Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Lucas’ eerste boek
2
De proloog van het Lucasevangelie (Lc 1,1-4)
Velen hebben zich er al toe gezet het verhaal te doen van wat zich bij ons heeft voltrokken, aan de hand van de overlevering van de oorspronkelijke ooggetuigen die dienaar van het woord zijn geworden. Nu heb ook ik besloten alles van voren af aan nauwkeurig na te gaan en voor u, geachte Teofilus, ordelijk op schrift te stellen, zodat u zich kunt overtuigen van de betrouwbaarheid van de berichten die u hebt ontvangen.
3
Thuis in de Grieks-Romeinse wereld
Goed gebouwde Griekse periode: signaal naar de lezer. Opdracht aan Theofilus. Een fictieve figuur of een concrete persoon? Een lezer met Grieks-Romeinse cultuurachtergrond? Keurig Grieks in het gehele evangelie: Lucas verbetert het Grieks van zijn bronnen. Vermijdt latinismen en aramaïsmen Kennis van medische termen: Lucas, een arts? (Kol 4,14) Of eerder een teken van zijn goede kennis van het Grieks? Opvallend: vermeldt zijn naam niet in tegenstelling tot andere Grieks- Romeinse auteurs en zelfs tot de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus. Herinnert veeleer aan de Bijbelse en joodse geschriften die vaak anoniem worden overgeleverd.
4
Thuis in de Bijbelse en joodse wereld
Vanaf Lc 1,5: de taal van de Septuaginta (Griekse Bijbelvertaling) Kindsheidsverhaal is een lappendeken van citaten en allusies aan de Septuaginta. In het Evangelie toont Lucas zijn uitgebreide kennis van de joodse Schrift. Lucas imiteert de taal van de Septuaginta: hij wil bewust zijn geschrift een Bijbelse sfeer geven. Lucas geeft de indruk zijn geschrift veeleer in de traditie van de joodse heilsgeschiedenis te plaatsen. De ethnische achtergrond van Lucas: joods of heidens?
5
De ‘velen’ en de ‘oorspronkelijke ooggetuigen’
Lucas zegt zelf geen ooggetuige van de gebeurtenissen te zijn geweest. Niet alleen de Septuaginta is zijn inspiratiebron, maar hij haalt info uit bronnen die hij niet nader specifieert (‘velen’). Historisch-kritische en literaire methode onderscheidt bronnen vanuit de synoptische vergelijking (twee-bronnentheorie): Het Marcusevangelie is de primaire bron en levert het overkoepelend schema. De Quelle biedt een waaier aan woordmateriaal van en over Jezus. Het is een hypothetische bron die gereconstrueerd wordt door de vergelijking tussen Lucas en Matteüs. Sondergut: een containerbegrip voor allerlei materiaal: geschreven en mondelinge tradities, maar ook eigen redactie van Lucas
6
Lucas gebruikt bronnen
De vergelijking tussen Marcus en Lucas leert dat Lucas een creatieve trouw vertoont ten opzichte van zijn bronnen. De vergelijking biedt de mogelijkheid om te zien hoe Lucas te werk gaat. De veranderingen die hij aanbrengt wijzen op zijn redactionele en theologische aandachtspunten. Eigen accenten, interesses, taal en stijl.
7
Wanneer schrijft Lucas?
Lucas is een christen van de tweede of derde generatie. Vroege datering is weinig waarschijnlijk. Tussen 80 en 100 Lucas is op de hoogte van de verwoesting van Jeruzalem in 70. Lucas kent het Marcusevangelie dat wellicht rond 70 geschreven werd Tussen 100 en 120? Recente exegeten willen Lucas later situeren: dit heeft met de datering van Handelingen te maken en Lucas’ eventuele kennis van een vroege verzameling Paulusbrieven, de ‘Oudheden’ van Flavius Josephus, de pastorale brieven en van de brieven van Plinius de jongere.
8
Waar schrijft Lucas? Lucas’ geografische kennis is gevarieerd:
Gebrekkige kennis van de geografie van Palestina: enkel plaatsnamen uit bronnen. Betere kennis van Jeruzalem en de kust van de Levant. Goede kennis van Egeïsche kust en binnenland. Voorgestelde plaatsen: Antiochië: was Lucas daar arts (Hiëronymus)? Een van de steden van de Egeïsche kust: Efese; Tessalonica? Rome: Hnd is gericht op en eindigt in Rome. Schrijft Lucas onderweg? Zijn dubbelwerk kan zowat overal in de hellenistische wereld ontstaan zijn. Samenhang met de interpretatie van Hnd.
9
Proloog in Hnd 1,1-2 Mijn eerste boek, Teofilus, ging over alles wat Jezus heeft gedaan en geleerd, vanaf het begin tot de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen die Hij had uitgekozen, door de heilige Geest zijn opdracht had gegeven.
10
Proloog in Hnd Auteur grijpt terug naar zijn eerste boek.
Handelingen is een essentieel onderdeel van Lucas’ project. Interpretatie van het evangelie moet ook vanuit het perspectief van Lucas’ tweede boek gebeuren en niet alleen vanuit de synoptische vergelijking. Eenheid van Lc-Hnd is min of meer onbetwist in de Lucasexegese: het perspectief van de evangelist reikt verder dan dat van de andere evangelisten. Lucas houdt rekening met wat in het tweede boek zal gebeuren: Lucas laat bijvoorbeeld het twistgesprek over reinheid in Mc 7,1-23 weg (in het kader van de ‘grote weglating’ van Mc 6,45–8,26) met het oog op de discussie over de heidenmissie die pas in Hnd een plaats krijgt.
11
Lucas en Paulus Wij-berichten in Hnd 16,10-17; 20,5-15; 21,1-18; 17,1–28,16. Was Lucas inderdaad gedurende enige tijd een reisgezel van Paulus, kent hij een reistraditie van een onbekende gezel van Paulus of gaat het om een literaire constructie? Lucas staat in ieder geval dicht bij de traditie van Paulus, maar geeft niet de indruk Paulus’ brieven te kennen. Theologische verschillen/variaties ten opzichte van Paulus zijn niet doorslaggevend. Lucas schrijft vanuit een eigen theologische invalshoek. Wij-berichten wijzen op Lucas’ interesse in een reizend en verkondigend bestaan. Dat klinkt door in het evangelie.
12
Traditionele identificatie van Lucas
In feite hangt de traditionele identificatie van de auteur van Lc-Hnd sterk samen met de gegevens van Hnd, en dan voornamelijk de wij- berichten. Evangelie en Handelingen zijn anoniem overgeleverd, maar de oude kerkelijke traditie identificeert de schrijver met Lucas, de trouwe gezel van Paulus en de geliefde arts. Oude manuscripten (papyri): ‘volgens Lucas’. Canon van Muratori, Irenaeus van Lyon, toegevoegde proloog.
13
Lucas in de paulinische literatuur
Philem 23-24 U groet Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus, en Marcus, Aristarchus, Demas en Lucas, allen medewerkers van mij. Kol 4,14 U groet mijn vriend Lucas, de arts, en Demas. 2 Tim 4,11 Alleen Lucas is bij me. Ga Marcus halen en breng hem met u mee; ik kan hem goed gebruiken voor het werk. 2 Kor 8,18-19 Met hem zenden wij de broeder die in alle gemeenten om zijn arbeid voor het evangelie wordt geprezen. Hij is bovendien door de kerken aangewezen als onze reisgezel bij dit liefdewerk, dat wij op ons hebben genomen ter ere van de Heer en als bewijs van onze goede wil. Lucas? Tendens in huidige exegese om Lucas dicht op Paulus te betrekken.
14
Nauwkeurig en ordelijk
Lucas heeft een structurerende geest in de macro- en micro-opbouw van zijn dubbelwerk. Hij heeft een fundamentele visie op de heilsgeschiedenis die in fasen verloopt. H. Conzelmann, Die Mitte der Zeit.
15
Heilsgeschiedenis in fasen
Lc 16,16 De Wet en de profeten golden tot Johannes; sindsdien wordt de Blijde Boodschap van het Rijk Gods verkondigd en iedereen tracht er met geweld binnen te komen. Lc 22,35-37 Hij sprak tot hen: 'Toen Ik u uitzond zonder beurs, reiszak of schoeisel, hebt ge toen aan iets gebrek gehad?' Ze antwoordden: 'Aan niets.' Hij hernam: 'Maar nu moet wie een beurs heeft, die meenemen, en eveneens een reiszak: en wie die niet bezit, verkope zijn mantel en schaffe zich een zwaard aan. Lc 4,21 Toen begon Hij hen toe te spreken: 'Het Schriftwoord [Js 62,1-2] dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.'
16
Heilsgeschiedenis in fasen
Lucas ziet de heilsgeschiedenis in drie periodes: De periode van Israël vanaf de schepping van de wereld tot en met Johannes de Doper. De grote en onherhaalbare heilsperiode van Jezus’ optreden vanaf zijn doopsel tot zijn hemelvaart. De periode van de Kerk vanaf Jezus’ hemelvaart tot zijn parousie. Lucas wil bewust geschiedenis schrijven vanuit zijn positie als christen van tweede of derde generatie: de overspannen eschatologische verwachting is voorbij. Het gaat hem om de beschrijving van de redding in Christus (‘sootèrion’ in Lc 2,30; 3,6 en Hnd 28,28).
17
Andere faseringen Geografische fasering in Lc-Hnd
Nazaret – Galilea – grote reis van Jezus naar Jeruzalem – Jeruzalem – Judea, Samaria (en Galilea) – Paulus’ reizen – Rome. Jezus’ verlossingsgebeuren in fasen: Temporeel onderscheid tussen Jezus’ verrijzenis, zijn Hemelvaart veertig dagen later en de zending van de Geest op het joodse Wekenfeest, vijftig dagen na Pasen.
18
Structurering van het evangelie?
In de handschriften zijn geen hoofdstukken of paragrafen terug te vinden. Structurering kan alleen op basis van literaire aanduidingen. Summiere structuur: Lc 1–2 Het kindsheidsverhaal Lc 3,1–9,50 Jezus’ optreden in Galilea Lc 9,51–19,28 Jezus’ reis met het oog op Jeruzalem Lc 19,29–24,53 Jezus in Jeruzalem: zijn optreden in de tempel en de laatste mysterievolle gebeurtenissen van lijden, dood, verrijzenis en hemelvaart.
19
Zodat u zich kunt overtuigen van de betrouwbaarheid van de berichten die u hebt ontvangen.
Geschiedenis vanuit een theologisch perspectief. Welk publiek heeft hij op het oog? Christenen: zijn geschrift is niet primair missionair, maar wil geloofsverdieping brengen. Een bijzondere aandacht voor christenen met een heidense achtergrond, die allicht niet onbekend zijn met joodse diaspora (kennis van de Septuaginta). Hij richt zich wellicht niet tot één gemeenschap, maar kijkt breder naar christenen in verschillende kerkgemeenschappen (cf. Katholieke brieven). Oog voor nog niet gelovige mensen uit hogere kringen? Aandacht voor een Grieks-Romeinse sub-elite?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.