Paragraaf 1.2 De Renaissance
Het beeld lijkt te leven Mensen in de middeleeuwen kenden de verhalen van de bijbel. Het eerste deel, Het Oude Testament had een verhaal over David. Deze herder had de reus Goliath verslagen door een steen tegen zijn hoofd te slingeren.
In 1504 maakte Michelangelo er een standbeeld van. In Florence werd het onthuld, en mensen keken hun ogen uit: Het leek net echt!
Michelangelo had goed gekeken naar oude Griekse en Romeinse beelden. Hij ging op onderzoek uit naar het menselijk lichaam; hij sneed ook in lijken! Kunstenaars gingen steeds vaker de klassieke beelden kopiëren. Waarom?
Rijke burgers Italiaanse steden zoals Florence, Milaan en Venetië kregen als eerste weer interesse in de oude kunst. Daar woonden veel rijke kooplieden die dure stadspaleizen hadden met veel kunst.
De kerk wilde graag dat alle gelovigen bezig waren met een goed leven op aarde voordat ze naar de hemel zouden gaan. = Memento Mori. Rijke kooplieden dachten daar anders over; Zij wilden genieten van het leven op aarde. = Carpe Diem.
Griekse schrijvers dachten er ook zo over. Geniet van de mens, natuur en schoonheid. De Italianen waren het hier wel mee eens en kopieerden deze mentaliteit. Ze gingen anders naar de wereld kijken.
Wedergeboorte Schilders en kunstenaars wilden weer net zulke mooie gebouwen en kunst maken als de Grieken en Romeinen. Ze bestudeerden het menselijk lichaam en de natuur, om die zo te kunnen namaken.
Lijnen en kleur geven diepte in een schilderij. Perspectief wordt weer gebruikte. Men gaat ook andere onderwerpen schilderen: niet alleen zaken uit de bijbel, maar ook Griekse wezens of het dagelijkse leven.
In de bouwkunst gaat men weer Griekse/Romeinse bogen, zuilen en friezen toepassen. Rond 1500 herleefden cultuur en mentaliteit van de oudheid weer. Dit noemen we de renaissance. = wedergeboorte; iets komt weer terug.
De renaissancepausen Ook de pausen lazen de ideeën van de klassieke oudheid. Op zich vreemd; want de kerk was juist tegen onderzoek in het menselijk lichaam, en ook de naakte beelden waren niet erg christelijk.
Maar de bouwkunst vonden ze wel erg mooi. Kunstenaars moesten in Rome de Oudheid weer terug brengen. Bv, Rafael: in de pauselijke bibliotheek schilderde hij: de school van Athene. Niet echt gebeurd, maar er staan bekende Griekse filosofen op, zoals Plato. Maar ook godenbeelden en klassieke bogen.
Humanisten stellen de mens centraal. Net als de filosofen uit de oudheid, stelden de geleerden in de renaissance de mens centraal. Deze geleerden noemen we humanisten. (= humanitas = menselijkheid) Om de mens beter te begrijpen gingen ze oude teksten van de Grieken en Romeinen lezen.
Humanisten geloven dat de mensen zelf hun leven kunnen verbeteren. Hun ideaal was de homo universale = de universele mens. Iemand die goed is in vele zaken.
Bv Leonardo da Vinci; Schilderen, anatomie, wiskunde en muziek. Kunstenaars kregen steeds meer aanzien als persoon!
Verspreiding van de renaissance In de 16e eeuw werd de renaissance verder verspreid over Europa. De uitvinding van de boekdrukkunst was hiervoor belangrijk. Boeken werden nu met de drukpers gekopieerd i.p.v. met de hand overgeschreven. Het gaat sneller en is goedkoper.
Zodra boeken vaker werden gedrukt, werden ze goedkoper en kon je dus sneller je ideeën verspreiden door boeken te laten drukken. Wetenschappers uit het noorden gingen naar Italië om de oude teksten te bestuderen.
1 van die wetenschappers was de Nederlander Desiderius Erasmus. Hij kon de oude Griekse bronnen van het Nieuwe Testament van de bijbel lezen en vertalen. Wat bleek: de kerk had er veel zaken bij verzonnen, die helemaal niet in de bijbel stonden. Erasmus vond veel rituelen van de kerk onzin. De mensen moesten gewoon goed leven.
Einde