Troost voor het hart 2 Corinthiërs 1:1-12. Paulus – apostel van Christus Jezus - door de wil van God.

Presentatie over: "Troost voor het hart 2 Corinthiërs 1:1-12. Paulus – apostel van Christus Jezus - door de wil van God."— Transcript van de presentatie:

1 Troost voor het hart 2 Corinthiërs 1:1-12

2 Paulus – apostel van Christus Jezus - door de wil van God

3 Genade - om niet, cadeau + Vrede - verzoening door het kruis

4 Van God, onze Vader en van de Heer Jezus Christus gelovige mensen te Corinthe

5 Paulus eerste aanwezigheid in Corinthe: ‘in de genade van God’ (2 Corinthiërs 1:12) Paulus tweede komst  tweede genade (2 Corinthiërs 1:15)

6 Gezegend (is) de God en Vader van onze Heer Jezus Christus 2 Corinthiërs 1:3

7 de Vader van het medelijden (mv)

8 de God van alle vertroosting Vertroosten: opbeuren, bemoedigen

9 nacham = vertroosten, berouw hebben נחם

10 Noach En hij gaf hem de naam Noach, en zei: Deze zal ons troosten over ons werk en over het zwoegen van onze handen, vanwege de aardbodem, die door Jahweh vervloekt is. Genesis 5:29

11 Toen kreeg Jahweh er berouw over (nacham) dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart.

12 Noach: type van de Heer Jezus Christus Tegenbeeld: de doop – de dood en opstanding van Hem – de troost! 1 Petrus 3:20,21

13 De God van alle vertroosting: vernieuwing

14 De God van alle vertroosting nieuw verbond (2 Corinthiërs 3) nieuwe schepping (2 Corinthiërs 5) nieuwe mensheid (Efeziërs 2) zó troost God en spreekt tot ons hart

15 God….Die ons troost in al onze verdrukking… straf van God?

16 zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, Troosten = para-kaleo: langsbij-roepen, erbij roepen

17 …met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden…

18 Wie werden getroost en waarmee? Noach – Isaak – Esau – de broers van Jozef

19 Ruth, de moabitische.

20 Boaz antwoordde en zei tegen haar: Het is mij allemaal verteld, alles wat u na de dood van uw man voor uw schoonmoeder gedaan hebt, en hoe u uw vader en uw moeder en uw geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat u gisteren en eergisteren niet kende. (2:11) OUD

21 Moge Jahweh uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van Jahweh, de God van Israël, onder wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen. (2:12) Troost NIEUW

22 En zij zei: mag ik altijd genade vinden in uw ogen, mijn heer, want u hebt mij getroost en u hebt naar het hart van uw dienares gesproken, hoewel ik niet ben als een van uw dienaressen. Ruth 2:13

23 Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig. 2 Corinthiërs 1:5

24 Paulus’ verdrukking in Asia (vers 8): want wij willen niet, broeders, dat jullie geen weet hebben van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is:

25 Handelingen 19, Paulus in Efeze. Eerst in de synagoge, men werd verhard, daarna zonderde Paulus zich af in de school van een zekere Tyrannus.

26 …dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten…

27 God is trouw

28 Ja wij hadden voor onszelf het doodvonnis al ontvangen, opdat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, die de doden opwekt (vers 9)

29 God, die de doden opwekt, is de God van alle vertroosting

30 Hij heeft ons uit zo’n grote dood geborgen, en Hij zal (ons) bergen. Op Hem hebben wij onze verwachting gesteld, dat Hij ons verder zal bergen.