Wonen in Nederland.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wateroverlast Hoofdstuk 4.
Advertisements

Water: Soms te veel, vaak te weinig
4.5 gevolgen van klimaatverandering
Zomertrip Holland 2013 By Albert & Adje. DELFT.
Klimaatverandering ANW module klimaatverandering Leerjaar
Maak een powerpointpresentatie voor Havo-3.
§ 1.2 Veranderend weer en klimaat
Ruimtelijke ordening en de verwachte waterproblematiek in Nederland
Rivieren en Dijken.
Hoofdstuk 4 Nederland: wateroverlast – De achterdeur lekt Paragraaf 1 t/m 7
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
§ 4 WATER, DE WITTE OLIE.
2 De strijd tegen het water
Wonen in Nederland.
Watermanagement
§ 1.1 Nederland rivierenland: Rijn en Maas
Hoofdstuk 9 : Rivieren 1. Soorten rivieren enkelvoudige (meanderende)
Par 1.2: Veranderend weer en klimaat.
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
Hoofdstuk 4 Nederland: wateroverlast Paragraaf 5 t/m 7
Waterproblemen in Nederland
De toekomst van Nederland.  Afspreken PW  Terugblik paragraaf 5 en 6 [10 a 15 min]  Nakijken paragraaf 5 en 6 [15 min]  Zelfstandig werken [10 min]
§ 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
§ 1.2 (on)beheersbare rivieren
§ 1.2 Met de klompen in het water
Planning Introductie Wonen in Nederland
Wonen in Nederland § 2.1 Leven met water.
§ 1.4 Een omgangsregeling met water
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
Vroegere stroomgeulen/ strangen
De toekomst van Nederland
Planning: Maak opdracht 19 (5 min) Uitleg p1.3 (15 min)
Wonen in Nederland.
Wonen in Nederland.
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 4
§4.2 Hoofdstuk 4 Laag NL: nóg lager?.
3 havo, H4 (les 3) 14 stellingen: juist/onjuist
3 havo, H4 (par. 4.3).
Paragraaf 4.3 H4 3 havo. De achterdeur lekt… Zet de getallen van de legenda op de juiste plaats: 1.Bedding 2.Kribben 3.Zomerdijk 4.Uiterwaard (buitendijks)
Par. 4.2 / Par. 4.3 A.) ….
§ 4.2 Laag NL nóg lager?.
5.2 de aarde verandert van buitenaf
3 vwo 4 water, §2 1.
3 vwo 4 water, §4 1.
3 havo 4 water, §2 1.
Omgaan met natuurlijke hulpbronnen Examenvragen
Planning. Planning Vandaag Uitleg 3.2 (15 min.) Proefwerk terug & bespreken (kort) (15 min.) Klimaatjagers kijken (20 min.)
Klimaatverandering (door versterkt broeikaseffect)  Ander neerslagregime  meer extremen (zowel nat als droog) Ook dit is wateroverlast !
Hoofdstuk 4: Nederland: wateroverlast Paragraaf 1 t/m 4
De omvang is van grote invloed op het debiet !
WIELEN VAN WATER TAAK 2.
Planning: Uitleg p1.3 [15 min]
3 havo 4 water, §2 t/m 4 1.
Hoofdstuk 2 Nederlandse rivieren en waterproductie.
Hoofdstuk 3 Water in China en het Midden-Oosten.
Reliëf en hydrografie van de Loirestreek
2 hv 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 8-9
1 HV Hoofdstuk 4 Natuurgeweld § 8 en 9
2 vwo 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 8-10
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 7-8 Wereld. Bijna 7 m onder de zeespiegel Laagste punt van Nederland: hoe laag? Laagste punt.
2 vwo 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 2-5
2 hv 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 2-5
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
Wat een landschap! Gamma - kader 2.
Nederland Rivierenland – Rijn en Maas
H11 Overstromingen en wateroverlast.
2 hv 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 2-5
Hoofdstuk 11 Nederland verandert
Het klimaat verandert (powerpoint door Janneke Koster)
Pak je boeken! Paragraaf 3.4 Blz
Transcript van de presentatie:

Wonen in Nederland

Hoofdstuk 1 -Welke 3 aspecten zitten er aan het vraagstuk van het overstromingsgevaar van de grote rivieren en hoe verhouden deze zich t.o.v. elkaar? 1-Kenmerken van het stroomgebied van Rijn en Maas? 2-Wat is de invloed van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling op de waterafvoer van Rijn en Maas? 3-Op welke manier beïnvloedt de ruimtelijke inrichting de kans op een overstroming?

Hoofdstuk 2 -Wat zijn de kenmerken en gevolgen van het rivierbeleid om overstromingen in Nederland tegen te gaan? 1-Waaruit bestaat het Nederlandse rivierbeleid? 2-Wat is (het doel van) de watertoets? 3-Op welke manieren kan in het stroomgebied de waterafvoer beheerst worden? 4-Waaruit bestaat het recente internationale rivierbeleid? 5-Op welke manier vullen het Nederlandse en internationale waterbeleid elkaar aan?

Hoofdstuk 3 -Hoe kunnen de Nederlandse grote en middelgrote steden een bijdrage leveren aan vergroting van welvaart en welzijn? 1-Achtergrond van ruimtelijke veranderingen (?) in NL steden en buurten? 2-Hoe moet een stedelijk gebied bestuurd worden? 3-Hoe kan je als bestuur congestie voorkomen? 4-Zijn de steden de ‘motor van de kenniseconomie’?

5-Hoe komen sociaal-culturele verschillen in de stedelijke bevolking tot uiting in de stad? Hoe beoordeel je deze verschillen? 6-Welke samenhang bestaat er tussen bewoners- en woningkenmerken van een buurt? 7-Welke objectieve en subjectieve factoren bepalen de leefbaarheid van een buurt?

Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hoge pluimen aan den einder staan …………………… http://www.nederlandleeftmetwater.nl/

Par 1.1: Nederland rivierenland: Rijn en Maas Wat zijn de kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas?

Kennen ! Zie WB blz 3. _5_ zomerdijk _6_ zomerbed 1/10 winterdijk _4_ stuw _9_ uiterwaard 2 / 3 schutsluis _7_ winterbed _8_ krib

Let op de verschillende omvang !! Stroomgebieden Let op de verschillende omvang !! Van grote invloed op de omvang van het DEBIET ! Zet je een jeneverglaasje of een wok buiten in de regen?

Waterscheiding en stroomstelsel

Lengteprofiel. -Verval = hoogteverschil tussen 2 plaatsen langs de rivier -Verhang = verval per kilometer

De monding  Delta ↓↓ Estuarium Trechtervormige riviermonding die ontstaat door de getijdenwerking. (uitschurende werking van eb en vloed)

Kanalisatie + verstening stroomopwaarts = kortere vertragingstijd  Hoogwater in Nederland

Kanalisatie: beken en rivieren worden rechtgetrokken, waadoor het water sneller doorstroomt. Verstening: door toenemende bebouwing kan regenwater niet meer in de bodem wegzakken, maar stroomt direct naar beken en rivieren.

Hoge waterstanden zijn een gevolg van bedijking.  Grotere risico’s bij overstroming. Dwarsprofiel !! Buitendijks gebied ! Door sedimentatie in het buitendijks gebied en inklinking (bodemdaling) in het binnendijks gebied wordt de waterstand t.o.v. het binnendijkse gebied steeds groter.

D E M A S Geen dijken  

Het regiem van de Rijn Let op de verschillen !

Klimaat  neerslag / verdamping in de loop van het jaar. Het REGIEM van de rivier (verdeling van de waterafvoer over het jaar) is afhankelijk van: Klimaat  neerslag / verdamping in de loop van het jaar. Voeding door smelt en / of regenwater  Piek in ….?? Aanwezigheid van begroeiing. In de zomer verbruikt de vegetatie veel water om te groeien. Een deel wordt ook aan de atmosfeer afgestaan = transpiratie. Transpiratie + verdamping = evapotranspiratie  oorzaak van lager debiet in zomermaanden. Let op neerslagverdeling over het jaar !!! Let op ! Naaldbomen verbruiken ook water in de winter. Zie WB blz 6 ! Eventueel aantekening achterin je WB !

Par 1.2: Veranderend weer en klimaat.

Klimaatverandering  Ander neerslagregime  meer extremen (zowel nat als droog)

Versterkt broeikaseffect  zeespiegelstijging ! Wat zijn de verbanden ? Versterkt broeikaseffect  zeespiegelstijging ! -smeltend landijs -uitzetting zeewater Relatieve zeespiegelstijging – stijging zeewater + bodemdaling (3x) 1-ontwatering a.g.v. -inklinking -oxydatie 2-olie/gaswinning 3-isostatische daling -lastiger afvoer van rivierwater -verzilting (van bodem en van rivieren door opdringend zeewater)

Door bedijking en bemaling daalt ons land ! ….Veel sterker en sneller dan de zeespiegelstijging !

Getrapte bemaling. Het water kan hoger worden opgevoerd. (3x 1 ½ m)

Overstromingsgevaar en Par 1.3: Overstromingsgevaar en ruimtelijke ordening

Meanderende rivier  erosie en sedimentatie

Een vrij meanderende rivier verlegt zijn loop continu. De steeds wijdere bochten worden afgesneden  meertjes

Stuw Kribben Schutsluis

Krib Uiterwaard Strekdam Winterdijk

Kanalisatie -Naast bedijking, kribben en stuwen ook…….. -rechttrekken van bochten

Verstedelijking / verstening Gevolgen van kanalisatie en verstening  -minder sponswerking -snellere afvoer -hogere piekafvoer

Bebouwing in de uiterwaard  Minder waterbergend vermogen

Rijnkanalisatie  Leg uit wat, waar en waarom ?! WB 20

Balgstuw bij Kampen