Lees- en schrijfvoorwaarden
Inhoud Wat zijn lees- en schrijfvoorwaarden? Huidige leerplan ANT2 en nieuw OP ANT2 Hoe plaatsen we cursisten in het juiste traject?
1. Wat zijn lees- en schrijfvoorwaarden? Het CTENO : Lees- en schrijfvoorwaarden - deelvaardigheden alfabetisering en ontluikende/beginnende geletterdheid 3 rubrieken: Passieve en actieve vertrouwdheid met taal als communicatiemiddel Taalbewustzijn Waarneming en motoriek CTENO = centrum voor taal en onderwijs
1. vertrouwdheid met taal als communicatiemiddel Cstn begrijpen voldoende Nederlands Cstn kunnen zich op basisniveau mondeling uiten Samen met de taal verwerven ze kennis om functioneel geletterd te worden Voorzie een rijk aanbod aan taal. Controleer of de cursist je begrijpt, anders is het nodig om te herhalen en indien nodig te parafraseren De educatieve mag niet vervallen in éénwoordzinnen en zelf geen gebrekkig Nederlands hanteren Bied woordenschat niet geïsoleerd aan, maar telkens in een betekenisvolle context Stimuleer verbale interactie. Creëer gelegenheden om te communiceren Maak de cursisten attent op geschreven taal in de omgeving: picto’s – kranten – boeken – post – brochures en laat hen achterhalen wat de functie is. Lees regelmatig voor, gebruik boeken in de klas. Vb. kijkboeken
2. Taalbewustzijn de cstn kennen de letters en zijn voldoende vertrouwd met het geschreven alfabet de cstn kennen de begrippen met betrekking tot eenvoudige taalbeschouwing de cstn zijn in staat tot objectivatie de cstn begrijpen de symbolische functie van het schrift Vertrek Bv van hun eigen naam, ook bekende merknamen komen in aanmerking Laat ze zelf letters maken in verschillende materialen: stempelen – maken uit klei - … Wijs op letters in de omgeving Allerlei oefeningen kunnen aanleiding geven tot functioneel gebruik van de begrippen: afbeeldingen in de juiste volgorde leggen. Het laatste/eerste woord laten herhalen uit een zin, … Het langste woord herkennen: autobus of trein Laat cursisten meewerken aan documenten in de klas: scheurkalender – een zin opgebouwd met IZOS Door cursisten vertrouwd te maken met klok en kalender leer je hen dat tekens verwijzen naar realiteit
3. Waarneming en motoriek Belangrijk bij het ontwikkelen van ontluikende en beginnende geletterdheid. auditief waarnemen visueel waarnemen motorische vaardigheden Uitgewerkt in huidige leerplan ANT2 Auditief discrimineren Auditieve analyse en synthese Auditief geheugen Visuele discriminatie Visuele analyse en synthese Visueel geheugen Ontwikkeling van motoriek
2. Leerplan alfa NT2: lees- en schrijfvoorwaarden In het huidige leerplan van ANT2: Auditieve vaardigheden Visuele vaardigheden Schrijfvoorwaarden Overkoepelende voorwaarden In het nieuwe opleidingsprofiel van ANT2: 120 uur voor lees- en schrijfvoorwaarden
1. Auditieve vaardigheden WAT? HOE? 1. Auditieve identificatie: = Herkennen van klanken in woorden reeks Tik op tafel als je het woord “hij”hoort. 2. Auditieve discriminatie: = verschillen kunnen horen tussen klanken /bal/: Hoor je de /a/ van zak of de /e/ van mes? 3. Auditieve analyse = woord kunnen analyseren in verschillende fonemen. cstn hun eigen naam laten splitsen in lettergrepen 4. Auditieve synthese = klanken/lettergrepen kunnen samenvoegen tot woorden Edu zegt pot_lood: cst zegt potlood Edu zegt: b_a_l: cst zegt bal
Auditieve vaardigheden WAT? HOE? 5. Temporele ordening: = wat hoor je vooraan/ eerst, achteraan/einde, midden,… Wat is het eerste woord in de zin? Welke klank hoor je vooraan? 6. Auditief geheugen: = reeksen klanken, woorden of zinnen kunnen vasthouden in het geheugen en nazeggen Ik kom niet naar de les. VS Ik niet kom naar de les
2. Visuele vaardigheden Visuele vaardigheden WAT? HOE? Visuele identificatie en discriminatie = letters/clusters/woorden herkennen dagen van de week visueel herkennen 2. Visuele analyse: = woorden analyseren in samenstellende grafemen Voornaam kunnen analyseren in letters 3. Visuele synthese: = verschillende grafemen samenvoegen tot woorden voornaam kunnen leggen met letters 4. Spatiële ordening: = letterpositie bepalen Welke letter zie je eerst/ midden/ achteraan? 5. Visueel geheugen: = reeksen van grafemen op juiste volgorde kunnen memoriseren. Lettervolgorde kunnen onthouden van eigen voornaam
3. schrijfvoorwaarden schrijfrichting: begrippen links/rechts schrijfmotoriek, -houding, -pengreep fijne motorische vaardigheden en goede oog-hand coördinatie zijn hierbij belangrijk
4. Overkoepelende voorwaarden = taalbewustzijn Metataal => woord/letter/zin/titel/… Instructies begrijpen => eerste/laatste, vooraan/achteraan, lang/kort, …
3. hoe plaAtsen we de cursisten in het juiste traject? De sleutelles Oefeningen vooraf Oefeningen tijdens observatie In CBE Antwerpen zijn er op alfa NT2 enkele educatieven die cursisten in module 2 observeren: hoe functioneren de cursisten in de les? Hoe gaan ze om met oefeningen rond lees- en schrijfvoorwaarden? Waarom? Sommige cursisten stagneren of maken onvoldoende vorderingen in de technische modules. Hoe vaak mogen cursisten dezelfde module opnieuw doen? Kunnen we niet beter een ander traject uitwerken voor deze cursisten? Kunnen we er niet voor zorgen dat ze toch hun plan kunnen trekken in de maatschappij zonder het technisch lezen? Wie zijn deze cursisten? => de lesgever geeft een uitgewerkte les (boekentasles), een collega observeert de groep. De les wordt nadien besproken. Lesgever en sleutelfiguur bekijken wat het beste traject is voor de cursist. Organisatie: - Oefeningen vooraf: voornaam plakken met afleiders – familienaam plakken naar voorbeeld – (over)schrijven van voornaam en familienaam tussen lijnen. Deze werkbladen worden afgegeven voor het begin van de observatieles.
vooraf Voornaam plakken met afleiders F r t ei ie b d p a q Visuele identificatie – discriminatie Visueel geheugen Spatiële ordening
V e r h i l Familienaam plakken naar voorbeeld Cursisten knippen de letters uit; letters worden door elkaar gegooid. Cursisten plakken de familienaam naar voorbeeld. (familienaam staat gedrukt op werkblad) Visueel geheugen Spatiële ordening Visuele analyse en synthese
overschrijven van voornaam en familienaam tussen 4 lijnen Fijne motoriek Oriënteren op het blad
observatieles TPR met klasvoorwerpen gom papier bril pennenzak voornamen Malika Ali Auditief geheugen Taalvaardigheid Auditieve synthese
Prenten aan concrete voorwerpen koppelen Auditief geheugen Woorden in klankgroepen splitsen Plaats van woorden in een zin bepalen IZOS zinnen lezen Kunnen cursisten het concrete voorwerp aan een twee-dimensionele prent koppelen? objectivatie Aansluitend auditief geheugen. Twee woorden: in de juiste volgorde op tafel leggen woorden worden in vlot tempo, vloeiend gezegd Hetzelfde met drie woorden. Woordenschat is nu zeker goed herhaald. Woorden verdelen in klankgroepen: woorden klappen Auditieve analyse en synthese - geheugen Klassikaal aan bord (IZOS) – individueel met knip en plakblad Inzicht: voor iedere prent staat een woord Leesrichting Belangrijk: mondeling wordt ook opgenomen tijdens het gesprek tussen lesgever en sleutelfiguur.
Voldoet de sleutelles? auditieve vaardigheden sleutelles auditieve identificatie en discriminatie TPR auditieve analyse Woorden in klankgroepen verdelen auditieve synthese TPR: neem het pot-lood Temporele ordening IZOS Auditief geheugen Reeksen woorden vasthouden
Visuele vaardigheden sleutelles Visuele identificatie en discriminatie Plakken van VN en FN Visuele analyse FN Visuele synthese Spatiële ordening Visueel geheugen Schrijven van VN en FN
schrijfvoorwaarden sleutelles Schrijfrichting: begrippen L en R Schrijven VN en FN Prenten leggen van L naar R schrijfmotoriek Houding – pengreep – fijn motorische vaardigheden
Overkoepelende voorwaarden sleutelles metataal Woord – klanken – zin - … Instructies begrijpen Eerste – laatste - … Mondelinge taalvaardigheid
toekomst In het nieuwe OP koppelen we de eerste module L&SV aan de eerste mondelinge module. Na 120 uur zullen we de cursisten observeren De tweede module L&SV koppelen we aan de eerste technische module. Kennis van lees- en schrijfvoorwaarden stopt niet wanneer je start met technisch lezen. Tijdens het technisch lezen werk je verder. Cursisten moeten de juiste klanken horen, cursisten moeten visueel blijven analyseren, …