De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

NTHR Congres 2016 Nieuw Duits zeerecht Prof. mr. Frank Smeele 8 april 2016.

Verwante presentaties


Presentatie over: "NTHR Congres 2016 Nieuw Duits zeerecht Prof. mr. Frank Smeele 8 april 2016."— Transcript van de presentatie:

1 NTHR Congres 2016 Nieuw Duits zeerecht Prof. mr. Frank Smeele 8 april 2016

2 Opbouw Inleiding Totstandkoming Structuur HGB Terminologie Doel: modernisering Ambivalentie tegenover eenvormig zeevervoerrecht Dwingend rechtelijk karakter Vervoersdocumenten Algemeen Cognossement Procesrecht Nieuw Duits zeerecht

3 Inleiding Totstandkomingsgeschiedenis 2004Instelling groep van deskundigen o.l.v. Prof. Herber 2009 Afsluitend rapport en tekstvoorstel 2011Wetsontwerp ministerie van Justitie 2012Wetsvoorstel Bondsregering 2013 Gesetz zur Reform des Seehandelsrecht vom 20. April 2013, BGbl. 2013 I Nr. 19. Nieuw Duits zeerecht

4 Inleiding Structuur Boek 5 “Seehandel” HGB (Oud)(Nieuw) IAlgemene BepalingenIPersonen van de Scheepvaart IIReder en Rederij III Kapitein Nieuw Duits zeerecht

5 Inleiding Structuur Boek 5 “Seehandel” HGB (Oud)(Nieuw) IVOvereenkomsten vanIIVervoerovereenkomsten goederenvervoer 1Goederenvervoer 1Stukgoed VOvereenkomsten van 1Algemeen personenvervoer 2Documenten 3Aansprakelijkheid ladingschade 2Reisbevrachting 2Personenvervoer IIITerbeschikkingstelling schip 1Rompbevrachting 2Tijdbevrachting Nieuw Duits zeerecht

6 Inleiding Structuur Boek 5 “Seehandel” HGB (Oud)(Nieuw) VIBodemerij (tot 1937) IVNoodsituaties van het schip 1Aanvaring VIIAvarij 2Hulpverlening 1Avarij grosse en bijzondere 3Avarij-grosse avarij 2 Hulpverlening VScheepsvoorrechten VIIIBerging en hulpverlening VI Verjaring IX ScheepsvoorrechtenVIIBeperking van aansprakelijkheid XZeeverzekeringVIIIProcesrecht XIVerjaring Nieuw Duits zeerecht

7 Inleiding Structuur Boek 5 “Seehandel” HGB Opmerkingen NL recht rekent tijd- en reisbevrachtingen tot overeenkomsten van zeevervoer (art. 8:370 BW). De rompbevrachting is een sui generis overeenkomst (art. 8:530 BW). Duits recht onderscheidt tussen “Befördungsverträge” en “Schiffs- überlassungsverträge”, waarbij reisbevrachting tot de eerste en tijdbevrachting (“Zeitcharter”, § 557 HGB) en rompbevrachting (“Schiffsmiete”, § 553 HGB) tot de tweede categorie behoren. Nieuw Duits zeerecht

8 Inleiding Structuur Boek 5 “Seehandel” HGB Opmerkingen HGB biedt geen uitputtende regeling. Diverse relevante thema’s zijn elders in de wet geregeld. Bijv. Scheepsregister Wrakopruiming Olieverontreiniging door olietankschepen Vervoer van gevaarlijke stoffen Duits recht streeft geen integratie van handelsrecht in burgerlijk recht na. De koopman bestaat in Duitsland nog steeds al is de relevantie van dit begrip gering geworden. Vgl. § 481 HGB. Nieuw Duits zeerecht

9 Inleiding Terminologie “Reeder” (§ 476 HGB) = scheepseigenaar. “Ausrüster” (§ 477 HGB) = wie met een hem niet toebehorend schip de scheepvaart bedrijft. “Frachtvertrag” (§ 407 HGB) = vervoerovereenkomst “Seefrachtvertrag“ = overeenkomst van goederenvervoer over zee. Twee vormen: “Stückgutfrachtvertrag” (§ 481 e.v. HGB) = bevrachting.. bij aanleg op stukgoederen, vgl. art. 453, 2. WvK 1838. “Reisefrachtvertrag” (§ 527 e.v. HGB) = reisbevrachting. Nieuw Duits zeerecht

10 Inleiding Terminologie Aanduiding partijen bij (zee)vervoerovereenkomst: “Frachtvertrag”: “Absender” (afzender), “Frachtführer” (vervoerder) en “Empfänger” (Ontvanger). “Seefrachtvertrag”: “Befrachter” (afzender), “Verfrachter” (vervoerder) en “Empfänger” (ontvanger). Bij “Konnossementen” ook nog: “Ablader” (aflader) en “Legitimierte Besitzer” (regelmatig houder) en “Berechtigte” (materieel rechthebbende) Nieuw Duits zeerecht

11 Doel: modernisering Boek 5 HGB was verouderd en achterhaald Gebaseerd op Allgemeines Deutsches Handelsgesetzbuch (ADHGB) uit 1861 (!) Overgenomen in Handelsgesetzbuch (HGB) 1900 Zeilschepen. Bodemerij “Partenreederei” (rederij) Scheepsverklaring Veranderde rol kapitein van ondernemer tot werknemer. Kappen “dood hout” in Boek 5 HGB: van 304 naar 144 paragrafen! Bij Havarei van 34 naar 8 paragrafen. Aanvaring van 9 naar 4 paragrafen. Nieuw Duits zeerecht

12 Doel: modernisering Nieuwe materieelrechtelijke bepalingen wenselijk Regeling tijdbevrachting en rompbevrachting. Aansprakelijkheid uitvoerende vervoerder. Regeling beschikkingsrecht (right of control) Gelijkstelling naam cognossement aan die aan order/toonder Regeling zeevrachtbrief Erkenning elektronisch equivalent. Aandacht voor procesrecht Uitbreiding commune bevoegdheidsgronden Duitse rechter. Uitbreiding beslagmogelijkheden. Nieuw Duits zeerecht

13 Ambivalentie tegenover zeevervoerverdragen Wetgevingsgeschiedenis 1861 Allgemeines Deutsches Handelsgesetzbuch (ADHGB) 1900Handelsgesetzbuch (HGB) 1924Brussels cognossementsverdrag (Hague Rules) 19371. Seerechtsänderungsgesetze 1968Protocol tot wijziging (Visby Rules) 1978Hamburg Rules 19862. Seerechtsänderungsgesetz (incorporatie Visby Rules) 1989Londens Hulpverleningsverdrag 1998Gesetz zur Neuregelung des Fracht-, Speditions-, und Lager- rechts (Transportrechtsreformgesetz - TRG) (boek 4 HGB) 20013. Seerechtsänderungsgesetz 2001 2008Rotterdam Rules 2013Gesetz zum Reform des Seehandelsrecht (boek 5 HGB) Nieuw Duits zeerecht

14 Ambivalentie tegenover eenvormig zeevervoerrecht Duitse houding niet gemakkelijk te duiden Eenvormigheid: Wordt groot belang aan gehecht. Grote bijdrage via wetenschap (rechtsvergelijking) en rechtspraak Anderzijds: “Moet niet ten koste van de kwaliteit van het Duitse recht gaan.” Liever geen binding. Duitsland als gidsland. “Leading the world?” Gevolgen: Boek 5 HGB lijkt volgens het cafetariamodel samengesteld. Willekeurige greep uit verschillende bronnen. Meer disuniformiteit. Nieuw Duits zeerecht

15 Ambivalentie Voorbeelden Aansprakelijkheidsperiode zeevervoerder: van inontvangstneming tot aan aflevering van de goederen (“Obhut”), (§ 498 HGB) Zo ook Hamburg Rules en RR en algemeen deel Duits vervoerrecht. (§ 425 HGB) Zo niet echter: Hague Rules. Invoering figuur van uitvoerende vervoerder (§ 509 HGB): Sluit aan bij rechtsontwikkeling in vervoerrecht (Hamburg Rules, RR, Montreal, CIM, CMNI), maar wijkt af van Hague Rules. Definitie is zo ruim (“Wird die Beförderung ganz oder teilweise durch einen Dritten ausgeführt”) dat § 509 HGB ook toepasselijk is op stuwa-door, die laadt of lost, op terminal die lading in opslag heeft voor en na het zeevervoer en op de scheepseigenaar van een “feeder vessel”. Nieuw Duits zeerecht

16 Ambivalentie Voorbeelden Regeling beschikkingsrecht (right of control) §491, §492 §520 HGB) onder vervoerovereenkomst: Gebaseerd op algemene deel Duits vervoerrecht (§ 418 HGB), dat steunt op art. 12 CMR. Niet op de RR. Niet geregeld in: Hague Rules en Hamburg Rules. Afschaffing van wettelijke exceptie voor nautische fout en brand (§ 499 HGB) Lijkt nog meest op systeem van art. 17 (3) RR. Duidelijk anders: art. 5 Hamburg Rules of Boek 4 HGB in § 425 en § 426 HGB (gebaseerd op art. 17 CMR). Onverenigbaar met Hague Rules, waar Duitsland nog altijd partij bij is. Nieuw Duits zeerecht

17 Ambivalentie Voorbeelden Geen regeling van vertragingsschade: Wel voorgesteld door deskundigengroep, maar niet gerealiseerd. Evenals Hague Rules, maar anders dan art. 5 Hamburg Rules, art. 21 RR en § 425 HGB. Evenmin verhoging van de limieten (§ 504 HGB): Deskundigengroep had voorgesteld om te verhogen tot 3 SDR per kg en 875 SDR per collo. Nieuw Duits zeerecht

18 Dwingend rechtelijk karakter Partijautonomie en vormvereiste Evenals in algemene Duitse vervoerrecht (§ 449 HGB) is dwingend recht losgelaten en vervangen door algemeen vormvereiste (in § 512 (1) HGB) waaraan afwijkende bedingen moeten voldoen: In detail (“im Einzelnen”) uitonderhandeld contract. Kan voor meerdere gelijksoortige contracten tussen dezelfde pp. gesloten worden. Geldt ook voor cognossementen, (§ 525 HGB), maar niet tegenwerpbaar aan derde-houder (§ 525 2 e zin HGB). “Before and after” clause in cognossement ongeldig. Uitzondering: Vormvereiste geldt niet voor zover pp. bij beding in cognossement of de zeevrachtbrief hogere limiet hebben bedongen of bij exoneratie voor schuld van onderge­schikten/bemanning bij de navigatie of behandeling van schip. (§ 512 (2) HGB). Nieuw Duits zeerecht

19 Vervoersdocumenten Zeevrachtbrieven Wettelijke regeling (§ 526 HGB) Zelfde inhoud als cognossement (§ 515 HGB) Zelfde bewijskracht als cognossement (§ 517 HGB) Omdat zeevrachtbrief geen waardepapier is geldt echter niet: De verweermiddelenregel (§ 522 HGB) De “Skripturhaftung” (§ 523 HGB). Erkenning elektronisch equivalent: Zeevrachtbrief (§ 426 (4) HGB) Cognossement (§ 516 (2) HGB) Nieuw Duits zeerecht

20 Vervoersdocumenten Cognossement Evenals NL recht definieert Duitse wet het cognossement niet. Wel somt § 515 HGB – anders dan NL recht – op welke gegevens het cognossement moet bevatten. Verhouding vervoerovereenkomst-cognossement (§ 519 HGB): alleen de in het cognossement neergelegde (“verbriefte”) verbin- tenissen komen toe aan cognossementhouder. De overige verbintenissen komen toe aan afzender. Niet in het cognossement genoemde lading Nevenverbintenissen Aflevertermijn Nieuw Duits zeerecht

21 Vervoersdocumenten Cognossement Gelijkstelling cognossement op naam aan order- en toonder cog- nossementen (§ 519 3 e zin HGB). Geen incorporatie van bedingen uit reisbevrachting of algemene voorwaarden vervoerder door verwijzing in cognossement (§ 522 (1) HGB). N.B. Congenbill. Nieuw Duits zeerecht

22 Vervoersdocumenten Cognossement Recht op afgifte cognossement “Ablader” (§ 513 (1) HGB), maar thans behoudens afwijkend beding in cognossement. Ablader is wie lading ten vervoer meegeeft aan vervoerder en die als zodanig door Befrachter is benoemd. N.B. Ten onrechte wordt hiervoor beroep gedaan op art. 3 (3) Hague Rules en art. 35 RR. Aktieve legitimatie: Duits recht werkt in § 519 HGB met begrippen: “Legitimierte Besitzer” (regelmatig houder) (= processuele legitimatie) “Berechtigte aus Konnossement” (materiële legitimatie). Nieuw Duits zeerecht

23 Vervoersdocumenten Cognossement Recht op afgifte cognossement “Ablader” (§ 513 (1) HGB), maar thans behoudens afwijkend beding in cognossement. Ablader is wie lading ten vervoer meegeeft aan vervoerder en die als zodanig door Befrachter is benoemd. N.B. Ten onrechte wordt hiervoor beroep gedaan op art. 3 (3) Hague Rules en art. 35 RR. Passieve legitimatie: vermeldt het door kapitein of scheepsagent uitgegeven cognossement niet (duidelijk) wie vervoerder is, dan is (i.p.v. de vervoerder) de Reeder gebonden en gerechtigd uit cognossement (§ 518 HGB, vgl. § 644 HGB aF). Nieuw Duits zeerecht

24 Procesrecht Commune rechtsmacht Duitse rechter Speciale bevoegdheidsgronden voor Beförderungen (§ 30 ZPO) Goederenvervoer: plaats van inontvangstneming en aflevering Personenvervoer: plaats van vertrek en aankomst. Overdaging uitvoerende vervoerder: woonplaats contractuele vervoerder Overdaging contractuele vervoeren: woonplaats uitvoerende vervoerder. Vorderingen uit hulpverlening: forum actoris van de eiser. (§ 30a ZPO) Nieuw Duits zeerecht

25 Procesrecht Verruiming mogelijkheden voor scheepsbeslag Niet langer geldt de eis van een “bijzondere beslaggrond” in § 917 (2) ZPO, bijv. tenuitvoerlegging in buitenland zonder dat er een executieverdrag met dat land is. Doel: het duitse recht in overeenstemming brengen met wat in Nederland onder art. 728 Rv geldt. Nieuw Duits zeerecht

26 Dank voor uw aandacht. Zijn er nog vragen?


Download ppt "NTHR Congres 2016 Nieuw Duits zeerecht Prof. mr. Frank Smeele 8 april 2016."

Verwante presentaties


Ads door Google