De post-kritische geloofsschaal Een nieuwe manier van omgaan met geloof…?
1. Waarom leidt godsdienst niet per definitie tot intolerantie? Intolerantie = onverdraagzaamheid HET is niet het geloof dat tot intolerantie leidt, maar wel de manier waarop je gelooft (of NIET gelooft)… Mensen die letterlijk geloven zijn meer geneigd tot intolerantie dan mensen die symbolisch met geloof omgaan. En dé godsdienst bestaat niet!
2. Waarom kan je niet zomaar spreken van dé godsdienst? Het gaat steeds om een specifieke, historisch bepaalde traditie die evolueert doorheen de tijd. We geloven anders dan in het verleden. Je kan ook anders geloven in hetzelfde tijdperk. CONTEXT!!! Elke gelovige bepaalt ook zijn eigen accenten, zijn eigen context.
3. Duid de uitspraak: Er is een fundamentele discrepantie tussen enerzijds de waarden die elke grote wereldreligie verkondigt en anderzijds de wreedheden die werden gepleegd in naam van God. Discrepantie: afwijking, tegenstrijdigheid, verschil ER is een enorm groot verschil, een grote tegenstrijdigheid, tussen de waarden zoals vrijgevigheid, liefde, respect, en de wreedheden uit naam van God zoals kruistochten, bombardementen, moorden, terrorisme… JE kan niet aan de ene kant zeggen: je mag niet doden en dan in naam van diezelfde God aan het moorden slaan…
De vier geloofsstijlen: 1.Letterlijk geloof: moeilijke vragen en veranderingen vermijden. Moeilijke vragen uit de weg (brengt onzekerheid). Zoeken vooral zekerheid in geloof; IN extreme mate wordt dit fundamentalisme. 2.Externe kritiek:letterlijk en ongelovig. Kunnen niet geloven omdat de geloofsinhouden niet kunnen bewezen worden. Geloof kan niet de zekerheid brengen die bijv. wetenschap brengt. Wat er verteld wordt is niet mogelijk, Dus geloven zij niet… 3.Relativisme: geneigd tot ongeloof. Staan open voor verschillende geloofstradities. Geloof hangt af van de cultuur waarin je bent opgebracht, dus is geloof relatief… 4.Post-kritisch geloof: Symbolisch geloof. Nemen niet alles letterlijk op. Zijn zich bewust van (en staan open voor) andere godsdiensten. Ze kunnen leven met een zekere vorm van twijfel.
5. Link tussen letterlijk met geloof omgaan en intolerantie ‘met geloof omgaan’ kan zowel geloof als ongeloof zijn. Mensen die letterlijk met geloof omgaan zijn meer geneigd tot intolerantie (niet allemaal natuurlijk), niet enkel de gelovigen, maar ook de ongelovigen. Zij zoeken ‘zekerheid’ en kunnen dus minder leven met twijfel en openheid voor andere ideeën.
6. Waarom is deze manier van denken over religieuze onverdraagzaamheid nieuw? Omdat mensen over het algemeen meer vrijheid hebben in keuze, ook deels gevolg van wetenschap (Dus andere context) Het feit dat intolerantie niet gelinkt wordt aan geloof/ongeloof, maar wel aan letterlijk of symbolisch met geloof omgaan, is nieuw. Vroeger zocht men intolerantie enkel bij gelovigen, nu ziet men in dat intolerantie ook voorkomt bij niet-gelovigen…
Te kennen… Zie kader boven de tekst Zelf PKG-schaal kunnen tekenen; Per geloofsstijl: 3 kenmerken! Laatste twee alinea’s van de tekst!!!!!