De werkalliantie in het gedwongen kader Wat weten we ervan De werkalliantie in het gedwongen kader Wat weten we ervan? Kan het werken voor vaktherapie in gesloten context? Lectoraat Werken in Justitieel Kader, Hogeschool Utrecht Anneke Menger Anneke.menger@hu.nl
Werkt ‘wat werkt’ alleen? Vanaf jaren ‘90: Grote nadruk op effectiviteit van interventies bij terugdringen recidive van criminaliteit. Vanaf 2007: enkele meta-analytische reviews: Werken met effectieve interventies ‘werkt’; MAAR de uitval blijft groot. Pleidooi voor meer onderzoek naar algemene kwaliteiten van professionals + de werkalliantie
Drie pijlers Dit leidde tot nieuwe perspectieven bij verbeteren van effectief werken en drie pijlers van het onderzoeksprogramma van het lectoraat Werken in Justitieel Kader:
Wat werkt, wie werkt en alliantie Effectieve interventies: wat werkt? (voor wie, wanneer) werken met onderbouwde methoden. Effectieve professionals :wie werkt? Zelf achter je werkwijze staan Goed feedback organiseren op eigen handelen Effectieve interacties: werkalliantie. - Kwaliteit samenwerking cliënt-werker
Het begrip werkalliantie Benadrukt bewuste bijdrage van beide actoren: zowel cliënt als professional. Gaat over de kwaliteit van hun onderlinge samenwerking: gezamenlijke doelen, taken, binding: hoe meer aanwezig des te groter de kans op doelbereik. Periodieke wederzijdse feedback op de alliantie is noodzakelijk (en sterke factor van effectiviteit).
Werken in gedwongen kader Enkele kenmerken hiervan: Risicobeheersing en re-integratie / rehabilitatie Controleren en begeleiden Rapportageplicht Justitie Geen vrijwillige start Doelen kunnen uiteenlopen Cliënten kunnen zich verzetten tegen inperking Autonomie (reactance) Wat betekent dit voor de werkalliantie?
Werkalliantie in gedwongen kader In gedwongen kader gelden specifieke kenmerken naast doel, taak, binding, namelijk: - Helderheid over kaders en verplichtingen - Inspraak van de cliënt over toepassing van regels (Deze combinatie van helderheid en inspraak noemen we: relationele rechtvaardigheid) - Voldoende wederzijds vertrouwen
Relationele rechtvaardigheid Cliëntperspectief betrekken bij kaders en afspraken. Kaders en grenzen niet alleen ‘poneren’ maar ook uitleggen; Vrijheid van cliënt om mening hierover te uiten en begrip hiervoor; Respectvolle toepassing van regels, consequent maar zo flexibel mogelijk aangepast aan cliënt. Betrokken confrontatie
Doel- en taakgerichtheid Gericht op voor beide expliciete en positieve doelen: Doelen formuleren vanuit beide perspectieven; Aandacht voor verschillen tussen doelen; Verschillen niet negeren, maar benutten; Onderhandelen waar nodig; Streven naar congruentie.
Binding en vertrouwen Vanuit cliënt: Vertrouwen in de competenties van professionals; Geloof in diens oprechte betrokkenheid; Op grond hiervan bereid om informatie te onthullen; En confrontaties te verdragen. Feedback mogen geven op de samenwerking.
Relationele stroefheid (negatief) Werker ervaart: Opgebrand zijn bij deze cliënt. Te meegaand zijn of juist te strak controleren, Eigenlijk liever aan een ander overdragen. Cliënt ervaart: Gevoelens en gedragingen die wijzen op reactance Vindt eisen onredelijk en twijfelt aan eigen vermogen om toezicht af te maken. Voelt zich neerbuigend behandeld.
Lopend onderzoek werkalliantie bij reclassering HU Wie? 275 dyades rw en cliënt reclasseringstoezicht Wanneer? Vier keer tijdens toezicht en nameting na afloop. Wat? Twee eerste metingen: lange vragenlijst, daarna een veel kortere versie. Hoe? Face to face (cliënten) Digitaal(reclasseringswerkers)
Bevindingen van het onderzoek Goede kwaliteit werkalliantie volgens werkers en cliënten verkleint de kans op: overtreden van voorwaarden tijdens toezicht; nieuw justitiecontact tijdens toezicht; negatieve voortijdige uitval uit toezicht. Bij de reclassering zijn hierbij vooral van belang: relationele rechtvaardigheid, binding-vertrouwen, gezamenlijke doelgerichtheid.
Bevindingen van het onderzoek De kans op negatieve uitval wordt juist groter als: Cliënten zich niet gerespecteerd voelen; Cliënten zich meer gecontroleerd dan ondersteund voelen; Reclasseringswerkers zelf negatieve gevoelens ontwikkelen over de samenwerking met de cliënt.
Belang van de kenmerken voor cliënt Rapportcijfer dat cliënten geven voor de alliantie (gemiddeld bijna 8) blijkt vooral samen te hangen met: relationele rechtvaardigheid/binding (+) en relationele stroefheid (-) Cliënten vinden dus vooral bejegening belangrijk.
Belang van de kenmerken voor werker Rapportcijfer van werkers (gemiddeld iets meer dan 7) blijkt vooral samen te hangen met: doel- en taakgerichtheid (+) relationele stroefheid (-) Professionals vinden dus vooral doel – en taakgerichtheid belangrijk.
Alliantiemonitor Dit is een sterk verkorte versie van de vragenlijst die bij het onderzoek is gebruikt. Hierin zijn die vragen opgenomen die het sterkste samenhangen met negatieve voortijdige uitval. De definitieve monitor is in ontwikkeling. Het effect van gebruik wordt in 2016 onderzocht.
Alliantiemonitor De monitor is geen meetinstrument. De monitor is bedoeld als hulpmiddel voor gestructureerde en sytematische periodieke evaluatie van de werkalliantie. In gesprek tussen cliënt en werker! Zowel cliënt als werker vullen de monitor in en gaan erover in gesprek.
Onderzoek gebruik alliantiemonitor (2016) Is sytematische bespreking van de werkalliantie, aan de hand deze items, door cliënt en werker, een effectief feedback instrument? Kan deze gezamenlijk monitoren van de alliantie op deze kenmerken de uitval verminderen en het resultaat van toezicht/behandeling verbeteren?
Toepassing vaktherapie? Onderzoek Stay Tuned! In dit onderzoek: Is de monitor (eerste versie) aangepast aan vaktherapie, op grond van feedback van vaktherapeuten; Wordt het effect van gebruik ervan bij vaktherapie onderzocht.