Aflegsysteem Basismodules
AANVALMANEUVERS
Aanval met 1 mistpistool standaardaanval voor binnen
Aanval met 1 mistpistool AP
Aanval met 1 mistpistool A1 + B1 zorgen voor het vlug afrollen van de slang zodanig dat er probleemloos kan gevorderd worden. A1 + B1 AP
Aanval met 1 mistpistool A2 + B2 A2 + B2 gaan met adembescherming en mistpistool binnen. A1 + B1 AP
Aanval met 1 mistpistool A2 + B2 A1 + B1 Eventueel trekken A1 + B1 eveneens adembescherming aan om het mistpistool op moeilijk bereikbare plaatsen te krijgen. AP
Aanvalslijn 1 x Ø 45
Aanvalslijn 1 x Ø 45 AP
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 45 Aanvalslijn 1 x Ø 45 AP
Aanvalslijn 1 x Ø 45 MATERIEEL 2 slangen Ø 45 B AP
A AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 45 AANVAL! WATER! slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
B AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 45 2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
Aanvalslijn 1 x Ø 45 AFLEG fase 2 B AP
B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45 WATER! 2 slangen Ø 45 onderling koppelen aangeboden lans Ø 45 koppelen AP water vragen
B A AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45 koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk biedt B lans Ø 45 aan AP opent verdeelstuk
A B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 45 koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk biedt B lans Ø 45 aan AP opent verdeelstuk controleert lijn en neemt positie bij de lans aan
= BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! Aanvalslijn 1 x Ø 45 AFLEG fase 2 A B Bij gevaar of verhoogd risico, mag niet worden gevorderd alvorens het water de lans heeft bereikt. = BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! = EIGEN VEILIGHEID!! Reeds bij het openen van het verdeelstuk mag gevorderd worden in de richting van de brandhaard, op uitdrukkelijke voorwaarde dat de lansdrager hierdoor geen gevaar loopt en niet blootgesteld wordt aan bijkomend risico! OPGELET !!! AP VORDEREN !!
Tweede lijn Ø 45 (op bestaande lijn 1 x Ø 45)
Tweede lijn Ø 45 MATERIEEL neemt lans Ø 45 AP A
Tweede lijn Ø 45 MATERIEEL neemt 2 slangen Ø 45 AP B
Tweede lijn Ø 45 AFLEG fase 1 neemt plaats aan verdeelstuk A AP
B AFLEG fase 1 Tweede lijn Ø 45 2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand B AP
Tweede lijn Ø 45 AFLEG fase 2 B AP
B AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45 2 slangen Ø 45 onderling koppelen aangeboden lans Ø 45 koppelen water vragen WATER! B AP
A B AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45 koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk biedt B lans Ø 45 aan opent verdeelstuk A B AP
! B A AFLEG fase 2 Tweede lijn Ø 45 controleert lijn en neemt positie bij de lans aan ! B A AP
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Materieel : neemt 1 slang Ø 70 en 1 verdeelstuk A AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Materieel : neemt lange slang Ø 70 uit autoladder A B AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Materieel : aankleedprocedure : persluchttoestel stand-by + gordel neemt korte slang + lans Ø 45 uit autoladder A B C AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : gooit slang Ø 70 uit richting autoladder koppelstuk aan chauffeur AANVAL! A AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : gooit slang Ø 70 uit richting autoladder koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen en verdeelstuk koppelen water vragen en lijn ontluchten A WATER! AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : gooit lange slang Ø 70 uit aan achterkant van autoladder, indien mogelijk in het verlengde legt 1 koppelstuk bij verdeelstuk, 1 koppelstuk aan achterzijde ladder AP B AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : gooit lange slang Ø 70 uit aan achterkant van autoladder, indien mogelijk in het verlengde legt 1 koppelstuk bij verdeelstuk, 1 koppelstuk aan achterzijde ladder begeeft zich op ladder (onderaan) AP B AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 1 : begeeft zich op ladder (bovenaan) AP C AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk A AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B tweede koppelstuk lange slang Ø 70 aan AP B AL A
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B tweede koppelstuk lange slang Ø 70 aan opent verdeelstuk op vraag van C A AP AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 2 : koppelt lange slang Ø 70 onderaan stijgleiding autoladder klimt van ladder en neemt plaats aan achterzijde controleert en begeleidt slang bij beweging ladder AP B B AL
Aanvalslijn Ø 45 op autoladder Afleg fase 2 : koppelt korte slang Ø 45 bovenaan stijgleiding neemt plaats in kooi en beveiligt zichzelf in aanvalspositie en vraagt water aan A GORDEL !! WATER! AP C C AL
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 45 H A
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant MATERIEEL neemt materiaal hydrant H B
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant AFLEG fase 1 WATER! A begeeft zich naar hydrant gooit slang Ø 70 richting brand H lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten A
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant AFLEG fase 1 SPUIEN hydrant gebruiksklaar maken H B
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant AFLEG fase 1 hydrant gebruiksklaar maken koppelt slang Ø 70 op hydrant H geeft water op vraag van A B
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant AFLEG fase 2 H Idem procedure aanvalslijn 1 x Ø 45
Aanvalslijn 1 x Ø 45 op hydrant AFLEG fase 2 ! A B H
Aanvalslijn 1 x Ø 70 (uitzonderlijk!)
Aanvalslijn 1 x Ø 70 AP
MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 70 + reactieboog Aanvalslijn 1 x Ø 70 MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 lans Ø 70 + reactieboog A AP
Aanvalslijn 1 x Ø 70 MATERIEEL 2 slangen Ø 70 B AP
A AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 70 AANVAL! WATER! koppelt lans Ø 70 en reactieboog slang Ø 70 richting brand AP koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
B AFLEG fase 1 Aanvalslijn 1 x Ø 70 2 slangen Ø 70 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
Aanvalslijn 1 x Ø 70 AFLEG fase 2 B AP
B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70 WATER! 2 slangen Ø 70 onderling koppelen aangeboden lans met reactieboog koppelen AP water vragen en lijn ontluchten
B A AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70 koppelt slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B lans met reactieboog aan AP opent verdeelstuk
A B AFLEG fase 2 Aanvalslijn 1 x Ø 70 koppelt slang Ø 70 op verdeelstuk biedt B lans met reactieboog aan AP opent verdeelstuk controleert lijn en neemt positie bij de lans aan
= BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! Aanvalslijn 1 x Ø 70 AFLEG fase 2 A B 1. Er mag niet worden gevorderd tijdens het openen van het verdeelstuk! 2. Er wordt geen straal ingezet alvorens de hulplansdrager (A) de positie aan de lans heeft ingenomen! = BESCHERMING VAN LANSDRAGERS! = EIGEN VEILIGHEID!! OPGELET !!! AP VORDEREN !!
2 extra slangen Ø 70 aanval + basismodule
2 extra slangen Ø 70 aanval AP
2 extra slangen Ø 70 aanval MATERIEEL EXTRA SLANGEN 1 slang Ø 70 A AP
2 extra slangen Ø 70 aanval MATERIEEL EXTRA SLANGEN 1 slang Ø 70 B AP
A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen AANVAL! slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP
A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen slang Ø 70 richting brand koppelstuk aan chauffeur AP lijn uitlopen
B A AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen SAMEN KOPPELEN AP stelt zich 20 m verder op slang Ø 70 richting brand
B AFLEG 2 extra slangen Ø 70 aanval 2 extra slangen lijn uitlopen AP stand-by basismodule
B BASISMODULE 2 extra slangen Ø 70 aanval A keert na het koppelen van de 2 extra slangen terug naar de autopomp en neemt het materiaal nodig voor de basismodule 1 x Ø 45 zijnde: 1 slang Ø 70, verdeelstuk en lans Ø 45! De afleg wordt gestart ter hoogte van de wachtende B ... B AP
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B AP SAMEN KOPPELEN
A B BASISMODULE 2 extra slangen Ø 70 aanval B keert na het koppelen van de extra slang met de slang Ø 70 van de basismodule terug naar de autopomp en neemt op zijn beurt het materiaal nodig voor de basismodule 1 x Ø 45 zijnde: 2 slangen Ø 45! De basismodule wordt vervolgens afgelegd richting brand. A B AP
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B AP
2 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE ! B A AP
4 extra slangen Ø 70 aanval + basismodule
4 extra slangen Ø 70 aanval AP
MATERIEEL EXTRA SLANGEN 2 slangen Ø 70 4 extra slangen Ø 70 aanval A AP
MATERIEEL EXTRA SLANGEN 2 slangen Ø 70 4 extra slangen Ø 70 aanval B AP
Schematische voorstelling 4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen IDENTIEK AAN 2 EXTRA SLANGEN Ø70 aanval AP Schematische voorstelling
4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen AANVAL! A S1 AP
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen A B S2 SAMEN KOPPELEN S1 AP
4 extra slangen Ø 70 aanval AFLEG 4 extra slangen A S1 S2 B AP
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen B A SAMEN KOPPELEN AP S3
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen B A B S1 S2 AP SAMEN KOPPELEN A S3 S4 B
AFLEG 4 extra slangen Ø 70 aanval 4 extra slangen A B A SAMEN KOPPELEN Slang Ø 70 basismodule A B AP A S4 S3
4 extra slangen Ø 70 aanval BASISMODULE A B ! S1 S2 AP S4 S3
Aanval Schuimopstelling
Aanval Schuimopstelling AP
Aanval Schuimopstelling MATERIEEL 1 slang Ø 70 1 verdeelstuk 1 overgangstuk Ø 70/45 A AP
Aanval Schuimopstelling MATERIEEL 1 slang Ø 45 lijnmenger Z4 aanzuigslang SVM B AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 1 AANVAL! WATER! A koppelt overgangstuk op verdeelstuk slang Ø 70 richting brand AP koppelstuk aan chauffeur lijn uitlopen + verdeelstuk koppelen water vragen + lijn ontluchten
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 1 B legt de lijnmenger Z4 en de aanzuigslang SVM naast het verdeelstuk AP gooit 1 slang Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 2 B koppelt slang Ø 45 achteraan op de lijnmenger koppelt de aanzuigslang SVM AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 2 B A koppelt slang Ø 45 op verdeelstuk (overgangstuk) AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 keert terug naar het voertuig en neemt 2 slangen Ø 45 B AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 B 2 slangen Ø 45 ter hoogte van verdeelstuk, parallel en in tegenovergestelde richting van brand AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 WATER! B B 2 slangen Ø 45 onderling koppelen aangeboden schuimlans Z4 koppelen AP schuimlans richten weg van het te bestrijden doel en water vragen
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 keert terug naar het voertuig en neemt vat SVM en de schuimlans Z4 A AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 A plaatst vat SVM naast de lijnmenger en steekt de aanzuigslang in het SVM AP
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 B A koppelt slang Ø 45 vooraan op lijnmenger AP biedt B schuimlans Z4 aan opent verdeelstuk op vraag van B
Aanval Schuimopstelling AFLEG fase 3 A B A neemt plaats aan de lijnmenger en stelt de juiste concentratie in AP eenmaal schuim aan de lans, neemt A positie aan de lans
VOEDINGMANEUVERS
Voeding kleine tankwagen
Voeding kleine tankwagen AP KT
Voeding kleine tankwagen Materieel : neemt 1 slang Ø 70 neemt 1 slang Ø 70 B A AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : gooit slang Ø 70 richting autopomp AANVAL! geeft 1 koppelstuk aan chauffeur A AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : gooit slang Ø 70 richting autopomp geeft 1 koppelstuk aan chauffeur loopt lijn uit A AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : loopt ongeveer 20 m richting autopomp gooit slang Ø 70 richting autopomp B AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : SAMEN KOPPELEN B A AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : loopt lijn uit richting autopomp geeft koppelstuk aan chauffeur VOEDING ! B AP KT
Voeding kleine tankwagen Afleg : vraagt water aan chauffeur KT vraagt water aan A WATER ! WATER ! A B AP KT
Voeding hydrant
Voeding hydrant H AP
Voeding hydrant Materieel : B A H neemt materiaal hydrant neemt 1 of 2 slangen Ø 70 B A H AP
Voeding hydrant Afleg : H A gooit slang richting hydrant geeft koppelstuk aan chauffeur VOEDING ! H A AP
Voeding hydrant Afleg : H A A loopt lijn uit tot aan hydrant geeft tweede koppelstuk aan B controleert de voedingslijn en keert terug naar chauffeur vraagt water aan B WATER ! H AP A A
SPUIEN Voeding hydrant Afleg : H B hydrant gebruiksklaar maken koppelt slang Ø 70 op hydrant geeft water op vraag van A SPUIEN H AP B
Aanzuigen open water
MATERIAAL A1 AP B1 B2 A2
A1 MATERIAAL B1 B2 A2 neemt touw en sleutel Ø 110-70 (neemt de reddingsboei en legt deze op een makkelijk bereikbare plaats) A1 AP B1 B2 A2
MATERIAAL neemt zuigkorf, slijkzeef en vlotter A1 B1 AP B2 A2
MATERIAAL: SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig A1 AP B1 B2 A2
B2 MATERIAAL: A1 B1 A2 SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig begeeft zich op het dak van het voertuig biedt A2 één voor één de zuigslangen aan klimt van voertuig A1 AP B1 B2 A2
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 1: Zuigslangen op dak van voertuig neemt een zuigslang aan en legt deze neer, beginnend met zuigslang 1, het verst verwijderd van de pomp neemt sleutel Ø 110-70. A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A1 AP B1 B2 A2
B2 A2 MATERIAAL: A1 B1 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede nemen de zuigslangen en leggen ze neer, beginnend met zuigslang 1, het verst verwijderd van de pomp A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
A2 MATERIAAL: A1 B1 B2 SITUATIE 2: Zuigslangen op slede neemt sleutel Ø110 -70 vergrendelt de slede A1 AP B1 B2 A2 Zuigslang 1
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd: A1 legt het touw af & B1 legt de slijkzeef en vlotter af ter hoogte van zuigslang 1 AP B1 A1 Zuigslang 1
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd: A1 biedt zuigslang 1 aan en B1 plaatst hierop de zuigkorf de zuigkorf wordt gekoppeld AP B1 A1 Zuigslang 1
KOPPELEN: B1 A1 Zodra zuigslang 1 is neergelegd: B1 plaatst de slijkzeef A1 bevestigt touw aan zuigkorf en haakt de vlotter in de galleiknoop AP B1 A1 Zuigslang 1
KOPPELEN: B2 A2 A1 B1 Onderlinge positie AP Zuigslang 4 Zuigslang 3
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: A1 en B1 tillen zuigslang 1 op A1 en A2 koppelen zuigslangen 1 en 2 de zuigslangen worden op de grond gelegd A1 en A2 spannen de koppelingen aan AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: A1 en B1 tillen zuigslang 1 op A1 en A2 koppelen zuigslangen 1 en 2 de zuigslangen worden op de grond gelegd A1 en A2 spannen de koppelingen aan AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
KOPPELEN: de ploegleden houden dezelfde onderlinge positie aan en schuiven door richting voertuig, naar de volgende koppeling. AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
KOPPELEN: de ploegleden houden dezelfde onderlinge positie aan en schuiven door richting voertuig, naar de volgende koppeling. AP B2 A2 A1 B1 Zuigslang 4 Zuigslang 3 Zuigslang 2 Zuigslang 1
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: idem voor koppeling van zuigslangen 3 en 4 AP
B2 A2 A1 B1 KOPPELEN: idem voor koppeling van zuigslangen 3 en 4 AP
TE WATER : B1, A2 en B2 behouden dezelfde onderlinge positie en verdelen zich over de totale lengte van de zuigleiding A1 begeeft zich naar de achterzijde van het voertuig B1 zorgt dat het touw niet hindert bij het te water laten van de zuigleiding AP A1 B2 A2 B1
A1 B2 A2 B1 TE WATER : de zuigleiding wordt opgetild A1 positioneert de koppeling ten opzichte van de pompingang de chauffeur koppelt de zuigleiding op de pompingang AP A1 B2 A2 B1
TE WATER : de zuigleiding wordt zo dicht mogelijk bij de waterkant gebracht op bevel van A1 wordt de zuigleiding te water gelaten AP A1 B2 A2 B1
A1 A2 B2 B1 TE WATER : B1 maakt de koord tegenstroom vast B2 neemt, plaatst en bevestigt de elleboog AP A1 A2 B2 B1
Opstellen schuifladder
Situatie 1: Ladder op dak voertuig B
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig B begeeft zich op dak voertuig en maakt de schuifladder los B A
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig B begeeft zich op dak voertuig en maakt de schuifladder los B biedt A de onderkant schuifladder aan A
B A Situatie 1: Ladder op dak voertuig B klimt van het voertuig en neemt de bovenkant van de ladder B A
A B Situatie 1: Ladder op dak voertuig B klimt van het voertuig en neemt de bovenkant van de ladder B begeeft zich met A naar de opstelplaats A B
Situatie 2: Ladder op slede B
A B Situatie 2: Ladder op slede A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A B
A B Situatie 2: Ladder op slede A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A B
A B Situatie 2: Ladder op slede A ontgrendelt de slede en schuift ze volledig uit A verwijdert de riem en tilt de onderkant van de ladder uit de slede A B
B A Situatie 2: Ladder op slede A laat bovenkant ladder naar beneden glijden B neemt de bovenkant ladder; samen gaan ze naar de opstelplaats B A
Opstellen van de schuifladder neerleggen van ladder: loodrecht op de muur, 2 à 3 meter tussen onderkant ladder en muur, 2 wielen naar boven 2 wielen 2 à 3 m
A Opstellen van de schuifladder A zet beide voeten op de onderste trede en neemt de spurten vast, achteroverhangend doet A dienst als contragewicht A
A B Opstellen van de schuifladder B tilt de bovenkant van de schuifladder op en richt de ladder op tot evenwichtsstand (90°) A B
Opstellen van de schuifladder B
Opstellen van de schuifladder B
Opstellen van de schuifladder B
A B Opstellen van de schuifladder A plaatst de ladder behoedzaam tegen de muur, B is nu contragewicht A B
A B Opstellen van de schuifladder B schuift de ladder uit, A begeleidt de ladder over eventuele hindernissen B beveiligt het vergrendelingmechanisme A beveiligt de ladder A B
Opstellen vlottende pomp
A
A A neemt 2 touwen en legt deze binnen handbereik A neemt de gedemonteerde pomp uit de autopomp A
B begeeft zich op het dak van het voertuig en neemt draagvlotter, vlotter en reddingsboei B legt de reddingsboei op een makkelijk bereikbare plaats en ontvouwt de koord B A
B A A en B monteren de pomp op de vlotter A bevestigt één touw aan de draagbeugel, één touw aan het oog van de draagvlotter B A
B A B neemt een persslang Ø 70 en rolt ze uit A koppelt het aangeboden koppelstuk op de vlottende pomp B loopt de slang verder uit B A
A plaatst de vlotter aan de slang, ongeveer 1 m. van de pompuitgang B A
A start de pomp en laat de pomp te water door middel van het touw aan de draagbeugel B begeleidt de gekoppelde persslang B A
A B A maakt de touwen vast (tegenstroom) B neemt, plaatst en bevestigt de elleboog A B
Regie Bwm. T. Van Esbroeck Regie Bwm. T. Van Esbroeck Kpt. L. Janssens Opleiding Brandweer Gent