Overeenkomst niet goed opgezegd Schadevergoeding
Een overeenkomst beëindigen, dat kan niet zomaar. Dat ondervond een dj die van de ene op de andere dag van zijn boekingsbureau af wilde. De dj had ‘geen goed gevoel’ meer bij het boekingsbureau en besloot om de relatie via een met onmiddellijke ingang te beëindigen. Het boekingsbureau is het daar niet mee eens, wil schadevergoeding door het mislopen van inkomsten en schort de betalingen aan de dj op. De dj wil zijn geld hebben en daagt zijn het bureau voor de rechter. Hij vordert betaling van een bedrag dat hem nog toekomt en ook toegang tot en overschrijving van de domeinnaam van een website, die overeenstemt met zijn artiestennaam.
Aard van de overeenkomst Partijen verschillen van mening over de aard van de overeenkomst en daarmee ook over de vraag welke partij aanspraak kan maken op welke betaling. De rechter beslist dat tussen partijen een agentuurovereenkomst van kracht is en geen samenwerkingsovereenkomst, zoals de dj stelt. Immers, voor de dj werden boekingsovereenkomsten tot stand gebracht tegen een vast percentage en dat valt onder het begrip agentuur.
Goede redenen en wettelijke termijnen Een agentuurovereenkomst is een wettelijk benoemde overeenkomst. Als die voor onbepaalde tijd is aangegaan, is de opzegtermijn minimaal 4 maanden. Aangezien de dj deze termijn niet in acht heeft genomen, is hij in principe schadeplichtig. Dat hij achteraf nog ‘goede redenen’ voor de opzegging aanvoert, is te laat en maakt geen verschil.
Bureau mag betalingen opschorten De rechter komt niet toe aan een oordeel over de hoogte van de over en weer gevorderde bedragen maar oordeelt dat het boekingsbureau gerechtigd is tot opschorting van haar betalingsverplichtingen ten opzichte van de dj. Wel wijst de rechter de vordering van de dj toe tot overdracht van de domeinnamen met als voornaamste reden dat dat deel van het geschil los staat van de financiële geschillen.
Belang van een goede overeenkomst Samenwerken zonder vaste afspraken komt vaak voor. Daardoor kan het gebeuren dat de ene partij uitgaat van een samenwerking of overeenkomst van opdracht terwijl de andere partij uitgaat van een agentuurovereenkomst. Hetzelfde doet zich voor op ondernemingsrechtelijk niveau als achteraf een geschil ontstaat over beëindiging van zakelijke activiteiten, waarbij de ene partij stelt dat sprake is van een V.O.F. terwijl de andere partij uitgaat van een dienstverband. Ook bij huur- en arbeidskwesties gaat het vaak mis. Het niet in acht nemen van voorschriften bij de beëindiging van een overeenkomst kan daarbij verstrekkende gevolgen hebben, net als het verkeerd interpreteren van de aard van een overeenkomst.
Feitelijke situatie is bepalend Het vooraf maken, benoemen en vastleggen van afspraken voorkomt vaak problemen. Maar ook al leggen partijen één en ander in hun eigen bewoordingen vast dan nog geldt dat de feiten en omstandigheden bepalen welke wettelijke regeling van toepassing is. De titel en/of inhoud van een overeenkomst zijn namelijk ondergeschikt aan dwingendrechtelijke bepalingen, die bepalen welke wetgeving op een overeenkomst van toepassing is. Het loont dan ook om niet pas in conflictsituaties juridische advies in te winnen maar juist vooraf bij het aangaan van een overeenkomst. Dan weten beide partijen waar ze aan toe zijn en op welke wijze en onder welke voorwaarden ze afscheid van elkaar kunnen nemen, als daar reden voor is.
Schadevergoeding