Inleiding 4Hc
Eisen inleiding Alinea 1 Alinea 2 Aandacht lezer trekken: Voorbeeld. Geschiedenis. Actualiteit. Belang van de lezer. Onderwerp introduceren: Vragen stellen. Probleem formuleren (handig bij een beschouwing). Mening/standpunt verkondigen (handig bij een betoog). Opbouw van de tekst aankondigen. Je schrijft een inleiding voor een betoog, dus je gebruikt in ieder geval de derde manier. Manier 1 en 2 zijn optioneel.
Probleem 1: geen stelling De eindexamens zijn alweer een tijdje terug en de uitslagen zijn bekend. Overal hangt de vlag uit, behalve bij mijn buurjongen. Wessel is gezakt en dat had zo zijn redenen: faalangst. Ondanks de hulp die hij gekregen heeft, is hij gezakt. Zo blijkt dus maar dat therapie voor faalangst niet altijd werkt. In 2011 is het percentage leerlingen met faalangst aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2010, namelijk met 15%. Waarom heb je faalangst? Kun je het voorkomen of verhelpen? De opties zijn oneindig, maar je komt er niet zo een twee drie vanaf. Heb je faalangst of denk je faalangst te hebben, dan is het volgende artikel iets voor jou om te lezen er erachter te komen of therapie voor jouw handig zou zijn. Goede aandachttrekker en introductie van het onderwerp, maar de laatste zin duidt op een uiteenzetting en moet verwijderd worden. De stelling ontbreekt. Daarom moeten de scholen meer doen om te voorkomen dat leerlingen faalangst krijgen.
Probleem 1: geen stelling Faalangst is erg vervelend. Ik kan me erg goed de jaren herinneren waarin ik last had van faalangst. Toen ik net naar de middelbare school ging, had ik er nog geen last van. Maar een jaar later merkte ik het pas. Aan het begin ging het nog erg goed met mij, mijn schoolresultaten waren heel goed, maar op een gegeven moment gingen ze achteruit. Waarom dat gebeurde wist ik niet, maar inmiddels weet ik beter: faalangst. Faalangst komt erg vaak voor bij jongeren. Faalangst zorgt ervoor dat jongeren minder gemotiveerd zijn, omdat ze bang zijn te falen. Er zijn veel trainingen die op school gegeven worden om faalangst tegen te gaan. Deze trainingen zorgen ook voor meer zelfvertrouwen. Maar werken ze wel altijd? Goede aandachttrekker en introductie van het onderwerp, maar een vraag in plaats van een stelling. Vraag moet beantwoord worden. Nee, faalangsttrainingen helpen niet en hieronder zal ik uitleggen waarom niet.
Probleem 2: zwakke stelling Joy komt uit een welgestelde familie. Haar vader is directeur van een groot bedrijf, haar moeder is dokter en haar zus zit op de universiteit. Joy is bang dat ze haar familie teleurstelt, omdat zij op de havo zit en geen gymnasium doet, zoals de rest van de familie. Joy is bang om te falen, zoiets noem je faalangst. Er zijn veel mensen in Nederland met faalangst. De meeste mensen krijgen faalangst door iets wat in het verleden is gebeurd of doordat ouders te veel druk leggen op het kind. Problemen zoals faalangst zijn op te lossen door bijvoorbeeld cursussen. Goede aandachttrekker, goede introductie van het onderwerp. Is de laatste zin een stelling? Er zit een mening in, maar ze moet sterker naar voren komen. Iedereen die aan faalangst lijdt, moet een (de) cursus ( van mijnheer Van Wissen) volgen.
Probleem 2: zwakke stelling Vrijdagavond om 19.30 uur is er weer een schoolfeest: weer een leuke avond vol plezier en gezelligheid. Er zijn altijd veel mensen te zien, met name veel vrienden, dus dan wordt het nog gezelliger dan in je eentje. Er is vaak van alles te doen op een schoolfeest, zoals drinken, dansen, praten en niet te vergeten: feesten! Maar het schoolfeest is wel altijd vroeg afgelopen, vind ik, maar ik ben al wat ouder dan die brugpiepers, die nog opgehaald worden door hun ouders. Maar voor mijn part zou het wel langer mogen. Die brugpiepers worden sowieso wel opgehaald door hun ouders, dus daarom zou het geen probleem zijn, als het schoolfeest langer doorgaat. De stelling is zwak: ‘vind ik’, ‘voor mijn part’. De stelling wordt drie keer herhaald, wat deze alinea niet echt duidelijker maakt. Het onderwerp wordt niet echt geïntroduceerd. Er staat al een tegenargument in de inleiding: de brugpiepers. Zoiets moet je voor het midden bewaren. Om elf uur is het schoolfeest echter al weer afgelopen. Onze school is daarin niet uniek, want ook op het Zaanlands en het Michael stoppen de feesten zo vroeg. Eenmaal buiten probeer je iedereen dan nog wel mee te krijgen naar de stad, maar de koude buitenlucht doet de gezellige sfeer vaak geen goed en de meesten willen dan liever naar bed. Schoolfeesten moeten dus langer doorgaan.
Probleem 3: geen goede aandachttrekker Schoolfeesten zijn altijd gezellig: lekker gek doen met vrienden. Vroeger was dat wel anders. Het was toen veel minder druk en er werd ook niet zo veel gedronken als nu. Nu willen mensen vaak uitbundig met elkaar dansen, maar wel met alcohol in het spel. Veel scholen schenken geen alcohol, daarom gaan mensen voordrinken. Waarom doen mensen dat? Kunnen schoolfeesten niet zonder drank? Zijn ze dan saai? Schoolfeesten kunnen best gezellig zijn zonder drank. Goede introductie van het onderwerp en stelling. De aandachttrekker – geschiedenis – komt niet uit de verf. Vroeger ging het er op schoolfeesten anders aan toe dan nu. Iedereen kent het plaatje wel, uit een oude film of van verhalen van je ouders: een aula versierd met slingers, langs de kant een tafel met zelfgemaakte bowl, stoelen in een kring met daarop meisjes die stil wachten tot ze door jongens gevraagd worden om te dansen, paren die midden in de kring netjes stijldansen. Tegenwoordig moet er minsten een biertap aanwezig zijn en zonder mixdrankjes is een feest niet geslaagd. Keiharde dance en hiphop worden er gedraaid en met de nodige alcohol in het bloed weet iedereen wel hoe daar sexy op te bewegen. Meisjes hoeven niet op jongens te wachten, maar dansen met elkaar of dagen jongens uit met hen te dansen. Is het schoolfeest van nu zo veel geslaagder dan het schoolfeest van vroeger? Moet er per se alcohol geschonken worden om er iets gezelligs van te maken? Schoolfeesten kunnen toch best zonder drank? Laatste zin is een vraag, maar zo duidelijk veroordelend, dat het een stelling is.
Probleem 3: geen goede aandachttrekker Schoolfeesten Deze feesten zijn erg bekend onder jongeren, op iedere school heb je ze wel. Even lekker met je vrienden van school losgaan op school of in een zaaltje. Beter kan het niet! Jongeren houden hiervan. Daarna eventueel nog uitgaan en dan is de avond helemaal compleet. Jongeren zijn nog jong en halen daarom alles uit hun leven, waaronder lekker feesten. Maar zijn die schoolfeesten wel zo goed voor jongeren? Het is verstandig voor een jongere om regelmatig alle remmen los te gooien, rare dingen te doen en heel laat thuis te komen? Is het gezond om regelmatig alcohol te drinken, als je jong bent? Hebben ouders daar nog invloed op? Schoolfeesten zijn heel goed voor jongeren, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Goede introductie van het onderwerp en stelling. Te veel clichés en herhaling in de inleiding.
Probleem 4: onduidelijke opbouw Een maand van te voren hangt de hele school al vol posters: het schoolfeest komt eraan. De leerlingen van de vierde klas van het Pascal College willen het soms iets wat saaie schoolfeest toch nog leuk maken voor zichzelf. De oplossing om een saai feestje leuk te maken, is voordrinken. In groepen gaan de jongeren bij elkaar thuis zitten en gooien zonder enige schaamte allerlei alcoholische versnaperingen achterover. Op het schoolfeest lopen de jongeren half dronken rond, wat de leraren vaak niet doorhebben. Er kan van alles gebeuren. Drinken voor schoolfeesten brengt veel risico’s met zich mee. Zowel in alinea 1 als 2 wordt de aandacht getrokken en het onderwerp geintroduceerd, waardoor het onduidelijk is waar dit artikel over gaat.
Een maand van te voren hangt het Pascal College al vol posters: het schoolfeest komt eraan. De vierdeklassers verheugen zich erop, maar de schoolfeesten zijn vaak ook saai. De oplossing om een saai feestje leuk te maken, is voordrinken. In groepen gaan de jongeren bij elkaar thuis zitten en gooien zonder enige schaamte allerlei alcoholische versnaperingen achterover. Op het schoolfeest lopen de jongeren half dronken rond, wat de leraren vaak niet doorhebben. Er kan van alles gebeuren. Drinken voor schoolfeesten brengt veel risico’s met zich mee. Daar moet iets aan gedaan worden en daarom moeten de schoolfeesten leuker worden. Daar zijn drie simpele oplossingen voor.
Opdracht Leesdossier inleveren? Uiterlijk a.s. vrijdag. Opdracht 5 – bouwplan – inleveren. De leerlingen die opdracht 4 terug krijgen, mogen de taal-, zinsbouw-, spel- en interpunctiefouten (aangegeven met markeerstift en pen, toen de markeerstiften op waren) verbeteren. Iedereen begint aan opdracht 9: het schrijven van een slot. (Geen huiswerk, morgen verder.)
Opdracht 9 Schrijf een slot Een slot bestaat uit één alinea: Hoofdgedachte = conclusie of antwoord probleemstelling. Samenvatting (vooral belangrijk bij beschouwing). Afweging. Toekomstverwachting. Aansporing (vooral belangrijk bij activerende tekst). Uitsmijter.