De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Alternatieven Bijzondere Jeugdbijstand

Verwante presentaties


Presentatie over: "Alternatieven Bijzondere Jeugdbijstand"— Transcript van de presentatie:

1 Alternatieven Bijzondere Jeugdbijstand
Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind- en plaatsingsgerelateerde factoren Verhaegen Sofie

2 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
Inleiding Pleegzorg en placement breakdown definities en begrippen Bevindingen vanuit wetenschappelijke literatuur Kindgerelateerde factoren Plaatsingsgerelateerde factoren Lacunes in de kennis omtrent pleegzorg en placement breakdown Onderzoeksprobleem Een kwantitatief onderzoek a.d.h.v. secundaire bronnenanalyse en record linkage Resultaten en implicaties voor praktijk en verder onderzoek Type van pleegplaatsing Doorstroom van pleegzorgplaatsing Instellingsgeschiedenis van pleegkinderen

3 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
Inleiding Tijdschrift voor Welzijnswerk Auteur: Stephanie Peeters Artikel: Februari 2010

4 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
2. Pleegzorg en placement breakdown: definities en begrippen Pleegzorg: Een residentiële hulpverleningsvorm die aangeboden wordt aan minderjarigen die (tijdelijk) opgevangen worden in een ander gezin dan het gezin van herkomst. ! GEEN adoptie => biologische ouders behouden hun ouderlijke macht. De pleegouders krijgen een totale of gedeeltelijke opvoedingsrol. Een pleegplaatsing kan voor lange en korte termijn, al dan niet onderbroken. Leeftijd: 0-18 jaar, maar indien kind het aanvraagt, kan het verlengd worden tot 21 jaar.

5 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
Onderscheid type pleegzorg: Crisisoverbrugging=crisisplaatsing =>Deze gezinnen zorgen voor minderjarigen in crisissituatie =>Kortdurende opvang => Tijdelijke materiële hulp in afwachting van gespecialiseerde hulpverlening 2. Onbepaalde duur => Opvang minderjarigen => lange termijn => Veilige terugkeer naar het gezin van herkomst of bieden van gezinscontext tot meerderjarigheid.

6 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
Placement Breakdown (volgens Van der Ploeg en Baartman): Ongunstige vroegtijdige beëindiging van de pleegplaatsing: Kind met veel problemen uit pleeggezin vertrekt en vaak residentiële vervolgplaatsing nodig heeft. Gunstige vroegtijdige beëindiging: Het kind kan vroeger dan voorzien terug nar natuurlijke ouders omdat de begeleiding positief verliep. Naar analogie: Salläs, Vinnerljung en Westermark werken verder uit A.D.H.V. voorbeelden.

7 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
3. Bevindingen vanuit wetenschappelijke literatuur =>Factoren die van invloed zijn op het al dan niet voorkomen van placement breakdown A) Kindgerelateerde factoren Leeftijd kind: oudere leeftijd, risico groten op placement breakdown Geslacht kind: Oudere meisjes meer kans Jonge meisjes, jonge jongens en oudere jongens minder kans 3. Etniciteit kindpleegkind van etnische minderheidsgroep, bij gezin van niet-etnische minderheid, verhoogde kans op breakdown. 4. Problematisch gedrag: problematisch of asociaal gedrag, hogere kans.

8 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
3. Bevindingen vanuit wetenschappelijke literatuur =>Factoren die van invloed zijn op het al dan niet voorkomen van placement breakdown B) Plaatsingsgerelateerde factoren Type pleeggezin: Gerekruteerd pleeggezin hogere kans op breakdown, laagste in verwantschapspleeggezin ( grootouders, broer, zus…) Opvoedingsstijl: Geringe vertrouwensrelatie: grotere kans op breakdown Warme kindgeoriënteerde en gemotiveerde pleegouders maken de kans kleiner. ! Niet té betrokken andere grotere kans 3. Eerdere plaatsing: voorspellende factor voor placement breakdown 4. Ondersteuning pleegouders: gebrek aan ondersteuning heeft een nefaste impact.

9 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
4. Lacunes in de kennis omtrent pleegzorg en placement breakdown ! Nood aan verder onderzoek omtrent pleegzorg en placement breakdown om de cijfers te doen dalen. Federatie Pleegzorg kaart aan dat er een onderbouwde literatuur over bestaat. Ook begeleidende sociale diensten zijn een vragende partij. Er is te weinig wetenschappelijke informatie over de hulpverleningsgeschiedenis van het kind en of deze van invloed is op pleegplaatsing. Kan een minder gunstige voorgeschiedenis bepalend zijn voor ervaring breakdown? Stroomt een pleegkind steeds in vanuit een minder ingrijpende hulpverleningsvorm?

10 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
5. Onderzoeksprobleem Hulpverleningsgeschiedenis pleegkind te weinig aan bod, dus in dit onderzoek wordt het wel gedaan. Onderzoeksvraag: Is er een verband tussen de hulpverleningsgeschiedenis van het pleegkind en de ervaring van een placement breakdown? =>Gaan ervan uit dat pleegkinderen doorstromen van minder naar meer ingrijpende hulpverleningsvorm. Dus eerst ambulante hulp, en wanneer dit niet werkt residentiële. Is dit altijd zo? Voortkomende hypothese: Meer kans op breakdown, bij residentiële hulpverleningsgeschiedenis.

11 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
Vraag: Heeft type plaatsing invloed op breakdown? Hypothese: Minderjarigen hebben binnen een pleegplaatsing voor onbepaalde duur meer kans op placement breakdown. Vraag: Stromen minderjarigen door waarbij breakdown voorkwam door naar een meer ingrijpende hulpverleningsvorm? Hypothese: Minderjarige waarbij de beëindigde pleegplaatsing als placement breakdown wordt beoordeeld, stromen door naar meer ingrijpende hulpverleningsvorm.

12 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
6. Kwantitatief onderzoek a.d.h.v. Secundaire bronnenanalyse en record linkage Retrospectieve analyse: Betrokken pleegkinderen worden gevolgd doorheen de volledige periode van plaatsing. => Al dan niet gunstig? ! Niet representatief

13 Pleegzorg placement breakdown en geassocieerde kind-en plaatsingsgerelateerde factoren
7. Resultaten en implicaties voor de praktijd en verder onderzoek Type pleegplaatsing Type plaatsing van belang om breakdown te voorkomen 1/8 crisisplaatsing krijgt breakdown 1/2 Pleegplaatsing onbepaalde duur krijgt breakdown Doorstroom van pleegkinderen na pleegzorgplaatsing Van pleegzorg naar residentiële: 2/3 als gunstig gezien Van pleegzorg naar eigen gezin: 2/3 als gunstig beoordeeld Instellingsgeschiedenis van pleegkinderen Geen verband tussen hulpverleningsgeschiedenis en placement breakdown. => te beperkte studie? Echt geen verbanden?? Bij doorverwijzende instanties wel verband: 2/3 als gunstig beoordeeld


Download ppt "Alternatieven Bijzondere Jeugdbijstand"

Verwante presentaties


Ads door Google