De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied."— Transcript van de presentatie:

1 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Welkom Voorganger:ds. G. Bruinsma Organist:br. Beamist:zr. S. Spriensma Opmerkingen kunt u melden bij de leden van het BeamTeam: Derk Rouwhorst, Pieter Wiltjer, Karel Moes en Sandra Spriensma. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Voor vrijdag 18.00 uur mailen naar: beamer-haulerwijk@hotmail.com.

2 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Koffiedrinken Na de dienst is er gelegenheid om de doopouders te feliciteren en samen koffie te drinken

3 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Op vrijdagavond 18 januari organiseert de JCH een avond waar wij uw kennis gaan testen door het houden van een quiz avond Teams van 4 personen strijden tegen elkaar door het zo goed mogelijk beantwoorden van verschillende vragen uit 5 verschillende vraag categorieën waarbij natuurlijk mooie prijzen vallen te winnen! Datum: 18 januari 2013 Aanvang: 19:30 uur Leeftijd: Iedereen vanaf 12 jaar Opgave: In de hal Kosten: geen! (consumpties: EUR 0,50) QUIZ NIGHT

4 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Agenda deze week

5 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

6 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 175b Votum en zegengroet On-zehulpisindenaamvandeHE-RE, diehe-melenaar-dege-maaktheeft.A-men.

7 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

8 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 144: 1, 2, 7 1Heer God, wij allen loven U met engelen en machten nu. Ze zingen in het hemelblauw rondom uw troon zoals vanouds. 2Zoals de zee het land begroet in wisselzang van eb en vloed, zo houden zij uit alle macht de lofzang gaande dag en nacht.

9 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 144: 1, 2, 7 7Aan God de Vader gloria, aan Christus, Lam van Golgota, en aan de Trooster alle eer. Glorie aan God, de ene Heer.

10 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

11 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 103: 1, 7 1Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.

12 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 103: 1, 7 7Maar 's HEREN gunst zal over die Hem vrezen in eeuwigheid altoos dezelfde wezen, en zijn gerechtigheid de eeuwen door. Zijn heil omsluit de komende geslachten; zo volgen zij die zijn verbond betrachten, van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.

13 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

14 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 18:1-4 1 Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ 2 Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer 3 en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. 4 Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.

15 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 19:13-30 13 Daarop brachten de mensen kinderen bij hem, ze wilden dat hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten, 14 zei Jezus: ‘Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ 15 En nadat hij hun de handen had opgelegd, trok hij weer verder. 16 Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ 17 Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede?

16 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 19:13-30 Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ 18 ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, 19 toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ 20 De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen?’ 21 Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen;

17 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 19:13-30 dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ 22 Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. 24 Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’

18 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 19:13-30 25 Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 26 Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ 27 Daarop vroeg Petrus: ‘Wij hebben alles achtergelaten en zijn u gevolgd. Waar kunnen wij naar uitzien?’ 28 Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf

19 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Mattheüs 19:13-30 tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël. 29 En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. 30 Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.

20 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

21 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 103: 8, 9 8Hij heeft de hemel tot zijn troon verheven, Hij heerst als koning over al het leven. Looft engelen, zijn hoge majesteit, krachtige helden, die aan alle oorden als boden meldt zijn goddelijke woorden, Hem zij uw dienst, Hem zij uw lied gewijd.

22 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 103: 8, 9 9Laat heel het machtig koninkrijk des HEREN zijn grote naam, zijn grote daden eren. Komt allen tot de lof des HEREN saam. Lof zij den HEER in hemel en op aarde, die aan zijn volk zijn liefde openbaarde, en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.

23 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

24 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Openbaringen 21:5-7 5 Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ 6 Toen zei hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. 7 Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.

25 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

26 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Thema preek: “zeven nieuwjaarswensen voor 2013” Openb. 21: 5 Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ 6 Toen zei hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. 7 Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. Wens 1 Dat we mogen geloven en ondervinden dat daarboven EEN op de troon zit Wens 2 Dat we ook dit jaar Zijn stem zullen mogen horen…. Dat we ook dit jaar Zijn stem zullen mogen horen…. Wens 3 Dat we Dat we vast zullen blijven Geloven dat God woord houdt Wens 4 Dat we compleet alles van Hem blijven verwachten.. Wens 5 Dat velen mogen komen om te drinken uit de bron van het leven… Wens 6 Dat we de moed niet verliezen… Wens 7 Dat ons geloof mag mogen worden als dat van een kind

27 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

28 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 145: 1-4 1Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam, die U ons noemt door sterren, zon en maan Hemel en aarde spreken wijd en zijd, tonen het wonder van uw heerlijkheid.

29 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 145: 1-4 2Heer, onze God, die aard' en hemel schiep, zeeën en land met macht te voorschijn riep, wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?

30 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 145: 1-4 3U komt ons, Heer, in Christus tegemoet. U geeft ons Heer, verlossing door zijn bloed. U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid: leven om Jezus' wil in eeuwigheid!

31 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 145: 1-4 4Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn, dat in ons zingt met eindeloos refrein Prijzend uw liefde, heffen wij het aan: Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam!

32 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

33 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de doop Bij de doop word je in water ondergedompeld of met water besprenkeld. Op die manier wordt zichtbaar gemaakt dat je vuil bent in de ogen van God. Bij je geboorte ben je namelijk al belast met zonde. En God veroordeelt alle zonde. Je kunt het koninkrijk van God dan ook alleen binnenkomen als je opnieuw geboren wordt. De doop wil je ertoe brengen om je verkeerde daden en gedachten onder ogen te zien, ze nederig voor God te erkennen en de afwassing van je vuilheid en een nieuw leven helemaal van Jezus

34 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de doop Christus te verwachten. In de tweede plaats garandeert de doop dat Jezus Christus je inderdaad wil schoon wassen. Daarom heeft hij bevolen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Door je doop garandeert God de Vader je dat hij een eeuwig genade-verbond met je sluit. Hij adopteert je als zijn kind en erfgenaam. Hij wil altijd liefderijk voor je zorgen. Het kwaad zal hij van je weren; of hij laat het bijdragen aan het goede. Door je doop garandeert de Zoon dat hij al je zonde van je wegneemt.

35 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de doop Hij maakt je één met zichzelf in zijn dood en opstanding. Hij schenkt je zijn eigen volmaakte zuiverheid. Hij zorgt er voor dat God je vrijspreekt. Door je doop garandeert de heilige Geest je dat hij in je wil wonen. Hij maakt je een levend lid van Christus. In Christus bezit je namelijk al de afwassing van je zonde en de dagelijkse vernieuwing van je leven. De Geest maakt dat tot je persoonlijke eigendom. Daardoor zul je eens volmaakt zuiver zijn. Dan zul je eeuwig leven temidden van het door God uitgekozen volk.

36 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de doop In de derde plaats, van jouw kant ben je nu verplicht God te gehoor-zamen op een manier die bij je nieuwe leven past. Je moet geloven in deze ene God, Vader, Zoon en heilige Geest en hem liefhebben met heel je ziel, met heel je hart, met heel je verstand en met inzet van al je krachten. Je moet met de zonde breken, je oude aard doden en vol ontzag voor God leven. Als je uit zwakheid nog zonden doet, hoef je niet aan Gods genade te twijfelen. Evenmin is dat een reden om dan maar door te gaan met zondigen.

37 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de doop Je doop is immers de garantie dat het verbond dat God met je gesloten heeft eeuwig is. Over de kinderdoop Natuurlijk begrijpen kleine kinderen niets van deze dingen. Toch is dat geen reden om hen de doop te weigeren. Want God heeft met hen zijn verbond gesloten, al begrijpen ze dat evenmin. De belofte die God aan Abraham heeft gedaan, geldt namelijk nog steeds voor ons en onze kinderen; namelijk:

38 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de kinderdoop Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. De apostel Petrus zegt hetzelfde met de woorden: voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen. Om deze reden heeft God Abraham opgedragen zijn nakomelingen te besnijden. De besnijdenis was in de tijd van het oude verbond het garantieteken waardoor God liet zien dat je door het

39 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Over de kinderdoop geloof rechtvaardig bent. Jezus Christus zelf heeft kinderen omarmd en hen gezegend door hun de handen op te leggen. In het nieuwe verbond is de doop in de plaats gekomen van de besnijdenis. De kinderen van gelovigen horen er dus helemaal bij. Ze zijn erfgenamen van Gods rijk en delen in zijn verbond. Daarom moeten ze gedoopt worden. De ouders horen hun kinderen, wanneer die opgroeien, uit te leggen wat het betekent gedoopt te zijn.

40 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

41 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Lied 335: 1, 2, 5 1Heer van uw kerk, Gij hebt het woord genomen en zegt ons: laat de kindren tot Mij komen, want hunner is het koninkrijk. 2Hier zijn wij dan: van U is 't jonge leven, het moet U dankend worden weergegeven want alles komt uit uwe hand.

42 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Lied 335: 1, 2, 5 5Het water wacht en 't kind ontvangt uw zegen, Gij spreekt het aan, het heeft een naam gekregen en niemand rukt het uit uw macht.

43 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

44 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Doopbediening

45 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

46 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Lied 335: 6, 9 6Uw teken spreekt Gij wilt zijn Heiland wezen, het is gedoopt, begraven en herrezen in Vader, Zoon en Heilige Geest. 9Er is gedoopt! Wij allen zijn verbonden, het voorgeslacht, de ouders, die hier stonden, de ganse kerk in een geloof.

47 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

48 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Collecte Eredienst & Onderhoud

49 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

50 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 99: 1, 8 1God is Koning, Hij / sticht zijn heerschappij. Volken, hoort zijn stem. / Buigt u, beeft voor Hem, die met macht gekroond / op de cherubs troont. Aarde, word bewogen, / beef voor zijn vermogen.

51 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Psalm 99: 1, 8 8Maakt Hem nu tezaam / groot, verheft zijn naam. Buigt u voor Hem neer, / Hij is onze Heer, die met macht gekroond / op de Sion troont. Houdt Hem hoog in ere! / Heilig is de HERE.

52 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5

53 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5 Gezang 182d Amen A-men,a-men,a-men.

54 Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied 335: 1, 2 en 5


Download ppt "Liturgie Gz.144 : 1, 2, 7 Ps. 103: 1, 7 Lz. Matth. 18: 1-4; 19:13-30 Ps. 103: 8, 9 T. Opb. 21: 5-7 Gz.145 Ld. 335: 1, 2, 5 Ld. 335: 6, 9 Ps. 99: 1, 8 Lied."

Verwante presentaties


Ads door Google