De Richtlijn Drukapparatuur
Inhoud Kenmerken Richtlijn Drukapparatuur Toepassingsgebied en uitzonderingen Waaraan moet drukapparatuur voldoen Certificering en keuring Instanties betrokken bij keuring Handhaving
Richtlijn Drukapparatuur kenmerken (1) Vastgesteld in 1997 ‘Nieuwe Aanpak’-Richtlijn Doel: Handelsbelemmeringen opheffen Bevorderen veiligheidsniveau In 1997 hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie de Richtlijn Drukapparatuur vastgesteld. De richtlijn is primair bedoeld om handelsbelemmeringen ten aanzien van drukapparatuur op te heffen door harmonisering van productveiligheidseisen en van certificeringsprocedures, ook wel genoemd conformiteitsbeoordelings- of overeenstemmingsbeoordelingsprocedures. De Richtlijn Drukapparatuur behoort tot de categorie van de zogenoemde ‘nieuwe aanpak’-richtlijnen. Deze nieuwe aanpak houdt in dat wat betreft het stellen van productveiligheidseisen wordt volstaan met doelvoorschriften. Dit zijn voorschriften die het veiligheidsdoel omschrijven maar niet, of uitsluitend in algemene termen, de middelen aangeven die daartoe moeten worden gebruikt. De doelvoorschriften voor drukapparatuur zijn opgenomen in bijlage I bij de richtlijn en worden daar essentiële veiligheidseisen genoemd. Alle in de Europese Unie in de handel te brengen drukapparatuur die onder de richtlijn valt, moet aan deze eisen en aan de eisen van andere toepasselijke communautaire richtlijnen voldoen. Hierdoor wordt enerzijds de productveiligheid van drukapparatuur met betrekking tot het drukrisico geharmoniseerd en worden anderzijds de handelsbelemmeringen ten aanzien van drukapparatuur binnen de Europese Gemeenschap opgeheven.
Richtlijn Drukapparatuur (2) Geïmplementeerd in: Warenwetbesluit Drukapparatuur Van toepassing op: drukapparatuur en samenstellen, in bedrijf genomen vanaf 29-11-1999 Stelt eisen aan: ontwerp, fabricage en gebruik De Richtlijn Drukapparatuur is voor Nederland geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Drukapparatuur. Het Warenwetbesluit Drukapparatuur is van toepassing op drukapparatuur en samenstellen die op of na 29 november 1999 in de Europese Economische Ruimte (EER) in bedrijf zijn of worden gesteld. Het gaat zowel om nieuwe apparatuur die in de EER in bedrijf wordt gesteld als om gebruikte apparatuur afkomstig uit een land buiten de EER en die binnen de EER op of na genoemde datum in bedrijf wordt gesteld. Er is voorzien in een ruime overgangsregeling. Het Warenwetbesluit Drukapparatuur geeft de voorschriften voor de bescherming van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers en andere gebruikers van drukapparatuur. Het stelt eisen aan het ontwerp, de fabricage en de gebruiksomstandigheden van drukapparatuur. Het besluit biedt een bronaanpak voor de veiligheid van drukapparatuur. Deze bestaat uit het stellen van essentiële veiligheidseisen en procedures voor de beoordeling van de overeenstemming met die eisen. In deze procedures is rekening gehouden met het niveau van het gevaar dat aan de drukapparatuur inherent is.
Toepassingsgebied Richtlijn Drukapparatuur Drukapparatuur met een max. toelaatbare druk van 0,5 bar Drukvaten Installatieleidingen Veiligheidsappendages Onder druk staande appendages Samenstellen Drukapparatuur komt voor in veel industriële bedrijven. Te denken valt aan grote bedrijven ten behoeve van het produceren van processtoom, maar ook in energiecentrales of in de tuinbouw voor de kasverwarming. Installatieleidingen komt men overal in de industrie tegen als verbinding tussen drukvaten, pompen en afsluiters. De definitie in de richtlijn van ‘drukapparatuur’ is in algemene bewoordingen gesteld, waardoor het toepassingsgebied groot is. Het omvat zowel drukvaten, stoomketels, als installatieleidingen als veiligheidsappendages en onder druk staande appendages. Ook op samenstellen van verschillende drukapparaten is de richtlijn van toepassing. Bij drukvaten moet men denken aan opslagtanks voor propaan, chloor, zuurstof, LPG enz., maar ook aan reactorvaten in de chemische industrie of hydraulische cilinders voor liften. Onder samenstellen worden verstaan: verschillende drukapparaten die een fabrikant tot één heeft geïntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd.
Uitzonderingen De Richtlijn Drukapparatuur geldt niet voor: transportleidingen voor bijvoorbeeld aardgas, olie of water drukapparatuur met een flexibele wand, zoals opblaasboten, hefkussens en autobanden flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken vaten voor vervoer van dranken radiatoren en buizen voor verwarming Voor een aantal drukapparaten geldt de Richtlijn Drukapparatuur niet. Voorbeelden van deze uitzonderingen zijn: transportleidingen voor bijvoorbeeld aardgas, olie of water; drukapparatuur met een flexibele wand, zoals opblaasboten, hefkussens en autobanden; flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken; vaten voor vervoer van dranken; radiatoren en buizen voor verwarming. Deze drukapparaten hoeven niet te voldoen aan de eisen van de richtlijn. Zelfs niet wanneer de maximaal toelaatbare druk hoger is dan 0,5 bar. De apparaten mogen daarom geen CE-markering dragen op grond van de Richtlijn Drukapparatuur. De nationale wetgeving geldt wel voor deze drukapparaten. In de meeste gevallen zullen deze apparaten vallen onder de Wet Milieubeheer. Overigens geldt dit ook voor vaten en opslagtanks waarvan de maximaal toelaatbare druk 0,5 bar of lager is.
Waaraan moet nieuwe drukapparatuur voldoen? Risicoanalyse Ontwerp: conform essentiële veiligheidseisen Documentatie: technisch constructie dossier Keuring: afhankelijk van risicocategorie Verklaring van overeenstemming CE-markering De gebruiksaanwijzing De fabrikant van drukapparatuur moet ervoor zorgen dat zijn producten aan de eisen van de Europese Richtlijn voldoen. Daarvoor moet hij de volgende stappen ondernemen. Risicoanalyse: Tijdens het ontwerpen en vervaardigen van een nieuw product een risicoanalyse maken om na te gaan welke gevaren bij apparatuur bestaan ten gevolge van druk. Ontwerp: Het ontwerpen en vervaardigen van het product in overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen. Documentatie: Het ontwerp documenteren in een 'technisch constructiedossier' (zie bijlage III van de richtlijn). De keuring van een onafhankelijke keurinstelling: Nagaan of bij het product keuring nodig is van een onafhankelijke instelling. Bij een product met een laag risico (volgens de criteria in de Richtlijn Drukapparatuur) mag de fabrikant dit onder eigen verantwoordelijkheid op de markt brengen. Bij toename van het risico schrijft de richtlijn een keuring van een onafhankelijke instelling voor. (In de richtlijn wordt een dergelijke instelling een 'aangemelde instantie' genoemd.) Bij toename van het risico kan geen CE-markering op het product worden aangebracht zonder een dergelijke keuring vooraf. De CE-markering: Een verklaring van overeenstemming opstellen en een CE-markering aanbrengen op de drukapparatuur. De gebruiksaanwijzing: Een gebruiksaanwijzing bij het product is nodig waarin staat: hoe het product moet worden geïnstalleerd; hoe het product in bedrijf moet worden gesteld; hoe het product moet worden gebruikt; hoe het product moet worden onderhouden.
Certificering en keuring (1) Voor handel en ingebruikname: CE-markering EG-verklaring van overeenstemming Daarvoor is nodig: borging essentiële veiligheidseisen inachtneming keuringseisen Met uitzondering van in de richtlijn aangegeven drukapparatuur binnen bepaalde grenzen, geldt dat drukapparatuur, voordat mag worden overgegaan tot het in de handel brengen of in bedrijf stellen, voorzien moet zijn van de CE-markering en vergezeld moet gaan van een door de fabrikant of diens in de Europese Unie gevestigde gemachtigde opgestelde ‘EG-verklaring van overeenstemming’, waarin hij verklaart dat het product in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen. De CE-markering mag uitsluitend worden aangebracht op drukapparatuur die niet alleen in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen maar ten aanzien waarvan tevens de voorgeschreven keuringen en certificeringsprocedures in acht zijn genomen. Voor deze apparatuur wordt de EG-verklaring van overeenstemming opgesteld.
Certificering en keuring (2) Indien meerdere richtlijnen van toepassing: CE-markering alleen mogelijk als aan alle richtlijnen wordt voldaan verwijzing in documenten naar toegepaste richtlijnen Indien echter op drukapparatuur ook andere regelgeving ter uitvoering van richtlijnen van toepassing is die voorziet in het aanbrengen van de CE-markering, wordt de CE-markering alleen dan aangebracht indien tevens aan de voorschriften van die andere regelgeving is voldaan. De strekking van deze zogenaamde standaardbepaling is dat indien een product onder verschillende regelingen valt, het op grond van de aangebrachte CE-markering wordt vermoed aan alle gestelde eisen te voldoen. In elk van de besluiten ter uitvoering van de betrokken EG-richtlijnen is echter reeds een bepaling opgenomen op grond waarvan de in dat besluit bedoelde producten, die zijn voorzien van de CE-markering, worden vermoed te voldoen aan alle voorschriften van de op die producten van toepassing zijnde richtlijn. Deze bepalingen leveren tezamen het in de standaardbepaling bedoelde ‘totaalvermoeden’ op.
Instanties betrokken bij keuring Aangemelde instanties: door lidstaat aangemeld bij Europese Commissie Keuringsdienst van gebruikers Erkende onafhankelijke instellingen Een belangrijke rol is weggelegd voor de zogenaamde aangemelde instanties. De lidstaten wijzen aangemelde instanties aan volgens de minimumcriteria, zoals in de richtlijn aangegeven. Wanneer een instantie aan de eisen voldoet, wordt deze aangewezen door de lidstaat waarin de instantie is gezeteld. In Nederland vindt de aanwijzing plaats door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na aanwijzing vindt aanmelding plaats aan de Europese Commissie in Brussel. De richtlijn kent naast de aangemelde instanties ook de keuringsdienst van gebruikers en de erkende onafhankelijke instellingen. De taak van een keuringsdienst van een gebruiker is gedeeltelijk vergelijkbaar met de taak van een aangemelde keuringsinstantie. Belangrijke verschillen tussen een aangemelde instantie en een keuringsdienst van een gebruiker betreffen voornamelijk het taakveld van de keuringsdienst (alleen voor eigen bedrijf werkzaam), de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming (kwaliteitsborgingssystemen zijn uitgesloten) en het gegeven dat de bemoeienis van een keuringsdienst bij een conformiteitsbeoordeling niet leidt tot een CE-markering op het product.
Handhaving Bij overtreding van Warenwetbesluit Drukapparatuur: o.b.v. Bestuursrecht: bestuurlijke boete o.b.v. Strafrecht (economisch delict) strafrechtelijke sanctie Overtredingen van besluiten die op de Warenwet zijn gebaseerd, kunnen ook bestuursrechtelijk worden gesanctioneerd met een bestuurlijke boete. In de bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten is omschreven voor welke overtredingen van de warenwetgeving de Minister een boete kan opleggen. De invoering van bestuurlijke boetes betekent niet dat niet meer strafrechtelijk kan worden opgetreden tegen degene die de voorschriften overtreedt. De overtredingen van voorschriften van de Warenwetbesluiten zijn tevens aangemerkt als economische delicten. Overtredingen kunnen derhalve strafrechtelijk worden vervolgd. Indien hiertoe wordt overgegaan, dan vervalt de bevoegdheid van de Minister tot het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 32a, vijfde lid Warenwet).