraren, experts, ouders , professionals is uitgaan van onderwijsbehoeften een kapstok waar we alle informatie, kennis en ervaringen aan kunnen hangen. Reden 4’; spreken oever onderwijsbehoeften biedt een gemeenschappelijke taal waar mee ouders, professionals en het kind elkaar kunnen begrijpen. Reden 5: Onderwijsbehoeften kunnen geclusterd worden of samengevoegd. Afstemmen op de verschillen is dan beter te organiseren.
5 redenen Reden 1: denken in defecten legt de locus of control anders: Autist- dyslect – Adhd-er: hier kunnen we geen invloed op uitoefenen. Wel op: wat heeft een kind van mij nodig. Reden 2: Betere afstemming met ouders: wat doet de school en wat doen ouders om af te stemmen op de onderwijsbehoefte Reden 3: voor leraren, experts, ouders , professionals is uitgaan van onderwijsbehoeften een kapstok waar we alle informatie, kennis en ervaringen aan kunnen hangen. Reden 4’; spreken over onderwijsbehoeften biedt een gemeenschappelijke taal waar mee ouders, professionals en het kind elkaar kunnen begrijpen. Reden 5: Onderwijsbehoeften kunnen geclusterd worden of samengevoegd. Afstemmen op de verschillen is dan beter te organiseren.
7 uitgangspunten HGW 1. De leerkracht doet ertoe 28-4-2017 7 uitgangspunten HGW 1. De leerkracht doet ertoe 2. Uitgaan van onderwijsbehoeften 3. Positieve aspecten zijn van groot belang/positieve grondhouding! 4. We werken constructief samen (ouderbetrokkenheid) 5. Het gaat om afstemming en wisselwerking 6. Het handelen van de leerkracht is doelgericht. 7. De werkwijze is systematisch en transparant. Bron Van MeersbergenModel HGW: focus op normatieve kader: de leraar doet er toe, de positieve aspecten rondom het kind zijn van groot belang, er is een goede afstemming en wisselwerking met de ouders. De kracht van handelingsgericht werken zit ‘m in een combinatie van deze uitgangspunten. Transactioneel: de vorderingen van de kinderen worden gebruikt boven de standaardnormen.
28-4-2017 Doelen bijeenkomst 3 De studenten kunnen: de fase HGW Waarnemen vanuit het perspectief van het kind onderzoeken aan de hand van een casus op gebied van gedrag. Het gedrag van een kind onderzoeken vanuit het ecologische krachtenveld en de drie psychologische basisbehoeften.
Fase 1: Waarnemen: een oefening Op het groepsoverzicht Ingaan op welke drie kinderen in aanmerking komen voor deelopdracht 1: werken met de cyclusl Handelingsgericht werken. Uitdelen format bijlage A.12 Bekijken van het groepsplan. Is dit vergelijkbaar met het groepsoverzicht uit jouw stageklas? Fase 1: Waarnemen: een oefening
Sociaal ecologische model Bronfenbrenner (1979) 28-4-2017 Sociaal ecologische model Bronfenbrenner (1979) Het sociaal-ecologische model van Bronfenbrenner is gericht op de betekenis van de ecologie- de omgeving van kinderen op hun persoonlijkheidsontwikkeling. Microsysteem: ecologisch centrum van directe ervaringen van het kind in de setting van gezin en school. Mesosysteem: relatie tussen gezin en school, de religie, het werk van de ouders, de vriendengroep, de buurt Exosysteem: maakt een kind niet echt deel van uit, maar zijn wel van invloed op zijn persoonsontwikkeling: schoolbeleid, massamedia, werk van ouders…. Macrosysteem: religie, politiek, organsatie onderwijsstelsel
oefening: Waar kom je vandaan? 28-4-2017 oefening: Waar kom je vandaan? 1. Uit wat voor een gezin kom je? 2. Op wat voor een school heb je gezeten? 3. Hoe was de buurt waar je opgroeide? 4. Zat je bij een vereniging? 5. Wat voor een relatie had je met je broers en zusjes 6. Hoe was de relatie tussen je ouders? 7. Hoe ging je om wanneer je verloor met sporten? 8. Hadden je ouders veel contact met mensen uit de buurt? 9. Hoe was de relatie tussen je broers/zussen met je vader/moeder? 10. Werkten je ouders en zo ja waar? 11. Konden jullie als gezin op vakantie? 12.. Zat een van je ouders in de politiek of in een bestuur van een vereniging? 13. Hoe beschrijf je het land waarin je bent opgegroeid qua politiek en religie? 16. Welke gebeurtenissen hebben er in de tijd dat je kind was en nu plaatsgevonden in de wereld die indruk op je hebben gemaakt? Deze systemen betreffen het microsysteem, het mesosysteem, het exosysteem en het macrosysteem (Bronfenbrenner, 1979). Vier systemen die, zoals hij het zelf aangeeft, dezelfde soort constructie hebben als de bekende Russische poppen waar iedere keer weer een nieuw poppetje tevoorschijn
Professioneel pedagogisch handelen, omgaan met probleemgedrag Bronfenbrenner: ‘’Willen we werkelijk problemen van kinderen doorgronden, dan moeten we die zoeken in de omgeving waarin ze dagelijks leven (Sipman, 2014). Sipman (2014): Vanuit het waarnemen van beïnvloedende factoren en het begrijpen van het ecosysteem kunnen we achterhalen wat de behoeften van het kind zijn. Het gaat hier om vanuit het perspectief van het kind te kijken en niet denken in problemen. Als we denken in problemen, ontstaat het gevaar dat we daar meer op gaan letten en op gaan reageren. Daarmee wordt voor het kind elke keer bevestigd dat hij faalt. Een goedbedoelde extra instructie kan zo voor een kind een extra bevestiging zijn van zijn onvermogen. Dit komt niet ten goede aan de relatie tussen leerkracht en kind. Van Meersberen: voor onderwijsprofessionals is het bij gedragsvraagstukken rond de leerling van belang om ‘breed’ te kijken naar gedrag in de omgeving waar het zich voordoet. Daarvoor is een systeemgericht model ontwikkeld: De ecologie van de leerling. Er worden vanuit de drie vertrouwde leefmilieus tien segmenten onderscheiden. Aan de hand van een Kijkwijzer worden per segment de beschermende en risicofactoren rond de ontwikkeling van de leerling in beeld gebracht. De ecologische benadering van gedrag en de kijkwijzer helpen om gedrag in een context te verklaren en te begrijpen. Een meer geïntegreerde aanpak van gedrag wordt bepleit in samenwerking met alle betrokkenen rond die leerling.
Verzamel informatie over Jeroen in het ecologische krachtenveld: Omgaan met zichzelf – Omgaan met leerkracht – omgaan met medeleerlingen – werkhouding (stimulerende en belemmerende factoren) In kaart brengen van stimulerende en belemmerende factoren vanuit de drie psychologische basisbehoeften: relatie – competentie – autonomie casus Jeroen (zie instrument A17. Werkblad Waarneming SEO en Werkhouding 1. kind 2. leerkracht 3. groep: medeleerlingen 4. school 5. thuis Belang noemen van het in kaart brengen van stimulerende factoren: Vanuit het uitgangspunt van HGW om de positieve aspecten van het kind ook te benadrukken. Wat gebeurt er als we een kind alleen beperken tot zijn probleem? Omringd met specialisten? Motivatie daalt, zelfbeeld wordt lager, sommige kinderen die bestempeld worden met een leerprobleem hebben bijna hun hele leven een leerprobleem. Zie de potentie van een kind, hoe beperkt dan ook! Enkele voorbeelden geven bij de vijf gebieden: Let op bij KIND factor is de attributiestijl heel belangrijk. Als kinderen succes hebben of falen is het interessant om te kijken waar ze dit aan toeschrijven: intern attribueren of extern attribueren (factoren buiten zichzelf). Hier kan een leerkracht o.a. aan zien of een kind een fixed of growth mindset heeft. Als kinderen thuis veel stress ervaren is het belangrijk dat de leerkracht goed kijkt naar het positieve of negatieve copinggedrag dat een kind vertoont in de klas. Hetzelfde geldt voor de egoveerkracht die het kind heeft (van Meersbergen, 2013). LEERKRACHTFACTOR: Het vergt voor een leerkracht heel wat om kritisch te kijken naar de eigen invloed op de ontwikkeling van kinderen. Zie belemmerend factor Leerkracht: Casus: van Meersbergen voorlezen leraar groep 6 (blz.56) : ‘’Ik weet van mezelf dat ik erg goed ben in structuur bieden’’. GROEPSFACTOR: Er zijn een aantal aspecten binnen een groep te beïnvloeden, een moeilijk te beïnvloeden factor is sociale cohesie in de groep. Wat wel een belangrijke waarde in een groep kan zijn is niemand wordt buitengesloten! THUIS: Leerkracht moet meer zicht krijgen op de invloed van de verschillende thuisfactoren op de ontwikkeling van het kind. Via een oudergesprek kan dit ter sprake gebracht worden. Dit vraagt enorm goede gespreksvaardigheden van de leerkracht.
Casus Jeroen? Fase waarnemen: 28-4-2017 Casus Jeroen? Fase waarnemen: Is het gedrag van Jeroen te veranderen door op diverse factoren uit het ecologisch krachtenveld in te steken? Wil Jeroen ook zelf veranderen? Fase begrijpen: wat heeft Jeroen nodig op gebied competentie – relatie – autonomie? Leerkrachtfactor: het vergt heel wat om kritisch te kijken naar de eigen invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Kan de leerkracht haar pedagogisch handelen veranderen om tegemoet te komen aan wat Jeroen nodig heeft?
28-4-2017 Model adaptief Het model is gericht op het aanpassen/afstemmen van het handelen van de professionele opvoeder aan/op de behoeften van het kind. Waar heeft Jeroen de meeste behoefte aan? Uitdaging? Ondersteuning? Vertrouwen? Of alle drie?
Zijn de doelen van deze bijeenkomst bereikt? Welk inzicht heb je opgedaan tijdens deze les?
28-4-2017 Literatuur Meersbergen,E. van en Vries, P, de (2013) .Handelingsgericht werken in passend onderwijs. Utrecht: Perspectief Uitgevers http://wij-leren.nl/ontwikkeling-kinderen.php Professor luc Stevens over ontwikkeling van kinderen Sipman, G. (2013) .Professioneel pedagogisch handelen, omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties. Den haag: boom Lemma