Rapportage marktverwachting lampenverkoop in Nederland Onderzoek in opdracht van Stichting LightRec
2 Achtergrond van het onderzoek Volgens de Volgens de huidige Europese richtlijnen wordt de gloeilamp uitgefaseerd en vervangen door meer energiezuinige lampen zoals spaarlampen (CFL) en LED lampen. Ter vervanging van de gloeilampen zal het bezit van CFL en LED lampen door huishoudens naar verwachting (nog) verder toenemen. In 2009 heeft GfK in opdracht van de Stichting LightRec een onderzoek uitgevoerd naar het bezit en de verwijdering van lampen in Nederlandse huishoudens. In 2009 zijn in een gemiddeld Nederlands huishouden 9 CFL lampen en 2 LED lampen aangetroffen. Door middel van een nieuwe bezitsmeting wil Stichting LightRec inzicht krijgen in welke mate het bezit van CFL en LED lampen is gestegen. Aangezien de levensduur van de CFL en LED lampen substantieel langer is dan die van de huidige gloeilamp is aan te nemen dat de verkopen van deze lampen op termijn terug zullen vallen naar een aanzienlijk lager niveau dan de huidige lampverkopen. Stichting LightRec is in Nederland verantwoordelijk voor het inzamelen en recyclen van lampen. Wecycle is de uitvoeringsorganisatie voor de Stichting LightRec. Vanuit deze hoedanigheid is inzicht in het te verwachte aantal verwijderde lampen (naar type) noodzakelijk. GfK is in dit kader gevraagd een nieuwe bezitsmeting uit te voeren en aan de hand van een voorspellingsmodel diverse toekomstscenario’s te schetsen.
3 Doelstelling van het onderzoek Ten behoeve van het huidige en toekomstige beleid wenst Stichting LighRec Nederland inzicht te krijgen in: Het actuele bezit van LED-, CFL- en overige lampen bij de Nederlandse huishoudens. Het actuele verwijderinggedrag van de Nederlandse huishoudens. Het te verwachten toekomstig aankoopgedrag van de Nederlandse huishoudens van de verschillende type lampen ( ) Het te verwacht aantal verwijderde lampen (naar type) door de Nederlandse huishoudens ( ). Door de actuele resultaten te relateren aan de 2009 meting zal inzicht gegeven worden in: De verandering van de samenstelling van het uitstaande park De verandering in het verwijderingsgedrag van consumenten over de laatste 3 jaar. Via een rekenmodel of voorspellingsmodel worden de te verwachte aankopen en verwachte verwijdering van lampen (naar type lamp) in kaart gebracht worden. De resultaten van het voorspellingsmodel kunnen worden gebruikt om diverse toekomstscenario’s te schetsen, rekening houdend met het te verwachte prijsverloop over de periode ).
4 Samenvatting van de resultaten (1) Bezit: Het totale uitstaande park van lampen in de Nederlandse huishoudens is van 2008 tot 2011 met 12% gestegen van 400 miljoen naar bijna 450 miljoen. Een deel van deze stijging is te verklaren door de toename in het aantal huishoudens, maar het grootste deel komt door de groei van het gemiddeld aantal lampen per huishouden (van 55 lampen per huishouden naar 60 lampen per huishouden). Van de 60 lampen die een gemiddeld huishouden bezit zijn er 44 in gebruik en 16 op voorraad. De totale hoeveelheid lampen die de huishoudens op voorraad hebben bedraagt maar liefst 117 miljoen stuks (een toename van 18% ten opzichte van 2008). Daarmee is de voorraad lampen de grootste oorzaak van de toename in het uitstaande park. De overige lampen (met name gloeilampen en halogeen lampen) maken 2/3 deel uit van het aantal lampen in bezit. Er worden minder ‘overige lampen’ gebruikt dan in 2008 (-5%) maar daarentegen groeit het aantal ‘overige lampen’ die de huishoudens op voorraad hebben (+15%). Iets weggooien wat nog werkt (maar geen functie meer heeft) vind de Nederlander klaarblijkelijk moeilijk.
5 Samenvatting van de resultaten (2) Bezit (vervolg): Het uitstaande park van CFL lampen is met 50% toegenomen en maakt nu 21% uit van het totale uitstaande park. De groei van LED lampen bedraagt maar liefst 180% maar de volumes in bezit van de Nederlandse huishoudens zijn met 17 miljoen stuks (5% van het totaal) nog relatief beperkt. De opmars van de LED lamp is grotendeels te verklaren door de toename in de huishoudpenetratie van LED lampen (van 23% naar 47%). Meer dan de helft van de Nederlandse huishoudens heeft nog geen enkele LED lamp in haar bezit. Het aantal armaturen in Nederland bedraagt 200 miljoen stuks. Dat is 27 per huishouden. Vijf van de 27 armaturen zijn spots. In vergelijking met België heeft een gemiddeld Nederlands huishouden 10 lampen meer in bezit. Met betrekking tot de lampen in gebruik is het verschil tussen NL en België beperkt (44 in NL en 41 in België), maar Nederlanders hebben gemiddeld 7 lampen meer op voorraad (16 NL en 9 België). Een huishouden in België heeft even veel armaturen in bezit als een Nederlands huishouden. Wel is het aandeel van spots in België ruim twee keer zo groot (11 van de 27). Voorkeur: Met behulp van een conjunct-onderzoek is de voorkeur van de consument bepaald voor de LED lamp, de CFL lamp en de Eco-halogeen lamp bij verschillende prijsniveaus. - De prijs van eco-halogeen is amper van invloed op de voorkeur van LED. Indien eco-halogeen lampen in prijs dalen, snoepen ze met name marktaandeel af van de CFL lampen. - Bij een (winkel-) prijs tussen de 7,5 Euro en 5,5 Euro gaat het merendeel van de consumenten de LED lamp verkiezen boven de CFL lamp. Indien de CFL lamp op circa 5 Euro geprijsd is dan mag de vergelijkbare LED lamp niet meer dan 7,5 kosten. Indien de CFL lamp 1,00 Euro kost dan mag een vergelijkbare LED lamp niet duurder zijn dan 5,50 Euro (om een merendeel van de consumenten voor de LED lamp te laten kiezen). Voorspelling: Met de uitfasering van de volumemodellen van de gloeilamp in 2012 en 2013 en de eco-halogeen lamp twee jaar later, zal vanaf 2017 de verkoop worden verdeeld tussen CFL en LED lampen/armaturen. Door de langere levensduur van deze lampen zal het volume van de markt fors dalen. Afhankelijk van de prijsontwikkelingen van de CFL en LED lampen en de daaraan gekoppelde verkoopvolumes, zal het totale marktvolume in 2022 uitkomen tussen de 25 miljoen en 30 miljoen stuks (in 2011 is dat circa 60 miljoen stuks).
6 Samenvatting van de resultaten (3) Voorspelling (vervolg): In het scenario dat de prijs van een LED lamp gedurende de komende 10 jaar terugloopt tot 5 Euro en de prijs van een CFL lamp met 5% per jaar daalt tot circa 4 Euro in 2022 (de prijs van een LED lamp blijft gedurende de gehele tijd boven die van een CFL lamp), zal de markt jaarlijks met 2 tot 3 miljoen stuks krimpen tot een volume van 28 miljoen stuks in CFL blijft een marktaandeel van circa 33% innemen. In een scenario dat de prijs van de LED lamp nog verder daalt (tot 2,5 Euro in 2022) en de prijs van de CFL lamp in reactie hierop ook harder naar beneden gaat (8% per jaar) zal de LED lamp toch goedkoper worden dan de CFL lamp. De consument (en distributie) gaat dan volledig over op de LED lamp. Het marktvolume bedraagt 25 miljoen stuks in In beide bovengenoemde scenario’s zal bij de huidige bijdragen de inkomende kasstroom van LightRec toenemen tot zij een maximum bereikt in 2017/2018 (wanneer de consument vrijwel geheel is overgestapt op de aankoop van energiezuinige lampen). De periode daarna is moeilijk in te schatten omdat die sterk afhankelijk is van het succes van de geïntegreerde Led lamp/armatuur verkopen. Op basis van momenteel beschikbare informatie is deze niet te voorspellen. De hoeveelheid verwijderde CFL/LED lampen door huishoudens zal de komende jaren toenemen. Bij marktscenario’s waarbij de CFL lamp voorlopig in populariteit de LED lamp overtreft zal het aantal verwijderde lampen flink toenemen tot een piek tussen de 25 en 30 miljoen stuks in 2020/2021 (waarna hij af zal nemen). Indien de prijs van LED lampen de komende jaren flink daalt en hierdoor de verkopen van LED lamp al binnen enkele jaren die van CFL lampen zal overtreffen, zal het aantal verwijderde lampen tot 2022 flink lager uitvallen. De groei tot een niveau van 13 a 14 miljoen stuks per jaar zal geleidelijk verlopen en daarna op dit niveau blijven.