Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verantwoord volgen.. De woorden van een leider bepalen met hun regels het karakter, de sfeer en de mentaliteit van de groep Soms gaat dat fout, doordat.
Advertisements

Basisboek Interviewen 3e druk 2012
Het schrijven van een practicum verslag
Citeren, verwijzen, voetnoten, paginanummering … GIP
De Republiek in een tijd van vorsten
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
naamwoordelijk gezegde
Examenvoorbereideing
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
Welk geloof had de tekenaar van deze bron?
1.Deze foto is zorgvuldig geënsceneerd. Leg dit uit.
Zakelijk lezen Nederlands.
De geo basisboek Hoofdstuk 1.
Paragraaf 6.2 Vorige les: Nederlanders en de wereldeconomie
Het Potlood.
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.3.
 Het tentamen wordt afgenomen op maandag 29 okt., zalen Alpha en Gamma van Wees er op tijd!! Te laat komen is afwezig.  Telefoon uit, eten.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
ANW - inductie & deductie
De christelijke kerk valt uiteen
Intensief lezen Lees de tekst grondig door en duid kernwoorden en/of –zinnen aan. Doe dit zo. Hoe doe je dit? Volg de pijl en dan zie je het symbooltje.
Opstel schrijven.
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Spreuken: De nederige wijze.
Beschouwing – De Laatste Tips
Uitleg persoonsvorm (pv)
Samenvatting Havo 5.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Onze school, Albeda colege Schiedam Nieuwland.
DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie
De dag vóór het examen Schrijf de data en uren waarop je examen moet doen op een groot vel papier en hang het goed zichtbaar op! Leg alles wat je voor.
Onze doelen en visie in beeld
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hoofdstuk 5 Vijfkaart hoog, eerste verkenning 1e9 NdF-h1 NdF-h5 1 1.
Wat is geschiedenis en wat heb je eraan?
Van gewesten naar eenheidsstaat
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
1.4 De Nederlandse Opstand
Het kwetsbare vertrouwen van ouders in de jgz Justine Pardoen Ouders Online.
Woordjes leren.
1 1588: de Staten-Generaal besluiten om zonder vorst verder te gaan, daardoor ontstaat republiek 1648: Bij de Vrede van Münster wordt de Republiek door.
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Versie 1: BESCHOUWEN is: met aandacht kijken naar… Deze powerpoint gaat over goed kijken en beschrijven en pas in tweede instantie over weten.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Leesvaardig Examentraining.
Inhoud Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen.
1 PO winkels en klanten onderzoek naar verzorgingsgebieden van winkels.
Centraal Examen Nederlands
CKO werkdag Halverwege de cyclus Kijken naar eigen werk en werk van anderen Aanpak uitwisselen Werkbladen maken in mixgroepen.
De vraag is je beste vriend
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Ontdekkers en Hervormers 1.4 De Nederlandse Opstand
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Albert van der Kaap 4 november 2016
Absolute vorsten De vorsten (koningen) waren afhankelijk van de adel, de adel betaalde namelijk veel geld en zorgden voor soldaten  een koning is dit.
Het Potlood.
Een instructie schrijven
Hoofdstuk 4 Schrijven en formuleren
Het Potlood.
Ontdekkers en Hervormers 1.3 De Nederlandse Opstand
Bronnen beoordelen op bruikbaarheid. Stap 1 Wat is de (onderzoeks)vraag? De bron moet passen bij de vraag die je gaat beantwoorden.
EXAMENTEKSTEN 1: SAMENVATTEN
Hoe leer je geschiedenis?
Transcript van de presentatie:

Tekstbronnen Wat moet je er mee?

Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk land gaat het?

Lees de toelichting Alleen KA en contexten mogen bekend verondersteld worden, dus: Jaartal Persoon staat in toelichting Plaats Overige info NB: toelichting is onderdeel van de bron!

Lees de bron Zoek naar sleutelwoorden/begrippen Onderstreep belangrijke informatie

Antwoord Begin je antwoord met het opschrijven van de vraag. Schrijf altijd in je antwoord: In de bron staat (citeer of parafraseer uit de bron) Kijk in de kantlijn naar het aantal punten. Zitten er in je antwoord ook zoveel elementen?

Bewering vraag Bij veel tekst- en beeldbronnen wordt bij de vraag eerst een bewering of uitspraak gedaan. Je moet vervolgens zeggen of die bewering/uitspraak klopt met wat in de bron staat. Begin je antwoord door eerst de bewering op te schrijven. Schrijf daarna: en in de bron staat Sluit af met een conclusie: dus is de bewering volgens de bron juist /onjuist. Kijk in de kantlijn naar het aantal punten dat je kunt halen. Zitten erin je antwoord ook zoveel onderdelen?

continuïteit en verandering Geef in je antwoord aan: wat was er eerst en wat was er later. Geef aan uit welke bron je iets hebt: in bron A staat… en in bron B staat….

Bruikbaarheid Hangt af van vraagstelling Wordt het antwoord op je vraag gegeven in de bron?

Betrouwbaarheid Om achter de betrouwbaarheid van bronnen te komen zijn vijf stappen nodig: 1.Lees de vraag goed. Het maakt nogal wat uit t.a.v. welk aspect de betrouwbaarheid wordt gevraagd. 2.Lees de toelichting bij de bron goed; daar staat veel informatie in. 3.Bepaal de tijd waaruit de bron komt in relatie met de tijd van de gebeurtenis of de persoon die beschreven wordt. Een ooggetuigenverslag (primaire bron) is het eerste belangrijke criterium voor de betrouwbaarheid. 4.Bepaal de auteur/tekenaar van de bron in relatie met de gebeurtenis of de persoon die beschreven wordt. De achtergrond van de auteur (standplaatsgebondenheid) is het tweede belangrijke criterium voor de betrouwbaarheid. 5.Combineer de gegevens en kom – zo mogelijk - tot een genuanceerd antwoord. Verwerk in het antwoord altijd gegevens uit de bron en de toelichting: Enerzijds is de bron wel betrouwbaar, wat blijkt uit..... Anderzijds is de bron niet betrouwbaar, wat blijkt uit

Vraagformuleringen Ook kan gevraagd/gezegd worden: … Geef twee voorbeelden uit de bron waaruit dit blijkt … Ontleen aan de bron … Ondersteun deze bewering met een aan de bron ontleend argument Leg uit dat in deze bron…. Uit deze bron blijkt... Toon dit aan. Leg uit dat in dit fragment …

Antwoordformulering Als gevraagd wordt “Leg dit uit aan de hand van de bron” of “Ontleen aan de bron”, dan altijd iets uit de bron noemen waaruit dit blijkt. Doe je dit niet, dan krijg je geen punten. Schrijf dus altijd voor de zekerheid: “In de bron staat/zie je....., dus “

Maak vraag 1 tm 4

Vraag 1 Uit het antwoord moet blijken, dat er sprake is van: Continuïteit, want zowel de Habsburgers als de Republiek maken gebruik van de Raad van State (als adviserend orgaan) voor het bestuur van het hele land / over zaken van algemeen belang (oorlog/belastingen) (1 pt) Verandering, want onder de Habsburgers bestaat de Raad van State uit edelen / door de landsheer aangewezen personen / uit een wisselend aantal raadsheren; in de Republiek bestaat de Raad van State uit een (vaste) afvaardiging van de gewesten (2 pt)

Vraag 2 Voorbeeld van een juist antwoord is: Uit bron 4 blijkt dat Jacobus ervan uitgaat dat de Staten- Generaal de VOC kunnen opdragen de vrede te bewaren (tussen de Nederlandse en Engelse kooplieden) (1pt) Uit bron 5 blijkt dat Winwood weet dat de Staten-Generaal geen zeggenschap hebben over de VOC / dat de VOC zich weinig aan zal trekken van instructies van de Staten-Generaal (1pt) Wat kan worden verklaard uit het verschil in kennis over de bijzondere staatsstructuur van de Republiek met het geringe centrale gezag van de Staten-Generaal / de VOC als een "staat in de staat" / waarvoor de verklaring kan zijn dat Jacobus zich als (semi)absoluut vorst niet kan voorstellen dat onderdanen zo zelfstandig kunnen optreden (1pt)

Vraag 3 Voorbeeld van een juist antwoord is: De schrijvers van de redevoering kiezen ervoor Filips II niet direct aan te vallen omdat de edelen anders zouden worden aangezien als rebellen (waarvoor de keizer/de Duitse vorsten geen begrip zal/zullen hebben) / keizer Maximiliaan II een neef is van Filips, waardoor kritiek op Filips II lijkt op kritiek op de keizer / de eed van vazal directe kritiek in de weg staat / de notie dat een koning namens God regeert directe kritiek op Filips II zou bestempelen als ketterij/godslastering (en daardoor niet zou worden geaccepteerd). (2pt)

Vraag 4 Engeland/Elizabeth heeft er belang bij dat de opstand in de Nederlanden zal slagen, omdat het een protestantse natie is / zelf ook een conflict met Spanje heeft / een handelsconcurrent van Spanje is. (2pt)