Cao onder druk ? Peter van der Valk Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging 1
Kern onderzoek: een beschrijving en analyse van de ontwikkelingen in de collectieve arbeidsverhoudingen met de cao als invalshoek. Onderzoeksvragen: -In hoeverre staat de cao onder druk? -Welke belangrijke oorzaken en ontwikkelingen in de collectieve arbeidsverhoudingen liggen hieraan ten grondslag? -Wat zijn de gevolgen (m.n. voor cao- onderhandelingen en de cao-machtsbalans)? 2 Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
3 Jaar: Bedrijfstak- cao’s: Ondernemings- cao’s: Totaal aantal cao’s: Index 2009 = 100 Overzicht aantal aangemelde cao’s in Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
4 Jaar: Aantal Werknemers Cao: Totaal aantal werknemers Dekkingsgraad cao (76,3% -80%) ,3% ,0% ,2% ,4% ,6% ,1% Tabel: Overzicht aantal werknemers onder cao over langere periode (2015 – 2009). Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
5 Werkzame Beroepsbevolking in periode: Totaal aantal werknemers Werknemers in vaste arbeidsrelatie Werknemers in flexibele arbeidsrelatie Zelfstandigen* 2014: 8,214 mln. (100%) ,5% ,5% % ,5% * w.v. 988 zzp-ers 2003: 7,783 mln. (100%) % % % % *w.v 634 zzp-ers 1999: mln. (100%) % % % % *w.v. 470 zzp-ers Werkzame beroepsbevolking (wns. vaste en flexibele arbeidsrelaties+ zelfstandigen). Vanaf 1999 t/m 2014 (x 1000) Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
6 Groei flex-werkers holt effectief bereik van cao uit: Effectiviteit van cao’s (=goede arbeidsvoorwaarden) brokkelt wat af. De cao biedt minder bescherming biedt aan flex-werknemers dan werknemers in vaste dienst, simpel weg omdat zij geen vast contract hebben. Ze hebben: Minder baanzekerheid Minder uren. Meer ontevredenheid over werk en arbeidsvoorwaarden. SCP: ervaringsfeit voor alle flex-werknemers, met uitzondering van zzp-ers: meer ontevredenheid over loon, de scholingsmogelijkheden, doorgroeimogelijkheden, deelname pensioenfonds etc.). Langer in flexibele werkrelaties. SCP: ongunstige gevolgen van flexibele arbeidsrelatie ook langer in de loopbaan voelbaar. In 2002: 80% van de werknemers had na 6 tot 10 jaar een vaste aanstelling. In 2012: pas na 10 tot 15 jaar. Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
* Aantal zzp-ers: w.v. zzp-eigen arbeid: w.v. zzp-producten: Werkzame beroepsbevolking : 8,214 mln. 8,266 mln. 8,33 mln. 7,938 mln. 7,783 mln. 6,792 mln. Zzp-ers % Beroepsbevolking : 12%11,6%10,9%9,0%8%6,9% Bereik cao gedefinieerd als dat deel van de beroepsbevolking dat onder cao valt. Zzp-ers: in aantal en als percentage v/d beroepsbevolking Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
8 Belang CaoTevredenheid cao Werkgever met cao87 - Ondernemings-cao - Bedrijfstak-cao 8,5 7 6,5 Werkgever zonder cao 5 - Ambtenaren / werknemers 86,8 Beoordeling cao als instrument (1) Ambtenaren, werknemers en werkgevers over belang cao en tevredenheid eigen cao (waarderingscijfers ) Alle werkgevers gemiddeld: 7,5 Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
9 Bepaling opgenomen in cao: Bepaling in % van cao’s: Betreft Jaar: Toe- of afnemend: Flexibiliteit: afwijking ketenbepaling55% Stabiel Flexibiliteit - Interne flex: 42% - Externe flex.: 19% 48%2014toenemend Maatwerk - Karakter cao: minimum + minim./standaard: 54% - Centrale differentiatie: 50% - Naar onderwerp (arbeidsduur/werktijden): 72% 50%-75%2014toenemend Keuzevrijheid: aanbod in cao’s Keuzevrijheid: gebruik werknemers 50%-70% 19%-42% 2014toenemend Beoordeling cao als instrument (2) Afspraken over flexibiliteit, maatwerk, keuzevrijheid in cao Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
10 aspecten: Afwijking 3 jaar52% 45%44% Afwijking 3 arbeidsovereenkomsten34%33%40%27% Afwijking tussenpoos20%19%18% Buiten werking18% 20%30% 69% 70% Beoordeling cao als instrument (3): voorbeeld van flexibiliteit cao: Afwijking van de ketenbepaling (voor percentage werknemers 2009 – 2013) Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
11 Periode: Omschrijving 4 bewegingen Omschrijving inbreng binnen collectieve arbeidsverhoudingen Vanaf e beweging: ‘flex binnen cao’ Flexibilisering vooral binnen cao Opkomst zzp-ers Vakbeweging: “beter een cao dan geen cao” 2 e beweging: ‘flex buiten cao’ Ook flexibilisering buiten cao Sterke doorgroei zzp-ers Werkgevers: gebruik mogelijkheden (constructies) om cao te ontlopen of te ontwijken 3 e beweging: ‘strijd tegen flex’ Strijd tegen doorgeschoten flex Vakbeweging: “meer nadruk op Naleving en Handhaving” Overheid: “wetgeving tegen doorgeschoten flex” (o.a WWZ, WAS, WDBA) 4 e beweging: ‘strijd aanpassing cao’ Strijd om vernieuwing en aanpassing cao Werkgevers: zetten aanpassing cao op agenda Vakbeweging: “beter geen cao dan een slechte cao” Deel werkgevers: “liever geen cao dan de huidige”
12 Jaar:ABC ,0%14,3% %*22,5%14,7% %*22,6%14,9% ,4%15,6% %24,0%16,2% %23,9%16,7% %24,1%17,7% %24,3%17,7% %24,5%18,3% %24,9%18,9% ,5%19,5% %25,8%19,6% %26,1%20,2% %26,3%20,3% %26,7%21,6% %26,6%21,9% %27,4%23,2% 1. Formeel draagvlak gedefinieerd in termen van organisatiegraad Organisatiegraad Vakbeweging Nederland Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
13 Werknemers lid van een bond Werknemers die geen lid zijn belang van een vakbond8,26,5 tevreden over (eigen) vakbond7,15,5 2. Feitelijk draagvlak (A) Belang en tevredenheid over werk vakbeweging Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
14 gemiddeld Leden vakbond Niet- leden Vertrouwen: Heel veel of tamelijk veel vertrouwen 37%69%26% Niet zo veel of helemaal geen vertrouwen 52%28%60% Weet niet / geen mening 11%3%14% Mee met hun tijd: Vakbonden gaan voldoende mee met hun tijd 24%50%14% Vakbonden gaan onvoldoende mee met hun tijd 46%33%51% Weet niet / geen mening 30%17%35% Stelling: “juist in deze tijd van economische crisis bewijzen de vakbonden hun nut” Mee eens 41%63%34% Mee oneens 37%21%43% Geen mening 21%16%23% 100% 2. Feitelijk draagvlak (B): Over vakbonden: vertrouwen, nut en meegaan met de tijd Bron: EénVandaagOpiniepanel (feb 2015) onder leden van het panel (waarvan 6802 vakbondsleden) Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
15 3. Juridisch draagvlak. Formeel: - Wet Cao stelt geen representativiteitseisen aan vakbonden. -Dalende OG heeft geen directe gevolgen voor representativiteit/juridisch draagvlak. Op termijn betekent dalende OG dat: -vakbeweging steeds moeilijker een vuist kan maken -vakbondsleden steeds minder goede afspiegeling van werkzame beroepsbevolking zijn -het insiders/outsiders-beeld van vakbeweging wordt versterkt. Dalende OG is op termijn reëel gevaar voor vakbeweging. Dalende OG stelt steeds opnieuw de legitimiteitsvraag en zal die vraag – bij blijvende daling OG - uiteindelijk ook negatief beantwoorden. Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
16 “Strijd om aanpassing van de cao”. Offensief werkgevers: met “cao-moderniseringsagenda”. (voeren druk op voor aanpassing cao en zetten druk op de vakbeweging). Werkgevers bepleiten fundamentele aanpassing van cao’s. kern: ‘belemmeringen flexibiliteit weghalen en kostenreductie’ door minder gedetailleerde avw en minder rechten als overwerk- en onregelmatigheids- toeslagen en ‘ontziemaatregelen’ voor ouderen. Werkgevers stellen ‘modernisering cao’ noodzaak om draagvlak cao te behouden of te versterken. Werkgevers slagen er goed in hun agenda over noodzaak ‘aanpassing cao’ voor het voetlicht te krijgen: In de media wordt ‘cao-vernieuwingsagenda’ grotendeels geschreven en bepaald door werkgevers. In politiek vinden werkgevers steeds meer gehoor. Vakbeweging komt meer en meer alleen te staan. Verwacht mag worden dat de druk op de vakbeweging, om mee te werken aan die vernieuwing van de cao, verder zal toenemen. De vakbeweging zit in het defensief. Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging
Cao onder druk ? Peter van der Valk Wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging 17