De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3

2 Exogene en Endogene krachten
De aardkorst verandert door natuurkrachten voortdurend van vorm. Die natuurkrachten werken van twee kanten: Exogene krachten = krachten van buiten de aardkorst Endogene krachten = krachten van binnen de aardkorst

3 Exogene krachten  Verwering
Verwering = het vergruizen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei Weer  wisseling in temperatuur Bij verhitting gaat gesteente uitzetten, bij afkoeling krimpt het gesteente. Deze afwisseling zorgt voor barsten en vergruizing Ook water in spleten (regen) kan uitzetten als het bevriest en steen kapot drukken

4 Exogene krachten  Verwering
Plantengroei  wortels Wortels dringen door in de spleten van gesteente en drukt het gesteente uit elkaar. Er ontstaan dan losse brokken (vergruizing) Het puin dat bij verwering ontstaat = Verweringsmateriaal Van groot naar klein zijn dit: Rotsblokken, Grind, Zand en Klei

5 Exogene krachten  Afvoer van verweringsmateriaal
Verweringsmateriaal blijft niet altijd op de plaats waar het is ontstaan. Het wordt afgevoerd. Er zijn vier vervoerders: 1. Zwaartekracht  Los puin rolt naar het laagste punt 2. Gletsjers of Landijs  In en op dat ijs kunnen grote rotsblokken meegevoerd worden

6 Exogene krachten  Afvoer van verweringsmateriaal
3. Beken en Rivieren  Als in het voorjaar de sneeuw op de hellingen smelt veranderen beekjes in woeste stromen die rotsblokken en grind meenemen. De bergbeken komen samen in rivieren. Deze kunnen alleen nog maar grind, zand en klei meenemen. 4. Wind  Wind blaast al het fijne zand weg

7 Exogene krachten  Erosie
Erosie = Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen wind, water of ijs Verweringsmateriaal (rotsblokken, grind, zand, klei) werkt als een schuurmiddel Eolische erosie  wind erosie Fluviatiele erosie  rivier erosie Mariene erosie  zee erosie Glaciale erosie  ijs erosie

8 Exogene krachten  Erosie
Grand Canyon (VS) = rivier erosie

9 Exogene krachten  Sedimentatie
Sedimentatie of afzetting = het neerleggen (afzetten) van verweringsmateriaal door wind, water of ijs Wind zet fijnkorrelig materiaal af  zand Rivieren / zeeën zetten grover materiaal af  grind, zand en klei IJs zet grof materiaal af  rotsblokken, grind Klei, zand, grind en rotsblokken worden ook wel sedimenten / afzettingen genoemd

10 Endogene krachten  Vulkanisme

11 Endogene krachten  Aardbeving

12 Endogene krachten  Horsten en slenken

13 Endogene krachten  Gebergtevorming

14 Endogene krachten  Isostatie

15 Exogene en Endogene krachten
Exogene krachten vervlakken reliëf (afslijten van gebergten) Endogene krachten vergroten reliëf (ontstaan van gebergten)


Download ppt "Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3"

Verwante presentaties


Ads door Google