Mobiliteit en Transport LEF-sessie 1 8 maart 2013 Slimmer en ander mobiliteitsgedrag Inleiding Bert van Wee, TUDelft/TRAIL
Veranderingen in gedrag - personenmobiliteit Meest belangrijk voor CO2: Hoeveel reizen, tussen welke locaties (afstanden), met welke vervoerwijze (mobiliteitsgedrag) Autotypekeuze Niet meegenomen: Aanbod vervoermiddelen, energie
Gedragsveranderingen - mobiliteitsgedrag Gangbare veronderstelling: ‘homogene’ bevolkingsgroepen (leeftijd, opleiding, geslacht, huishoudenssamenstelling,..) in gegeven omstandigheden: ‘contant gedrag’ Lang: stabiel gebleken (maar slechts weinig onderzoek) Recent: minder autogerichtheid twintigers in westerse landen ‘gangbare’ verklaringen: crisis, werkeloosheid, inkomen, bij ouders blijven wonen (die auto hebben) ‘trendveranderingen’ (zie o.a. KiM, mobiliteistbalans)
Trendveranderingen plausibel: Trends al ingezet voorafgaand aan crisis o.a. dalend rijbewijsbezit Mogelijke verklaringen (nogal speculatief): afnemende status auto ICT: behoefte constant online te zijn Toekomst: ‘uitstelgedrag’ versus ‘cohorteffect’. mijn inschatting: beide.
Relevantie: minder wegenuitbreidingen rendabel Meer geld voor betere inpassing infra? Minder CO2-uitstoot (en andere milieunadelen) Effect: procenten, hooguit (al heel optimistisch)
Implicaties beleidsproces Adaptief beleid: gestructureerd nadenken over mogelijke veranderingen en implicaties; monitoren
Impact ICT op verplaatsingsgedrag Jaren 80: hooggespannen verwachtingen (substitutie reizen door ICT) Onderzoek: wel effecten, maar saldo ruwweg ‘nul’ Oorzaak: subsitutie en complementariteit Blijft dit zo? Veel betere ICT. Mijn veronderstelling: substitutie wordt belangrijker. Zeker bij hoge prijzen transport (klimaatbeleid, olieprijzen)
Relevantie beleid: Wederom: Minder infra (weten, spoorwegen) Adaptief beleid Effect CO2: zeer onzeker, procenten, hooguit (is al zeer optimistisch)
Terug naar de stad Toenemende belangstelling voor wonen in steden, mede door vergrijzing. Meer fiets, OV, minder auto, kortere verplaatingsafstanden (constante reistijdbudgetten) Effect: sterk afhankelijk van aanbod woningen.
Beleid: Bouwen voor markt versus toekomst Vooral woningbouw komende 10, hooguit 20 jaar belangrijk; ivm dalende groei bevolking Effect CO2: procenten
Aanschafgedrag auto’s Lang trend: hogere inkomens: duurdere, onzuiniger auto’s Sinds enkele jaren verschuiving naar lichter, zuiniger. Deels door niet meer stijgende inkomens. Ook: olieprijzen, fiscaliteit, EU-regels aanbod
Beleidsrelevantie Nog veel meer mogelijk. Tientallen procenten (tot ruwweg 50) Grootste effect: niet alleen binnen maar ook tussen autotypen. Welvaartsverliezen overschat: auto deels positioneel goed (Hoen & Geurs 2011; Verhoef en Van Wee, 2000) Strikte regelgeving en prijsbeleid Potentieel regelgeving veel groter dan potentieel (acceptabel) prijsbeleid. CO2 auto’s “is al ‘te hoog geprijsd’ (Proost)” Huidige test CO2 / energiegebruik slecht; verschil test – werkelijkheid groter bij zuiniger auto’s (TNO)
Wil je grote verandering CO2 via mobiliteitsgedrag? Dan: onorthodoxe maatregelen: Draconisch prijsbeleid Verhandelbare rechten Vergeet internationaal reizen (luchtvaart) niet (Geurs en Van Wee, 2000)
EU-doelen 2050 Dan: (veel) grotere bijdrage techniek (voertuigen, energie) dan gedrag Komt er onvoldoende zonder overheidsbeleid (EU) Gedrag kan wel helpen. Mobiliteit, maar ook bv thuis stroom opwekken voor elektrische auto ICT als ‘pijnbestrijder’: veel minder pijn ‘gedragsmaatregelen’ door ICT