Download de presentatie
GepubliceerdMathilda Driessen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Plaatje vrienden op een bank
Jouw huis als thuis voor anderen.. Plaatje vrienden op een bank
3
Het probleem “Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg. Maar de wandaden van ons allen, liet de Heer op Hem neerkomen.” (Jes. 53:6)
4
De zorg om wat verloren was..
1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. 2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ 3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 4 ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? 5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders 6 en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” 7 Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. Lukas 15:1-7
5
Plaatje rij huizen, waarvan allemaal donker behalve 1.
6
Getuigen!? Nodig hen uit Stel vragen, luister Wees echt
7
Jezus en Johannes 18 Johannes kreeg van zijn leerlingen bericht over al deze gebeurtenissen. Hij riep twee van zijn leerlingen bij zich 19 en stuurde hen naar de Heer, aan wie ze moesten vragen: ‘Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ 20 Toen de mannen bij hem gekomen waren, zeiden ze: ‘Johannes de Doper heeft ons naar u gezonden om u te vragen: “Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?”’ 21 Hij genas toen juist veel mensen van ziekten en allerlei aandoeningen en van boze geesten en hij gaf tal van blinden het gezichtsvermogen terug. 22 Hij antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. 23 Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.’ Lukas 7:18-23
8
Opdracht: Jouw verhaal met God 1
Opdracht: Jouw verhaal met God 1. Hoe stond je ten opzichte van God voordat je Hem in je leven toeliet? En welke invloed had dat op je gevoelens, opvattingen, daden en relaties? 2. Waardoor begon je te denken dat God/Jezus iets kon veranderen in je leven? 3. Wat heeft je uiteindelijk ertoe bewogen om je vertrouwen op Jezus te stellen? 4. Hoe is God in je leven gekomen en ben je tot zekerheid gekomen dat je een persoonlijke relatie met Hem hebt? 5. Hoe is je leven gaan veranderen, nadat je God bent gaan vertrouwen? 6. Wat betekent die persoonlijke relatie met God nu in je dagelijkse leven?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.