De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Discussienota “Toekomst scholengemeenschappen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Discussienota “Toekomst scholengemeenschappen"— Transcript van de presentatie:

1 Discussienota “Toekomst scholengemeenschappen
Verslag Diocesane Directiecommissies Verslag vanuit de vergadering van de schoolbesturen DCAIM

2

3 Aanwezigen DCBaO Gent 34 aanwezigen vanuit de DCBaO vanuit de reflectiegroep SG’n de hoofdbegeleider de directeur DOB de directeur van de DPB

4 Aanwezig DCAIM Gent 50 aanwezigen
27 scholengemeenschappen vertegenwoordigd CASS-voorzitters en leden van een CASS Voorzitters en leden van een schoolbestuur Directeur DOB Carlos Haerens Directeur DPB Jan Verpoest Stafmedewerker Vimko Jos Everts

5 DCBaO: Afspraken over de aanwending van de punten “Zorg”
Gent -Er kan in principe slechts 10 % op het niveau van de scholengemeenschap ingericht worden. Het is dus normaal dat de klemtoon op schoolniveau ligt. Dubbelzinnigheid uit de regelgeving halen: zorg = schoolniveau. De stimulus dient om de uitbreiding vanuit de scholengemeenschap te ondersteunen. We moeten hier gaan voor gekleurde middelen.Het geeft wel minder beleidsruimte.

6 DCAIM: Afspraken over de aanwending van de punten “Zorg”
Gent De middelen die toegekend worden aan het niveau scholengemeenschap worden hoofdzakelijk aangewend op de lokale scholen. Één derde van de scholen wendt een gedeelte van de middelen aan op het niveau scholengemeenschap ; meestal is dit een overkoepelende zorgcoördinator. Door het toekennen van de geïntegreerde enveloppe zorg aan de scholengemeenschap worden aanzetten gegeven tot mogelijkheden van gedifferentieerde aanwending. Collegiaal overleg hieromtrent groeit.

7 DCBaO: Afspraken over de aanwending van de punten “ICT”
Gent De meningen zijn verdeeld over de puntenenveloppe “ICT” ; enerzijds over de bevoegdheid, anderzijds over de aanwending.

8 DCAIM: Afspraken over de aanwending van de punten “ICT”
Gent De aanwending van de middelen gebeurt zowel op het niveau van de lokale school, als op het niveau van de scholengemeenschap. Er wordt gesteld dat zowel scholen, leerkrachten én kinderen reeds een hele evolutie hebben doorgemaakt. De problemen die zich nu stellen zijn niet meer dezelfde als bij de intrede van de computer in het onderwijs.

9 DCBaO: Afspraken over de aanwending van “Stimulus” punten
Gent -Zeer duidelijke uitspraak voor de aanwending van de stimulus op het niveau scholengemeenschap. -De rol en de betekenis van de codi komt hier sterk tot uiting: de SG zou nooit zover staan zonder de figuur van de codi ; o.a. hulp voor jongere directies. Hoe meer mensen/functies op het niveau scholengemeenschap, hoe meer nood aan een codi. De codi is dan bindfiguur, kan spreken in naam van de scholen en kan de scholen stroomlijnen. -Grotere scholengemeenschappen kunnen niet fungeren zonder een codi. -Er zijn verschillen in de snelheden van de scholen, van de scholengemeenschappen. -Streven naar een vrijgestelde codi die geen hiërarchische figuur mag zijn maar aangesteld met een mandaat ; Codi = Collega Directeur ten dienste van lkr. en lln. (Over mandaatsvergoeding wordt hier niets gezegd.) -De scholengemeenschap is nu geen juridische structuur: dat is noodzakelijk, ook in functie van het personeelsbeleid. -De stimulus moet uitgebreid worden om dat centrale niveau met die dienende rol te versterken.

10 DCAIM: Afspraken over de aanwending van “Stimulus” punten
Gent De overgrote meerderheid wendt de middelen integraal aan op het niveau van de scholengemeenschap. Slechts twee scholengemeenschappen laten de middelen volledig terugvloeien naar de lokale school. Één scholengemeenschap geeft het praktijkvoorbeeld waarbij de stimulus schooloverstijgend gebruikt wordt voor het aanstellen van een coördinator “muzische vorming” voor de scholengemeenschap

11 DCBaO: De vraag naar bijkomende omkadering voor de SG
Gent -Meer flexibiliteit en autonomie voor extra omkadering ; er moet altijd kunnen bekeken worden op welk niveau de noodzaak voor aanwending zich voordoet. -Opletten welke boodschap we hier zenden: we vragen meer omkadering/middelen voor het niveau scholengemeenschap maar die omkadering en middelen zijn nog niet voldoende op niveau van de school. Eerst daarvoor ijveren.  -Het is geen “of/of” maar een “en/en”. -De pedagogische taak van de directies krijgt meer mogelijkheden doordat meer taken op een centraler niveau kunnen aangepakt worden. -De scholengemeenschap betekent in feite ook meer werk omdat er te weinig extra middelen zijn voor dat niveau. -De schandalig lage omkadering van de basisscholen: daar moet eerst en wel dringend iets aan gedaan worden. -De scholengemeenschappen bieden mogelijkheden, maar ze zijn momenteel nog te beperkt. Verdere groei is nodig. -We moeten streven naar het omkaderingsmodel van DCBaO. Dat model gaat uit van een toekenning van de omkadering op 3 niveaus vanuit de figuur van de scholengemeenschap.

12 De vraag naar bijkomende werkingsmiddelen voor de SG
Gent -Zie omkadering: deze items werden samen behandeld.

13 DCBaO: De vraag naar extra bevoegdheden voor SG
Gent -Mentor -Preventie -Boekhouding -Infrastructuur -Personeelsbeleid -Technische ondersteuning -Pedagogische ondersteuning

14 DCAIM: De vraag naar extra bevoegdheden voor SG
Gent De vertegenwoordigers van de schoolbesturen vragen uitdrukkelijk naar middelen om hun werking te ondersteunen, gezien de complexiteit die voor hun werking verhoogd is met de vorming van de scholengemeenschappen. Aspecten die vermeld worden ; -Preventie -Gebouwen en Agion -Boekhouding -Juridische ondersteuning -Oriënteringsbeleid -Personeelsadministratie -Prioriteiten op pedagogisch vlak -Begeleidingstraject voor beginnende leerkrachten

15 DCBaO: Grootte van de scholengemeenschap
Gent -Een duidelijke meerderheid is voor het behoud van de ondergrens op De neen-stemmers willen de ondergrens optrekken ; efficiëntie, maar ook omdat er een minimum aantal directies moet zijn om optimaal te kunnen samenwerken. -900 is de norm van de minister. Het aantal schoolbesturen dat deel uitmaakt van de SG is afhankelijk van ons. In hoeverre zijn wij bereid dat aantal te verminderen in functie van een efficiëntere werking?? -Er moet een win-win situatie ontstaan voor alle participanten. Kan dat wel bij een stimulus van 63 punten ?? (Meerwaarde ??) -Om hierover een duidelijker beeld te krijgen zou er een studie moeten gemaakt worden van de verwezenlijkingen van de scholengemeenschap in relatie tot de grootte ervan. -Het aantal schoolbesturen binnen een scholengemeenschap is zeer belangrijk en bepaalt mee de vlotheid en de efficiëntie van de werking van de scholengemeenschap. -De huidige stimulus vormt niet echt een uitdaging om grotere scholengemeenschappen te vormen. Die stimulus moeten groter worden.  -Indien we de taken van de scholengemeenschap willen uitbreiden dan kan dat niet binnen de huidige norm van 900 leerlingen. -Wanneer de norm van 900 lln. in de loop van de zes jaar niet behaald wordt, mag dat geen invloed hebben op de werking ervan gedurende de lopende zes jaar.

16 DCAIM: Grootte van de scholengemeenschap
Gent Er is unanimiteit om de (onder)grens van 900 leerlingen te behouden. Twee kleinere scholengemeenschappen “fusioneerden” ; -Dit is een werk van lange adem. -Je moet er tijdig aan beginnen. -Vooral voor het personeel brengt dat problemen mee. Binnen het Bisdom Gent is één uitzonderlijk grote scholengemeenschap. (> 7000 leerlingen) -Voordeel ; .Grote stimulus .Grote zorgenveloppe .Grote ICT-enveloppe Traject beginnende leerkrachten .Databank leerkrachten en sollicitanten -Nadeel ; .Heel veel overleg en afspraken .Heel grote impact op het personeelsbeleid Een vertegenwoordiger van een schoolbestuur wijst op het hanteren van het solidariteitsprincipe binnen de scholengemeenschap in verband met de schuldenlast van de individuele scholen. De beheersbaarheid van de scholengemeenschap hangt nauw samen met het aantal scholen en het aantal vestigingsplaatsen. Bij “grotere” scholengemeenschappen bestaat het gevaar van meer “afstandelijkheid”.

17 DCBaO: Normen voor de SG en toekenning van de stimulus
-Een overduidelijke meerderheid voor een lineaire verdeling, omdat de schommelingen daardoor opgevangen worden. -De neen-stemmers vinden dat daardoor de stimulans om te streven naar grotere structuren wegvalt. Er wordt wel gepleit voor een mandaat van codi binnen het samenwerkingsverband scholengemeenschap. -Tussenoplossing: invoeren van een sokkel en vanaf dat punt lineair. -Pleidooi: niet teveel kleuren, maar ook niet de gehele vrijheid.

18 DCAIM: Normen voor de sg en toekenning van de stimulus
Er is een nagenoeg unanieme houding om te kiezen voor een lineaire toekenning van de stimuluspunten. Één “tegenstem” wijst op de mogelijke schommelingen wat dan de continuïteit in het gevaar brengt. Eens men zich in een categorie bevindt, op voorwaarde dat men in deze categorie blijft, is er een zekere stabiliteit.  Het voorstel om te werken met “kleinere trappen” komt eveneens ter sprake.  De vraag wordt gesteld om twee behoudsjaren in te bouwen bij daling.  Bij lineaire toekenning wordt geopperd om geen rekening te houden met het minimum aantal leerlingen ; invoeren van een sokkel en dan toekenning à rato van het aantal lln.  Omtrent het al of niet “kleuren” van de stimuluspunten heerst geen eenduidigheid ; -argumenten pro “kleuren” .middelen gebruiken waarvoor ze dienen beveiligen van de zorgmiddelen -argumenten contra “kleuren” .vrijheid van onderwijs - onderwijzen beleidsvoerend vermogen .middelen gebruiken waar ze nodig zijn

19 DCBaO: Niveauoverschrijdende samenstelling van de SG
-Een aantal positieve punten worden vermeld ; .Professionaliteit en expertise ; boekhouding, preventie .Binnen een eigen VZW: ja .Technisch-logistieke voordelen .Solidariteit -Een aantal negatieve punten worden vermeld ; .Niet buiten een eigen VZW .Betutteling .Gebruikt als visvijver: doorstroming .Landelijke gebieden vallen uit de boot.

20 DCAIM: Niveauoverschrijdende samenstelling van de SG
Gent Positieve aspecten die ter sprake komen ; -Preventie -Bouwfonds -Oriëntering en doorstroming van leerlingen -Gemeenschappelijke aankopen Negatieve aspecten die ter sprake komen ; Geografische spreiding van de basisscholen Er wordt gesteld dat je niveauoverschrijdend kan werken, ook zonder scholengemeenschap. In veel gevallen is men lovend over de samenwerking maar is men toch geen vragende partij voor het vormen van een scholengemeenschap. De doelstelling van de scholengemeenschap secundair onderwijs (onderwijsaanbod) en de doelstelling van de scholengemeenschap basisonderwijs (draagkracht scholen) is verschillend. Het basisonderwijs “loert” soms naar de “middelen” van het secundair onderwijs maar het fundament van een scholengemeenschap is “samenwerken”.

21 DCBaO: Schoolbesturen binnen de figuur van de Scholengemeenschap
Gent -Het schoolbestuur beroept zich nog te dikwijls op de autonomie, zeker op gebied van het personeelsbeleid. Dat blijft voor de schoolbesturen het belangrijkste en willen ze daar houden. De rest is voor de schoolbesturen minder belangrijk. -Verschillende schoolbesturen zijn door de werking van de scholengemeenschap sterker naar elkaar toegegroeid en zetten concrete stappen om één schoolbestuur te worden. -Voortrekkersrol is zeer belangrijk: codi, voorzitter cass. -SWOT-analyse van voor- en nadelen van de figuur 1 schoolbestuur = 1 scholengemeenschap. -Begeleiding voorzien voor schoolbesturen die de stap naar éénmaking concreet willen zetten. -Waarom geen middelen/punten voorzien voor schoolbesturen-scholengemeenschappen in het kader van het verhogen van de professionaliteit? -Consensus: eenvormigheid maakt alles veel eenvoudiger.

22 DCAIM: Schoolbesturen binnen de figuur van de Scholengemeenschap
Gent Een goede relatie schoolbestuur – scholengemeenschap is belangrijk. I.v.m. het “groeien” naar één schoolbestuur ; -nog te vroeg -nog een te grote stap -eerder zoeken naar vormen van samenwerking -Vimko moet ook aanzetten geven tot samenwerking I.v.m. “professionalisering” van schoolbesturen ; -schaalvergroting kán een stap zijn -bestuurlijke samenwerking De bedenking wordt gemaakt dat scholengemeenschappen die bestaan uit één schoolbestuur sneller evolueren. Toch kan schaalvergroting niet van bovenaf opgelegd worden. De nadruk wordt gelegd op het belang van de lokale verankering van het schoolbestuur en de school.


Download ppt "Discussienota “Toekomst scholengemeenschappen"

Verwante presentaties


Ads door Google