(III) Geomorfologie: de Veluwe

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het archief van Nederland 4.1 NL in beweging
Advertisements

§6 Begin Holoceen Kenmerkend voor de laatste jaar is dat de temperatuur weer stijgt. Je kent inmiddels het gevolg => stijging van de zeespiegel.
Wat is veen? Laagveen Hoogveen Veen in de geologische tijdschaal
Systeem aarde Hfd 2.
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
De zuidpool en de noordpool
Par. 2 Landschappen in beweging
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Het Nederlands Landschap
Bij H2 §4.1 en § 4.3 landschappen NL.
Superijstijd 750 miljoen jaar geleden
BULDOZERS VAN IJS EN IJZIGE WINDEN
Het weer & klimaten. Het weer & klimaten Weer Wat zijn de 4 hoofd elementen van het weer? Temperatuur Neerslag Wind Bewolking of zon KNMI (koninklijk.
§ 1.2 Veranderend weer en klimaat
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
Delfstoffen in Nederland H1 §4.1 Nederland in beweging
3 vwo 2 aarde §8, 9 en 10.
Arctisch gebied.
P2.3: Verwering en erosie.
Harry Potter en de schepping
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
Landschappen.
Morenen.
Waterproblemen in Nederland
Wat is veen? Laagveen Hoogveen Veen in de geologische tijdschaal
Vorige week Huiswerk dinsdag: P1.3 :opdr 10 t/m 17 + samenvattings- opdracht P1.4: Opdr t/m 24 P2.1: opdr 2 t/m 7 + samenvattingsopdracht.
§ 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
§ 1.2 Met de klompen in het water
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Woensdag 17 nov HAVO.
§ 4.2 Laag NL nóg lager?.
EXOGENE KRACHTEN HOOFDSTUK 4.
Van zwerfstenen tot boeren op de Utrechtse Heuvelrug
Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten
Ontstaan van het heelal en de aarde
Landschapszones op aarde
Landbouwdriehoek: landbouwgebied in Rusland dat wordt begrensd door de steden Odesa, Irkutsk en Sint-Petersburg.
In de kustvlakte… De lagen sediment waaruit de
Paragraaf 1.3 Geen vaste woonplaats.
2 vmbo-T/havo 2 landschap, §6 en 7
3 havo 2 Aarde Par
2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 8-10
2 KGT Hoofdstuk 2 Landschappen §7-8
2 hv H2 Landschap § 8-9.
The Day After Tomorrow Diederik le Rütte, 5B. Inleiding  Smelten van ijskappen  Te veel water in de Atlantische Oceaan  De golfstromen worden verstoord.
Wat doet El Niño met het klimaat? Willemijn van Rijn 5C.
Belang van de bodem HPSP Paardensportbodems. Waarom bodem?
Krijt Bart van der Woude.
Groep 8, Hoofdstuk 6: Samenwerking in de wereld. In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland? En in welk jaar eindigde hij ?
Preglaciaal © Theo Peenstra Meer dan jaar geleden Legenda
Poolgebieden.
Watersnood in Veenendaal Het was donderdagnacht, 8 Maart Ik lag in bed, maar kon niet slapen. Het waaide namelijk erg hard en ik hoorde de.
Cursus 1.3 Waarvoor zorgt de natuur? Klas 2 BK Lesweek 3
Ontstaan van Nederland
Cursus 1.3 Waarvoor zorgt de natuur? Klas 2 KGT Lesweek 3
Van zwerfstenen tot boeren op de Utrechtse Heuvelrug
Bronnen van energie Hfd 1: Energie in Nederland
Na de laatste ijstijd: het Holoceen
Nederland jaar geleden
Met woorden in de weer In het hooggebergte.
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
Fysisch-geografische regio’s
Nederland van boven wat zie je? wat herken je?
Poolgebieden.
Nederland van boven wat zie je? wat herken je?
Hand-outs bij de powerpoint voorstelling over het Nederlands Landschap
Transcript van de presentatie:

(III) Geomorfologie: de Veluwe Amber van der Kooi, 5B 6/12/15

Pleistoceen: formaties en Complex Hattem Aan het begin van het Pleistoceen stroomden een aantal rivieren vanuit het oosten ons land binnen. Deze rivieren waren voorlopers van de huidige Elbe en Weser. Het gebied dat wij nu de Veluwe noemen was toen nog vlak. In die tijd werden dikke pakketten fijn, korrelig, kwartsrijk zand door de rivieren afgezet (Formatie van Harderwijk). Bovenop deze lagen bevindt zich grover zand (Formatie van Enschede). De scheiding tussen beide formaties, het Complex Hattem, bestaat uit grofzandig en grindrijk materiaal. Dit werd ongeveer 900.000 jaar geleden afgezet. Het Complex Hattem moet onder koude omstandigheden gevormd zijn, aangezien er grote gesteenteblokken tussen zitten. Deze kunnen alleen via ijsschotsen zijn getransporteerd.

Pleistoceen: de Maas en Rijn 200.000 jaar later stroomden ook de voorlopers van de Rijn en de Maas ons land binnen. Deze rivieren zetten de Formatie van Sterksel af, pakketten grofzandig materiaal. De oostelijke rivieren verdwenen geleidelijk (250.000 jaar geleden was het met hen definitief afgelopen). De Maas en de Rijn zijn gebleven. Deze zetten in deze tijd fijne tot grove bonte zanden en grinden af. Ook klei kon in deze formatie voorkomen.

Pleistoceen: stuwwallen In het Pleistoceen waren er verschillende glacialen en interglacialen. Voor de Veluwe was het Saalien het belangrijkste glaciaal. In dit glaciaal, dat 125.000 jaar geleden eindigde, kwam het ijs uit Scandinavië tot in Nederland. Het ijs bewoog zich met een gemiddelde snelheid van enkele meters per jaar voort. De snelheid was afhankelijk van de temperatuur. In warmere perioden zou het ijs zich een beetje hebben teruggetrokken, terwijl het in relatief koudere perioden sneller heeft opgerukt. De dikte van de ijskap zal minimaal 225 meter zijn geweest. Doordat het ijsfront bij zijn opmars in Nederland veel weerstand ondervond, vormden zich grote ijslobben. De grond was tot in de diepte bevroren, waardoor de grond scheurde. De ijslobben hebben deze scheuren verwijd en de randen tot stuwwallen verdrukt (zie de afbeelding). De stuwwallen zijn dus gevormd uit materiaal dat er al was voor het ijs kwam.

Pleistoceen: ijsuitbreiding tijdens het Saalien Op deze afbeelding is de ijsuitbreiding tijdens het Saalien afgebeeld.

Pleistoceen: meren Toen het ijs begon te smelten, werd het smeltwater ingesloten tussen de stuwwallen en de ijskap. Er ontstonden meren met daarin meegevoerd materiaal, als zand, klei en grind. Dat hing af van de stroomsnelheid. Het Eemien brak aan, aan warmere periode dan het Saalien. De Scandinavische ijskap smolt, waardoor de zeespiegel zo`n 80 meter steef. Noordwest Nederland kwam grotendeels onder water te staan. Deze warmere periode stopte ongeveer 70.000 jaar geleden. Hierna werd het langzaamaan weer kouder. De vegetatie die op de stuwwal was ontstaan, verdween weer. Nu ontstond er een toendra- achtige vegetatie van dwergstruiken, kruiden en mossen.

Pleistoceen en Holoceen Het Weichselien brak aan. In de Veluwe ontstonden dikke lagen dekzand. Dit zand was afkomstig van de drooggevallen Noordzee en rivierbeddingen en was meegenomen door winden. Het zand van de rivierbeddingen vormden langgerekte ruggen, paraboolduinen en spoelzandwaaiers. Toen het Weichselien 10.000 jaar geleden eindigde, eindigde ook het Pleistoceen. Het Holoceen begon en het klimaat werd warmer. De zeespiegel steeg en er ontstonden moerassen door opwellend grondwater aan de randen van de stuwwallen. Door plantenresten die zich jaar na jaar hadden opgehoopt, begon zich veen te vormen (broekveen). Op de stuwwallen begonnen eiken en berkenbossen te groeien.

Bronvermelding http://dickveerman.nl/vliegveld-deelen/het-ontstaan-van-de-veluwe/ https://nl.wikipedia.org/wiki/Formatie_van_Urk