Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Advertisements

3. Stoichiometrie Hoeveelheden berekenen van stoffen bij een chemische reactie Natuurwetenschappen Gezondheid en voeding.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Molairiteit Klas 4.
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
H16. Berekeningen aan zuren en basen
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
§5.2 - Neerslagreacties.
mol molariteit percentage promillage ppm
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Chemische reacties De mol.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Scheikunde DE MOL.
Opstellen van zuur-base reacties
PH-berekeningen.
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Reactiesnelheid Evenwichten
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Rekenen met atomen De mol.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Chemisch rekenen In de derde klas hebben we bij scheikunde geleerd met massaverhoudingen te rekenen. Nu gaan we de reactievergelijkingen gebruiken om.
De theorie van Brønsted
V5 Chemische evenwicht H11.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Yannick Dieleman LO42C Bereiding van Esters.
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen.
4.5 Samenstelling van mengsels
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
Chemisch rekenen: overzicht
Analyse van energiesystemen (TB142E)
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Berekeningen aan zuren en basen
De chemische concentratie
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Toepassingen van evenwichten
Chemisch rekenen voor oplossingen
Verdunningen berekenen
Atomen, moleculen en ionen
Summerschool Algemene Chemie
Zuren en basen Zwakke zuren Hfst 14.8 t/m
Zuren en basen Hfst 14 ACH 21: Karin Langereis.
Wet van Lambert en Beer.
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Mol paar dozijn gros mol • 1023.
Rekenen aan reacties Zo doe je dat Stap 1
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Scheikunde theorie klas 1
Rekenen met concentratie
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
Scheikunde Chemie overal
ANOR1 week 3 Groep 5A + 6A §
Rekenen met atomen De mol.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde leerjaar 2.
Stappenplan berekeningen zuren en basen
Zouten 6.3.
Zouten 6.4.
Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Transcript van de presentatie:

Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7

Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager dan je berekend hebt = lager dan 100%. De opbrengst kan worden uitgedrukt in: gevonden hoeveelheid product(en) (g) % yield = x 100% theoretische opbrengst product (en) (g) 3.4 De opbrengst (=Yield) van een reactie.

– C 4 H 8 (g) + CH 4 O (l) → C 5 H 12 O (l) 26,3 g isobutyleen + CH 4 O → 32,8 g opbrengst Wat is de yield (in %)??? 1 mol C 4 H 8 levert 1 mol C 5 H 12 O op. Hoeveel g product kan er maximal gevormd worden? 26,3 g = 26,3/ molecuulmassa C 4 H 8 (56,0 g/mol) = 26,3g/56,0g/mol = 0,470 mol 0,470 mol C 5 H 12 O = 0,470 x molaire massa C 5 H 12 O = 0,470 mol x 88,0 g/mol= 41,4 g C 5 H 12 O. Er is echter 32,8 g gemaakt = 32,8g/41,4g x 100% = 79,2 % opbrengst. 3.4 Vb. berekening % yield

Bereken het aantal grammen product als de yield (%) bekend is. 2 C 2 H 6 O (l) C 4 H 10 O (l) + H 2 O 20,0 g ethyl alcohol ? diethyl ether (74,0 g/mol) (46,9 g/ mol) 87% Yield Hoeveel g diethyl ether wordt er gevormd?

Bij een reactie met meerdere reactanten kan het voorkomen dat niet alles van de reactanten wordt gebruikt. 1 van de reactanten is beperkend (limiting) en bepaalt dan ook de hoeveelheid eindproduct. De andere reactant(en) is dan in overmaat aanwezig. – Vb: bij de productie van ethyleenglycol (C 2 H 6 O 2 ) wordt naast een hoeveelheid ethyleenoxide C 2 H 4 0 een overmaat aan water gebruikt. Water kost bijna niets, vandaar dat ze het in ruime hoeveelheden toevoegen. – p. 86 vb Reacties met beperkende hoeveelheden reactanten

Rekenen met limiterende hoeveelheden reactanten K 2 PtCl 4aq + 2 NH 3 (aq) → Pt(NH 3 ) 2 Cl 2s + 2 KCL aq Kalium tetra chloorplatinaat Cisplatina 10 g K 2 PtCl 4aq reageert met 10 g NH 3. (415,3 g/mol) (17,0 g/mol) – a) Welke reactant is de limiterende reactant? – b) Hoeveel g wordt er van de reactant die in overmaat aanwezig is gebruikt en hoeveel blijft er over? – c) Hoeveel gram Pt(NH 3 ) 2 Cl 2s (cisplatina) wordt er gemaakt??? (mw = 300,1 g/mol)

3.6 Molariteit De meeste reacties vinden in oplossing of in water plaats je moet dan weten hoeveel mol van een verbinding in een bepaald volume is opgenomen. Daarvoor wordt de M = Molariteit gebruikt. aantal mol verbinding M = liter oplossing Het gaat om het eindvolume!!! en niet om de hoeveelheid solvent (= oplosmiddel) dat is gebruikt

aantal mol verbinding (mol) liter oplossing (L) Molariteit M (mol/L) = aantal mol verbinding (mol) Molariteit M (mol/L) Volume (L) = aantal mol verbinding (mol) = Molariteit M (mol/L) × liter oplossing (L) 3.7 rekenen met de Molariteit Als het volume en de molariteit M bekend zijn, kan het aantal molen uitgerekend worden Als de molariteit M en het aantal molen bekend zijn, kan het bijbehorende volume uitgerekend worden Als het aantal molen en het volume bekend zijn, kan de molariteit M uitgerekend worden

Molariteit Vb: 2,355 g zwavelzuur (H 2 SO 4 ) is afgewogen en opgenomen in een eindvolme van 50,0 ml Wat is de molariteit van deze opl. ??? Molecuulmassa H 2 SO 4 = 98,1 amu Molmassa = massa van 1 mol = H 2 SO 4 = 98,1 g 2,355g H 2 SO 4 = 2,355g/98,1 g/mol = 0,0240 mol H 2 SO 4 in 50 ml. M (molariteit) = aantal mol/l dus 0,0240mol/50 ml x 1000 ml = 0,480 M

3.7 Verdunningen Op het lab worden (sommige) oplossingen vaak bewaard als sterk geconcentreerde opl. (stock opl.) (bv. omdat ze dan minder ruimte innemen, langer houdbaar zijn, …) Voor gebruik moet deze oplossing dan verdund worden. De bijbehorende molariteit (of het volume) kan dan als volgt uitgerekend worden: De geconcentreerde oplossing + oplosmiddel = verdunde oplossing aantal mol verbinding (mol) [constant] = Molariteit M (mol/L) × liter oplossing (L) Mi × Vi = Mf × Vf Mf = Mi × Vi/Vf (i = initial, f = final) 50,0 mL 2,00 M zwavelzuur wordt verdund tot 200,0 mL. Wat is de eindconcentratie? Mf = Mi × Vi/Vf = 2,00 M × 50,0 ml/200,0 ml = 0,500 M zwavelzuur VB

Zelfstudie Zelfstudie: Hfst 3 van Chemistry Mc Murry-Fay (§ 4 t/m 7) op blz. 89 t/m 97. Problem 7 t/m 17 Extra opgaven 5 en 8 (zie volgende dia)

Extra opgaven 5 en 8 Opgave 5 De reactie-opbrengst (yield) voor de reactie is 75% uitgaande van stikstofdioxide, er was 45 g NO 2 nodig in de reactie, waarbij uit gasvormig stikstofdioxide en water (vloeibaar), salpeterzuur (in waterig milieu) en (gasvormig) stikstofmonoxide ontstaat. A.Maak een kloppende reactievergelijking B.Bereken hoeveel gram HNO 3 wordt gevormd Opgave 8 A. Éé n molecuul van het antibioticum penicilline G heeft een massa van 5,342 * g. Wat is de molmassa van penicilline G. B.Hemoglobine is een zuurstof transporterend eiwit dat voorkomt in rode bloedcellen. Hemoglobine heeft vier ijzeratomen per molecuul eiwit. Dit komt overeen met 0,340% (m/m) ijzer. Bereken de molmassa van hemoglobine. C. Als vuistregel wordt de gemiddelde molmassa van een aminozuur op 100 g/mol gesteld. Bereken het aantal aminozuren waaruit hemoglobine is opgebouwd.