Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
VASTEN
2
Vasten is een teken van verootmoediging
Vasten is een teken van verootmoediging. Verootmoediging : vernederen of neerbuigen
3
Psalm 35: 13 ik verootmoedigde mij met vasten…..
4
Mattheüs 18:4 Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen.
5
Mattheüs 18:4 Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. Mattheüs 23:12 Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden.
6
Mattheüs 18:4 Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. Mattheüs 23:12 Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden. Jacobus 4:10 Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen.
7
Mattheüs 18:4 Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. Mattheüs 23:12 Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden. Jacobus 4:10 Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. 1Petrus 5:6 Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd.
8
Joël 2: 12 Maar ook nu nog luidt het woord des HEREN: Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht.
9
Mattheüs 17: 21 Maar dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.
10
Handelingen 13: 2 En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. 3 Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.
11
Handelingen 13: 2 En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. 3 Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan. Handelingen 14: 23 En nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen, droegen zij hen onder bidden en vasten de Here op, in wie zij geloofd hadden.
12
Galaten 5: 16 Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. 17 Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees (want deze staan tegenover elkander) zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
13
Romeinen 8: 7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: 8 zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. 9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.
14
1Corinthiers 9: 25 En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. 27 Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.
15
1 Corinthiërs 3: 16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? 17 Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! 18 Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden.
16
1 Corinthiërs 6: 19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
17
Mattheus 22: 37 Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
18
Romeinen 6: 12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, 13 en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.
19
Daniel 10: 2 In die dagen bracht ik, Daniel, drie volle weken door met rouw bedrijven; 3 smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel niet, tot er drie volle weken verlopen waren.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.