De stroomrichting van de rivieren in Siberië is van het zuiden naar het noorden. In het voorjaar smelt de sneeuw het eerst in het, zuiden. Het smeltwater komt terecht in de bovenloop van de rivieren en wordt naar het noorden afgevoerd. De benedenloop is echter nog bevroren, waardoor de afwatering slecht is. Het water kan ook niet wegzakken in de ondergrond, want die is nog steeds bevroren .

Modderperiode die ontstaat wanneer het water van de ontdooide bovengrond niet kan wegzakken in de permafrost. Hierdoor worden wegen onbegaanbaar. Een Duitse tank zit vast in de Russische modder

Er zijn romans over geschreven en films gemaakt Er zijn romans over geschreven en films gemaakt. De treinreis van Moskou dwars door Siberië naar Vladivostok. 's Werelds langste treinreis is precies 9287 kilometer lang. De spoorlijn is erg belangrijk voor het vervoer van goederen. Veel steden langs de spoorlijn zijn dan ook tot ontwikkeling gekomen.

Gezien het extreme landschap en de extreme klimaat is de totstandkoming van BAM het een klein wonder te noemen. Helaas had het "wonder" ook een keerzijde. De spoorwerkers verantwoordelijk voor de bouw waren veelal politieke gevangenen die in en na de Stalinperiode ondergebracht werden in de zogenaamde BAM-lag (onderdeel van de GULAG). Zij werkten onder zeer barre omstandigheden aan de nieuwe spoorlijn waarbij vele duizenden strafarbeiders het niet overleefden. Permafrost, aardbevingen, uitzonderlijke geologie, arbeidsproblemen en gecentraliseerde Sovjetplanning droegen er allen toe bij dat het project zeer duur betaald werd; zowel in tijd en geld als in mensenlevens. Terwijl de hele lengte van de Trans-Siberische lijn (9288km) werd aangelegd in 25 jaar, duurde het 75 jaar om de 3400km lange BAM uitbreiding af te werken.

§2 Transportproblemen in Rusland   Basisboek 35 Luchtstreken en isothermen  Isothermen zijn lijnen die [plaatsen met een gelijke temperatuur] met elkaar verbinden. Begrenzing van luchtstreken noem je [thermische] begrenzing.  De grens van de tropen noem je de [palmgrens]. Hierbij hoort een isotherm van 18 ºC in de [koudste] maand.  De grens van de poolstreken noem je de [boomgren]s. Hierbij hoort een isotherm van 10 ºC in de [warmste] maand.

Bodem = Het voor de plantengroei belangrijke bovenste deel van losse afzettingen of van verweringsmateriaal. Podzolbodem = Bodem die wordt gekenmerkt door het wegspoelen van vooral ijzer, aluminium en humus naar dieper gelegen lagen. Taiga = Gordel met naaldbossen in de gematigde zone. Uitspoeling = Het naar beneden zakken van overtollig water in een bodem, waarbij de (voedings)stoffen worden meegenomen. Oerbank = Laag in een podzolbodem waar de uitgespoelde voedingsstoffen en mineralen samenklitten. Tsjernozem = Bodem met een dikke, zwarte bovenlaag die bestaat uit goede humus met een hoog kalkgehalte. Lössgordel = Gordel in de wereld waarin na de laatste ijstijd de grondsoort löss is afgezet. Humus = Afbraakmateriaal van dode dieren en planten in een bodem. Permafrost = Altijd bevroren ondergrond. Toendra = Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen, mossen en lage struikjes. Reliëf = Hoogteverschillen in het landschap.

Landbouwdriehoek = Landbouwgebied in Rusland dat wordt begrensd door de steden Odesa, Irkutsk en Sint Petersburg. Akkerbouw = Het verbouwen van voedselgewassen en niet-eetbare gewassen Intensieve veehouderij = Veeteelt met veel inzet van kapitaal en kennis, meestal zonder gebruik van landbouwgrond. Regenrivieren = Rivieren die geheel afhankelijk zijn van regenwater. Bovenloop = Het eerste stuk van een rivier ( vanaf de bron). Benedenloop = Het laatste stuk van een rivier ( dicht bij de zee). Communistisch land = Land waarin de productie centraal door de staat wordt geleid Productiemiddelen = Om te produceren heb je natuur, arbeid en kapitaal nodig Planeconomie = Alle bedrijven zijn in bezit van de staat. De staat bepaalt wat de bedrijven gaan maken ( communistisch bestuursysteem) Vrijemarkteconomie = De bedrijven bepalen zelf welke producten ze maken ( kapitalistisch bestuursysteem). Natuurlijke hulpbronnen = Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.