Alledaagse <> Wetenschappelijke kennis Alledaagse kennis Speculatie en logische analyse Autoriteit Consensus Observatie Ervaring Wetenschappelijke kennis Systematisch empirisch onderzoek Theorievorming Hypothesetoetsen Wetenschappers stellen pas vertrouwen in een hypothese of theorie als die heeft kunnen weerstaan aan pogingen om ze te falsifiëren
Empirische en Hypothetische begrippen Empirische begrippen Direct waarneembaar Reactietijd Waarnemingsdrempel Just noticeable difference ... Hypothetische begrippen (constructen) Niet direct waarneembaar Angst Intelligentie Leiderschapskwaliteiten Nood aan operationele definities
Gedrags- en persoonskenmerken meten: Waarom? “Psychologie kan pas de zekerheid en exactheid van fysische wetenschappen bereiken als ze gebaseerd is op experimenteren en meten. Een stap in die richting zou gezet kunnen worden door een reeks mentale tests en metingen uit te voeren bij een groot aantal individuen. De resultaten zouden van wetenschappelijk belang zijn in het ontdekken van de konstantheid van mentale processen, hun onderlinge afhankelijkheid en hun variatie onder verschillende omstandigheden. Individuen zouden hun tests interessant en mogelijk nuttig vinden met het oog op training, manier van leven of om ziekten aan te duiden. De wetenschappelijke en praktische waarde van dergelijke tests zou sterk toenemen indien een uniform systeem zou aangenomen worden opdat vaststellingen die op verschillende tijdstippen en plaatsen worden gedaan vergeleken en gecombineerd zouden kunnen worden” (James McKeen Cattell, 1890)
Diagnostiek <> Assessment Gedragsbeoordeling Classificatie Medische connotatie Assessment Algemener, niet enkel gericht op “afwijkend” gedrag Systematisch verzamelen, ordenen en interpreteren van informatie over gedrag van een persoon in een bepaalde situatie, al dan niet met het oog op predictie van toekomstig gedrag
Belang van psychologische tests assessment - predictie - evaluatie enkele voorbeelden hoogbegaafdheid (vroegtijdige) diagnostiek van hersenlijden selectie voor politieschool studie-oriëntatie
Historiek van psychologische tests China (–2200 - 1905) Geschiktheid van ambtenaren werd 3-jaarlijks getest. Schriftelijk examen burgerrecht ; krijgskunde ; landbouw ; belasting ; geografie ; paardrijden ; muziek ; rekenen ; geschrift Psychiatrie (tot 1900) allerhande herkennings- en geheugentests voor geesteszieken hier werd aangetoond dat gestandaardiserde procedures kunnen bijdragen tot assessment van geesteszieken en patiënten met hersenbeschadigingen Experimentele psychologie (eind 19de eeuw) afstand van subjectieve en introspectieve methoden: mensen testen in laboratoria vroege onderzoekers verwarden eenvoudige sensorische processen met intelligentie verdienste: menselijke geest onderwerpen aan wetenschappelijke methode en meten Negatieve invloed: individuele verschillen zijn “storend”, gevolg van fouten in het experimenteerproces
Wilhelm Wundt (1832-1920) D Bel Naald 1ste psychologisch lab in Leipzig (1879) Gedachtenmeter (1862) Positie van slinger op moment van bel bepalen Afstand tussen “echte” en “waargenomen” positie geeft “mentale vlotheid” weer … Verdiensten: onderkennen van individuele verschillen empirische benadering Bel Naald
Sir Francis Galton (1822-1911) GB Geobsedeerd door meten, geïnspireerd door Darwinisme: wilde aantonen dat psychische eigenschappen erfelijk zijn en dezelfde wetten volgen als lichamelijke eigenschappen. Drie pijlers in zijn werk onderzoek van individuele verschillen (lichamelijk, geestelijk, sensorisch) systematiek van onderzoek poging scores uitdrukken als afwijking tov gemiddelde Galton dacht dat psychofysische vaardigheiden de basis vormen van intelligentie Labo in South Kensington Museum in London waar bezoekers zich konden laten testen. intelligentie ahv reactietijden en sensorische discriminatie Inspiratiebron voor Pearson Testrapport: Fysieke kenmerken (gewicht, lengte, hoofdomtrek, lengte middelvinger, …) Gedragstests (kracht, longinhoud, hoogst hoorbare toon, …)
James McKeen Cattell (1860-1944) VS Student van Wundt en Galton Promoveerde tegen de zin van Wundt op systematische individuele verschillen in reactietijd Testbatterij (gebaseerd op Galton) Handgrip (dynamometer) Snelheid handbeweging over 50cm 2-punt discriminatiedrempel voor tast druk op voorhoofd nodig om pijn te doen gewicht differentiatie (10 doosjes 100 - 110g) RT voor geluid Tijd nodig om kleuren te benoemen Halveren van een lijn van 50cm Schatten van 10 seconden aantal letters nazeggen na 1 aanbieding Cattell: Lichamelijke energie is onafscheidbaar van mentale energie Galton: Mentaal gehandicapten zijn minder pijngevoelig.
Clark Wissler (1901) VS Student van J.M. Cattell. Wilde aantonen dat testresultaten prestaties aan de universiteit konden voorspellen (validiteitsonderzoek) verzamelde testscores en studieresultaten van 300 studenten correlatie studieresultaat met geheugen voor nummers (.16) dynamometer (-.08) kleuren benoemen (.02) reactietijd (-.02) geen validiteit (.16 was significant door grote N) ook onderling correleerden subtests niet of zeer zwak experimentele psychologen zetten gebruik van reactietijden en sensorische discriminantie om intelligentie te voorspellen stop. Fout van Wissler: onderzochte steekproef was zeer homogeen zodat lage correlaties met intelligentie verwacht konden worden. Recent onderzoek toont correlatie van -.40 tussen RT en IQ
J.E.D. Esquirol & E. Seguin F Onderscheid dementie <> idiotie dementie (Krankzinnigheid) ziekte: aanvang na normale ontwikkeling” idiotie (Zwakzinnigheid) is geen ziekte maar een gebrek aan intellectuele vaardigheden =“ongeneesbaar” Nadruk op taalvaardigheid bij diagnose Klassifikatiesysteem volgens taalvaardigheid gebruik van korte zinnen gebruik van 1-lettergreepwoorden enkel kreten, geen spraak E. Seguin (1812-1880) Student van Esquirol enJ.M.G. Itard (1774-1838) “De wilde van Aveyron”. Opvoedingsprogrammas voor mentaal gehandicapten voorloper van gedragsmodificatie training vooral gericht op motorische en sensorische functies (oa. vormbord)
Basis voor testtheorie Psychiatrie behoefte aan diagnostische methoden voor aard en niveau van geestelijke afwijkingen Experimentele psychologie traditie van gestandaardiseerde onderzoeksprocedures Genetica interesse voor individuele verschillen
Alfred Binet (1857-1911) F Studeerde eerst rechten en geneeskunde maar maakte geen van beide af vervolgens zelfstudie psychologie. Vroegere schoolkameraad Joseph Babinski bracht hem in contact met Jean Charcot: hypnose bij hysterische patiënten. Dochters Madeleine en Alice (alias Marguérite en Armande) gebruikte hij als proefpersonen. Minister van onderwijs in Parijs stelt commissie aan die tests moeten ontwikkelen om kinderen te selecteren die speciaal onderwijs behoeven. Onderscheid diende gemaakt tussen mentale achterstand (kinderen die niet KUNNEN) en gedragsproblemen (kinderen die niet WILLEN). Grote verdienste: breuk met onderzoek naar “basisfuncties”, keuze voor 30 complexe taken uit dagelijkse leven en schoolpraktijk. Test werd geprobeerd op 50 normale en enkele zwakzinnige kinderen, volgorde van moeilijkheid werd bepaald Intelligentieonderzoek omvat begrip geheugen problemen oplossen verbeeldingskracht
Binet-Simon schaal Binet: “mentale leeftijd” (vanaf 2de versie) vertalingen in Duits en Engels W. Stern (1911) : Terman (1916 VS) : Stanford -Binet standaardinstructies (<> Binet) normen gebaseerd op representatieve steekproef
WO-I tot WO-II Plotse noodzaak om grote groepen mensen voor uiteenlopende functies en opleidingen selecteren Army Alfa rekenopgaven denksommen woordbetekenissen Europa: individuele diagnostiek (kwalitatieve benadering) oa. Observatieproeven Amerika: groepstests (noodzaak + positivisme) Army Beta niet-verbale opgaven individuele tests (Terman Merrill, Wechsler) Engeland Raven: Progressive matrices “Objectieve schoolevaluatie”: Multiple choice examen
Van praktijk naar theorie Tot nu toe weinig theorievorming Thurstone (1931) vraagt kritische evaluatie van de tests betrouwbaarheid relatie tussen testscore en criterium moet vastgesteld zijn Intrede van de statistiek Guilford Spearman: g-factor en s-factor Thurstone: Factoranalyse, groepsfactoren verbaal numeriek ruimtelijk woordenrijkdom geheugen abstract redeneren Intelligentie = complex geheel van groepsfactoren Onderzoek op basis van profielen, niet 1 score
Persoonlijkheidsonderzoek Observatietests geen gestandaardiseerde meting Persoonlijkheidsvragenlijsten gestandaardiseerde psychiatrische interviews Projectieve methoden
WO-II — nu Enorme expansie, nadruk op methodologie tests vragenlijsten groeps- en individuele observaties biografische en anamnestische vragenlijsten 1947 ETS Educational Testing Service 1954 Testcommissie APA: Technical recommendations for psychological test and diagnostic techniques 1959 Comissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) CITO Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling IOPS Interuniversitair Onderzoeksinstituut voor Psychometrie en Sociometrie