De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

In deze dienst zal Ds. R.Tigelaar voorgaan. Voor de dienst zingen we Gz. 34 Schriftlezing: Genesis 11: 1-9, 27-32 Tekst: Genesis 12: 1-3.

Verwante presentaties


Presentatie over: "In deze dienst zal Ds. R.Tigelaar voorgaan. Voor de dienst zingen we Gz. 34 Schriftlezing: Genesis 11: 1-9, 27-32 Tekst: Genesis 12: 1-3."— Transcript van de presentatie:

1 In deze dienst zal Ds. R.Tigelaar voorgaan. Voor de dienst zingen we Gz. 34 Schriftlezing: Genesis 11: 1-9, 27-32 Tekst: Genesis 12: 1-3

2 Deze zondag is de laatste zomerweek dat “alle” teksten op de beamer staan. Vandaag nog wel geprojecteerd: - Liturgie. -Teksten van de gezongen psalmen, gezangen en liederen. - Doopformulier - Bijbelteksten. GKV Hardenberg Baalderveld-oost Denk weer aan het meenemen van uw Bijbel en Liedboek! Vanaf volgende week gaan we weer “normaal” projecteren. - Liturgiebord en preekondersteuning -

3 In deze dienst zal Ds. R.Tigelaar voorgaan. Voor de dienst zingen we Gz. 34 Schriftlezing: Genesis 11: 1-9, 27-32 In deze dienst zullen ook Rachelle Lennips en Timo Nijman gedoopt worden.

4  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek Voor de dienst: Voor de dienst: Gz. 34

5 Al zou de vijgeboom niet bloeien, geen opbrengst aan de wijnstok zijn, toch zal mijn beker overvloeien want Jezus schonk mij vreugdewijn. Al draagt ook de olijf geen vruchten ontbreekt het koren op het veld, met Hem heb ik geen kwaad te duchten die zelfs mijn hoofdhaar heeft geteld. Gz. 34 : 1, 2, 3

6 Al loopt geen schaap meer in de weide en staat geen rund meer in de stal toch zal ik mij in Hem verblijden, die is, die was en komen zal. Hij maakt mijn voeten als der hinden, zodat ik op mijn hoogte treed. 'k Zal mij aan zijn beloften binden, en word met zijn gezag bekleed. Gz. 34 : 1, 2, 3

7 Al kwellen ziekten, zorgen, machten, ik zal hen met Gods woord verslaan, ik blijf zijn beeld in mij verwachten, al klaagt de boze mij ook aan. Nochtans, ja nochtans zal ik juichen: De HERE Here is mijn kracht, en ied're vijand zal zich buigen voor Hem die alles heeft volbracht. Gz. 34 : 1, 2, 3

8 Mededelingen  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

9  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

10  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

11 Ik zal met heel mijn hart uw eer bezingen, HEER, U dank bewijzen. Al staan de goden om mij heen, HEER, U alleen, U blijf ik prijzen. Ik buig mij naar uw tempel neer, uw naam en eer zal ik verhogen Uw trouw en goedertierenheid zal ik verblijd met psalmen loven. Ps. 138 : 1, 2

12 Want U hebt om uw grote naam gestand gedaan wat stond geschreven. U hebt mijn ziel op haar gebed verhoord, gered, haar kracht gegeven. De koningen der aarde, HEER, gaan U hun eer en lof bewijzen, en om de waarheid van uw woord, door hen gehoord, uw grootheid prijzen Ps. 138 : 1, 2

13  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

14  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

15 Opwekking 518 Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zou gaan, ik weet dat U daar bent. Heer, U doorgrondt en kent mij

16 Opwekking 518 Heer, U doorgrondt en kent mij Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag.

17 Opwekking 518 Heer U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven; U bent oneindig groot. Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat U mijn leven kent en wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent. Heer, U doorgrondt en kent mij

18 Opwekking 518 Heer, U doorgrondt en kent mij Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, (…nog een keer refrein)

19 Opwekking 518 Heer, U doorgrondt en kent mij Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag.

20  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

21  Formulier 3 (blz. 725 GK)  Doopbediening  Lb.434: 1, 3, 5

22 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, NN en NN hebben te kennen gegeven dat zij hun kind willen laten dopen. Wanneer in de gemeente van Christus de doop wordt bediend,gebeurt dat volgens het woord van onze Heer Jezus Christus Hij heeft zijn apostelen de opdracht gegeven alle volken tot zijn leerlingen te maken en hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en hun te leren zich te houden aan alles wat hij hun opgedragen had. In de brieven van de apostelen wordt ook over de doop gesproken. Zo zegt Paulus dat wie in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn. We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden.  Formulier 3 (blz. 725 GK)

23 Ook de kinderen mogen delen in dit geheim, overeenkomstig het woord van Jezus: Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen,want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Het volk Israël trok met zijn kinderen uit Egypte, het land van duisternis en slavernij, door de Rietzee en de woestijn op weg naar het beloofde land. Dus stonden ook de kinderen onder Gods belofte en opdracht. Reeds sinds Abraham, de vader van alle gelovigen, wordt het verbond ingescherpt door de besnijdenis aan jongens op de achtste dag na de geboorte. Volgens de apostel Paulus zijn de gelovigen in Christus besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam. Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven.

24 Zo heeft de kerk sinds de dagen van de apostelen aan de kinderen de doop bediend. In de naam van de Vader gedoopt worden is een teken en zegel dat God de Vader voor eeuwig zijn genadeverbond met ons sluit. Hij geeft daarmee te kennen dat hij ons tot zijn kinderen en aanneemt. En maakt tot zijn erfgenamen Hij zet Zich voor ons in ten goede. In de naam van de Zoon gedoopt worden is een teken en zegel dat de Heer Jezus al onze zonden afwast op grond van zijn lijden en sterven. Wij mogen met hem opstaan in een nieuw leven, bevrijd van zonde en schuld. In de naam van de heilige Geest gedoopt worden is een teken en zegel dat Hij vast en zeker in ons wil wonen en werken.

25 Hij verbindt ons aan Christus en doet ons delen in het heil dat Christus voor ons verdiend heeft. De schatten van Christus maakt hij ons eigen: de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven totdat wij eenmaal met alle heiligen God zullen loven in de wereld die komt. Op grond van het verbond roept en verplicht de doop ons tot een nieuwe gehoorzaamheid. Laten wij toegewijd zijn aan de ene God, Vader, Zoon en heilige Geest. Laten we hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze krachten. Loslaten moeten we al wat onheilig is. Afsterven moet ons oude, zondige leven, opdat we helemaal een nieuw leven leiden in dienst van God. En als we in zonden vallen – we zij en blijven immers zwak – dan moeten we niet aan de genade van God twijfelen.

26 En niet blijven doorgan met zondigen, want de doop is een zegel en een vat teken dat het verbond met God eeuwig is. Samengekomen rond de doopvont worden wij allen getuigen van de doop van dit kind en gedenken wij onze eigen doop. Laten wij ons dan niet schamen om Christus openlijk te erkennen, want het evangelie is Gods reddende kracht voor allen die geloven. In gemeenschap met de kerk van alle tijden en alle plaatsen spreken wij openlijk uit: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer; die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven,

27 neergedaald in de hel; op de derde dag opgestaan uit de doden; opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest. Ik geloof een heilige, katholieke, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving van de zonden; opstanding van het vlees; en een eeuwig leven.

28 Vragen aan de ouders In geloof moeten wij de doop verlangen en niet uit gewoonte of voor de uiterlijke vorm. Daarom vragen wij u eerlijk antwoord te geven op de volgende vragen: - Erkent u dat onze kinderen van hun vroegste begin in de macht van de zonde zijn en aan het eeuwig oordeel onderworpen zijn, maar dat zij op grond van het lijden en sterven van Christus uit deze duisternis worden getrokken in het licht van zijn verlossing en dat zij daarom als leden van zijn gemeente gedoopt behoren te worden? - Gelooft u dat de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament het verlossende Woord van God zijn, zoals de kerk dat ook openlijk in haar geloofsbelijdenis uitspreekt en erkent en zoals dat ook in de kerk alhier wordt verkondigd?

29 - Belooft u uw kind bij het opgroeien zo te onderwijzen en te laten onderwijzen dat het zijn doop leert verstaan, en belooft u uw kind voor te gaan in een christelijke levenswandel? Vader en moeder…….. wat is daarop uw antwoord?

30  Doopgebed

31 Rachelle Lennips

32 Timo Nijman

33  Formulier 3  Doopbediening  Lb.434: 1, 3, 5

34 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here. Lb. 434 : 1, 3, 5

35 Lof zij de Heer die uw lichaam zo schoon heeft geweven, dagelijks heeft Hij u kracht en gezondheid gegeven. Hij heeft u lief, die tot zijn kind u verhief, ja, Hij beschikt u ten leven. Lb. 434 : 1, 3, 5

36 Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen. Lb. 434 : 1, 3, 5

37  Formulier 3  Doopbediening  Lb.434: 1, 3, 5  Uitreiken doopkaarten.

38  Dankgebed

39  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

40 1 Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken. 2 Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. 3 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. 4 Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ 5 Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. Genesis 11: 1-9, 27-32

41 6 Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. 7 Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. 8 De HEER verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. 9 Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht de HEER verwarring in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde hij de mensen over de hele aarde. Genesis 11: 1-9, 27-32

42 27 Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; 28 hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad van de Chaldeeën, in zijn geboorteland. 29 Abram en Nachor trouwden allebei. Abrams vrouw heette Sarai, Nachors vrouw heette Milka; zij was een dochter van Haran, die naast Milka nog een dochter had, Jiska. 30 Sarai was onvruchtbaar, zij kreeg geen kinderen. 31 Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee, evenals zijn kleinzoon Lot, de zoon van Haran, en zijn schoondochter Sarai, Abrams vrouw. Samen gingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 32 Terach leefde tweehonderdvijf jaar. Hij stierf in Charan. Genesis 11: 1-9, 27-32

43  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

44 Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Abraham, je moet gaan wonen in het land dat ik zal tonen. Tel de sterren in de nacht, zo groot wordt jouw nageslacht. Gz. 3 : 1, 2, 3

45 Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Ik zal jou mijn zegen geven, je geleiden allerwegen, en de volkeren tezaam vinden zegen in jouw naam. Gz. 3 : 1, 2, 3

46 Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Abraham, verlaat zijn land, verlaat zijn stam! Met een woord gaat hij het wagen. Zonder verder iets te vragen staat hij op en gaat op reis, langs de weg die God hem wijst. Gz. 3 : 1, 2, 3

47  Votum en zegengroet  Ps.138: 1, 2  Lezen van de wet  Opw.518  Gebed  Dopen  Lezen:Genesis 11: 1-9, 27-32  Gz.3  Tekst:Genesis 12: 1-3  Preek

48 1 De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. 3 Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij. Genesis 12: 1 - 3

49 Na de preek: Ps. 105 : 1, 3, 5

50

51 Abram geroepen: God zoekt de mens weer op: genade Geroepen om alle zekerheid bij God te zoeken Opdracht, belofte en zegen bij elkaar houden – Tegen eenzijdige kijk op het verbond Geloven is zekerheid buiten jezelf zoeken (Hebr 11) Wij geroepen: Gods initiatief in Christus (doop) Roeping vraagt om antwoord In vertrouwen je geven aan God geeft zegen

52  Ps.105: 1, 3, 5  Gebed  Collecte  Ps.138: 3, 4  Zegen

53 Looft, looft verheugd de HEER der heren, aanbidt zijn naam en wilt Hem eren. Laat alle volken nu verstaan de wondren, die Hij heeft gedaan. En spreekt met eerbied en ontzag van al zijn werken dag aan dag. Ps. 105 : 1, 3, 5

54 Vraagt naar de HEER en naar zijn sterkte naar Hem die al uw heil bewerkte. Zoekt dagelijks zijn aangezicht, gedenkt al wat Hij heeft verricht. Slaat acht op 't oordeel van zijn mond en vreest Hem, volk van Gods verbond. Ps. 105 : 1, 3, 5

55 God zal zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig zijn verbond gedenken. Wat Hij beloofd heeft, blijft van kracht tot in het duizendste geslacht 't Verbond met Abraham, zijn vrind, bevestigd Hij van kind tot kind. Ps. 105 : 1, 3, 5

56  Ps.105: 1, 3, 5  Gebed  Collecte  Ps.138: 3, 4  Zegen

57  Vandaag  1 e V.S.E. (Vereniging Samenwerking Emeritering)  2 e Rente en aflossing  Volgende week  1 e T.U.  2 e Rente en aflossing  Ps.138: 3, 4

58  Ps.105: 1, 3, 5  Gebed  Collecte  Ps.138: 3, 4  Zegen

59 Zij breken in gejubel uit en roemen luid des HEREN wegen, want groot is 's HEREN Heerlijkheid zijn majesteit, zijn trouw en zegen. Hij slaat, al troont Hij nog zo hoog, op hen het oog, die needrig knielen, maar uit de verte ziet Hij aan de dwaze waan van trotse zielen. Ps. 138 : 3, 4

60 Als ik, omringd door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt U mij leven. Hoe ook de toorn mijns vijands brandt, uw rechterhand zal redding geven. De HERE is getrouw en sterk, Hij zal zijn werk voor mij voleinden. Verlaat niet wat uw hand begon, o levensbron, wil bijstand zenden. Ps. 138 : 3, 4

61  Ps.105: 1, 3, 5  Gebed  Collecte  Ps.138: 3, 4  Zegen

62 Tot vanavond. Morgenlicht 18:30 uur Ds. P.K. Meijer

63


Download ppt "In deze dienst zal Ds. R.Tigelaar voorgaan. Voor de dienst zingen we Gz. 34 Schriftlezing: Genesis 11: 1-9, 27-32 Tekst: Genesis 12: 1-3."

Verwante presentaties


Ads door Google