Inleiding parallelprocessen. Er zijn vele definities van wat parallelprocessen zijn. Die gaan we dan ook niet geven, maar wel een korte omschrijving: We spreken van parallelprocessen wanneer professionals zich op dezelfde pathologische manier gaan gedragen als hun cliënten.
Voorbeeld Piet en zijn behandelteam: Een behandelteam behandelt een patiënt, laten we hem Piet noemen. De eigenschappen die Piet heeft, de tegenstellingen die Piet ervaart in zichzelf, de angsten, de woede, de afhankelijkheid die hij ervaart in zichzelf, ervaren de stafleden deels in zichzelf. Zij weerspiegelen de conflicten van Piet in hun onderlinge relaties. Wat er in Piet gebeurt, gebeurt ook in het team, ze gaan zich als Piet gedragen. Sommige stafleden gaan steeds meer hun eigen visie dwingend aan de orde stellen. Er ontstaat een gevoel van onbehagen en de eenheid in het team dreigt weg te vallen ten gevolge van de verschillende visies, en het dwangmatige karakter waarmee deze naar voren worden gebracht. De uitdaging voor dit behandelteam is om: 1. Dit parallelproces te herkennen 2. De eigen vakkennis te benutten, niet alleen ten behoeve van de behandeling van Piet, maar ook ten behoeve van het team zelf!
Uit voorgaand voorbeeld kunnen we concluderen: Wat hier gebeurt, gebeurt ook daar… Situatie 1 = situatie 2. Onbewuste verplaatsingen. Het behandelteam ~ patiëntengroep.
We kunnen spreken van 2 soorten parallelprocessen: De destructieve parallelprocessen De constructieve parallelprocessen
Destructieve parallelprocessen: Team functioneert optimaal; goede samenwerking. Team gaat slechter functioneren; subgroepen, roddel, strijd in vergaderingen, isolement van medewerkers = fluctuerende destructieve parallelprocessen. Team functioneert slecht; fragmentatie, vaste kampen die elkaar bestrijden en het daarbinnen roerend eens zijn = gefixeerde destructieve parallelprocessen. Bij 2 en 3 gaat het team zich gedragen als de patiënt(en)(groep). Na de volgende opdracht meer over parallelprocessen, maar dan ook constructieve.
Opdracht: In een plenair gesprek bespreken welke parallelprocessen we allen tussen patiënten en sociotherapeutische teams hebben geconstateerd, zowel qua drijfveren als qua proces.
Wat onderscheid een constructief parallelproces van een destructief? Constructief Destructief parallelproces parallelproces Overeenkomst: beide markeren een verslechterende samenwerking. Verschil: Verschil: ombuigen voortgaan
Wat is er nodig om het proces om te buigen? De verslechtering moet worden geconstateerd. De verslechtering moet worden geaccepteerd. Het team moet er over in gesprek gaan. Om dit te bewerkstelligen is het volgende nodig: Intervisie, liefst wekelijks. Feedback vragen, geven, ontvangen, dagelijks (Quick scan met elkaar maken van het teamfunctioneren) Feed forward, eerst voorbespreken wat je gaat doen, de actie ondernemen, de actie nabespreken met je collega’s, kijken wat er goed ging en wat er anders zou kunnen, liefst bij elke actie die uitgezet wordt.
Wat betekent dat voor jou als ervaren sociotherapeut? Dat je moet gaan sturen op de genoemde punten. Inventariseren wat de individuele collega nodig heeft om dit proces te kunnen dragen. De individuele collega’s steunen in hun taak om het proces te kunnen sturen, of in ieder geval de uitgezette lijn te kunnen uitdragen. Dat je door middel van werkbegeleiding of coaching minder ervaren collega’s laat leren dat ieders rol essentieel is in dit proces en dat zij de handvatten mogen leren om zich hiervan bewust te worden en zelf een actieve, constructieve rol in dit proces aan te nemen.