Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
3.10 Wat wordt verstaan onder een organisatiestructuur? Wat is het verschil met een organisatie schema? Organisatiestructuur: hoe de taken/afdelingen.
Advertisements

Rekenproblemen en Dyscalculie
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
De fundamenten van de organisatiestructuur
The sociology of organizations 1. BUREAUCRACY AND LEGITIMATE AUTHORITY Max Weber Sarah Moonen
Risico’s en gevaren van techniek
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Blz. 9 tot en met 28 Boekje Leidinggeven
Organisatie en beheer Week 2.
Taken, functie en beroep (hfdst.8)
COMPETENTIEONTWIKKELING
Measuring of Organisation Structures D.S. PUGH Nele Van Dooren 2 de Bachelor Sociologie 28 maart 2006.
The managment of innovation
Nieuwe loopbaanvisies
Bevrijdende waarden en normen in de publiek moraal
Samenwerken en netwerkvorming Brede School 16 mei 2008 Rita L’Enfant
Organisatiestructuren
Macht, controle en hiërarchie
Interne organisatie Organisatie en leiding
Inleiding tot management en organisaties
Hoofdstuk 7 Procesmanagement.
De fundamenten van de organisatiestructuur
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
Organisatiestructuur en
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
De fundamenten van de organisatiestructuur
Hoofdstuk 2 Socialisatie.
Kenmerken van de concept contextbenadering
School-als-organisatie en schoolcultuur
Zorgkracht van sociale netwerken
(godsdienst)sociologie Tiltenberg-St. Bonifatius Jaar I-II, major Code VIII.3.
Communicatie in organisaties
Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
Het discriminatieverbod en redelijke aanpassingen Annelies D’Espallier
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Hoofdstuk 10: Positie, status en rollen
Klassieke benadering ‘Theory of classical management’ Henry fayol:
Algemene Sociologie PA – B1
H2 Organisatiestructuur
Week 38. Opdracht 4 Hoofdstuk 2 en 3 uitgelicht. Door Jenneke, Julia, Lieke, Nienke en Marit.
Docent: Anco R.O. Ringeling
Personeelsmanagement
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
TEKST STRUCTURE IN FIVE’S
Arbeid & maatschappij Inhoud: Actualiteit Wat is arbeid?
1 Sociologie en Diversiteit hoorcollege 3 Harrie Manders
Presentatie titel BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 4
Oic.
Oic week 3. huiswerk verleden keer 1)Bekijk de documentaire ‘de kleine is alle voor mij’ 015/KN_
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
Sociologie en Diversiteit hoorcollege 4
De post-kritische geloofsschaal Een nieuwe manier van omgaan met geloof…?
Organisatiecultuur “bestaat” niet, maar “ontstaat” steeds weer opnieuw als mensen met elkaar in de weer zijn. Organisatiecultuur.
Drs. S. van der Geest1 Bedrijfskunde 2 V+MBDK30R1 College 3.
De compliance officer: Blijver en bijter Jaap Koelewijn 16 november 2006.
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Hoofdstuk 10: Positie, status en rollen
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Organisatiestructuur Personeelsmanagement
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
MAW §1.3.
Uitwerking begrippen burgerschap. Sociaal.
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Organisatiestructuur
Transcript van de presentatie:

Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur

Structuur Organisatie Bureaucratie Routinisering Begrippen: Structuur Organisatie Bureaucratie Routinisering

Sociale structuur Definitie: Geheel van posities binnen groeperingen (vb. arbeidsverdeling) en de min of meer duurzame relaties (vb. gezagsrelaties) tussen die posities alsook tussen die groeperingen onderling Maw: Wijze waarop geheel is opgebouwd uit onder- delen

Sociale structuur samenleving: Geheel van leden en groeperingen In nevengeschikte of hiërarchische relatie Zekere mate van duurzaamheid Structuur gevolg van menselijk handelen

Term ‘structureel’ Structureel blijvend, duurzaam Versus Conjunctureel van tijdelijke en voorbijgaande aard

Vergelijking: Technische structuur: Elementen dode stof Vb. Stenen die samen muur vormen Sociale structuur: Elementen levende en handelende mensen Vb. Sociale structuur van organisatie

Structuur of structurering? Structurering ipv structuur, om aan te geven dat het niet statisch is. Structurering: Verwijst naar de manier waarop door menselijk handelen sociale verhoudingen in stand worden gehouden (kinetische en dynamische processen).  

Opmerkingen mbt structuur: Altijd waarden, normen en doeleinden aan structuur ten grondslag (relatie met cultuur) Element van dwang aanwezig Structuren zorgen niet alleen maar voor mogelijkheden tot handelen, maar ook voor beperkingen in het handelen.

Belang structuur voor groepering/ samenleving:  is kader (=de groepering) waarin het handelen van mensen zich afspeelt Biedt mogelijkheden voor, en beperkingen van dat handelen Geeft duidelijkheid over de positie(s) van de leden en hun onderlinge relaties Geeft verdeling van rechten en plichten, taken en bevoegdheden

Structuur: Bijdrage bij het bereiken van de doeleinden van de groepering Draagt bij tot het handhaven van de normen Taken en bevoegdheden voor de leden of deelnemers verdeeld (structurering)

Organisatie en samenleving Zowel kleine groeperingen/organisaties als samenlevingen hebben een sociale structuur Organisatie Samenleving *Op aanwijsbaar tijdstip *moeilijk oprichtings opgericht datum te noemen *concreet doel *historisch gegroeid

Specifieke vormen van structuur: Organisatie en bureaucratie (vaak min of meer hiërarchisch) gestructureerd samenlevingsverband, bewust tot stand gebracht om bepaald doel/verschillende doelen te bereiken Sprake van: Arbeidsverdeling: delegatie van taken en bevoegdheden Coördinatie

Organisatieschema (organigram) geeft grafische weergave van structuur van de organisatie aan. Dir. Dir.sec HRM Inkoop Dienstverl.

Bureaucratie Organisatietype waarin sterke hiërarchie en waarin alles volgens strikte regels en procedures verloopt. Vb. ziekenhuis, leger, ministerie

Gezagsrelaties in bureaucratie: Legaal-rationeel: bevoegdheden van gezagsdragers ontleend aan bekleding van ambt (niet aan persoonlijke eigenschappen of aan traditie); Beslissingen volgens duidelijk bepaalde procedures

Webers’ ijzeren kooi van de bureaucratie Moderne industriële maatschappijen zijn door allerlei bureaucratische en economische regels hecht bolwerk geworden waarin mensen dreigen te worden opgesloten zodat zij hun vrijheid van handelen verliezen Mensen maken regels e.d. en dreigen er zelf het slachtoffer van te worden. Ze worden erdoor beheerst. Regels zijn regels.

Structuur van organisatie Formele structuur: formele patroon, blauwdruk, organisatieschema Maar ook: Informele relaties tussen organisatiegenoten niet in blauwdruk invloed op functioneren

Organisatie als proces Voortdurende aanpassingen van doeleinden, middelen, taakverdeling agv gedrag organisatiegenoten en omgevingsinvloeden.

Kern bureaucratie: Routinisering Opstellen van dusdanige regels door leiding organisatie dat leden ze zonder veel nadenken kunnen uitvoeren.

Voor- en nadelen routinisering Voordeel: Voorspelbaarheid Nadeel: Vorm van onderdrukking van democratische rechten (beslissingen nemen) Doelverschuiving: Ijzeren wet van de oligarchie (bestuur stelt nu eerder eigen belang voorop)