Onverdiend lijden in het Oude Testament
Onverdiend lijden Soms is verband tussen zonde en lijden aanwijsbaar. Soms is dit niet aanwijsbaar. Het is de vraag naar het recht van God: Hoe kan God, die almachtig, liefdevol en rechtvaardig is, toelaten dat kwaad bestaat. In het Oude Testament wordt hier op een aantal plaatsen op ingegaan. We kijken naar Ps.73 en Job.
De voorbeelden Asaf: het gaat de rechtvaardige slecht en de onrechtvaardige goed. Job: Geconfronteerd met geestelijke strijd (zie hfst. 1 en 2 en 4:15). De ernst van het lijden: Asaf wordt bitter (Ps.73:21).
De diepte van het lijden van Job Lezen: 1: Zie verder hfst. 2. Wens dat hij niet was geboren (hfst. 3). Met het oog op de ernst lezen we 7:3-20.
Vraag om een geding Job vraagt God naar de reden voor het lijden en daagt Hem uit voor een gericht. Zie 10:1-3; 13:1-3,
De antwoorden Asaf: Kijk naar het einde. Bij Job gaat het dieper. Hij sluit zich niet af en blijft klagen. Klagen heeft in Bijbelse zin groot belang (zie Klaagliederen) In het proces van het klagen daagt vertrouwen op. Zie 19: God zal recht doen. Eventueel over de grens van de dood heen.
Gods antwoord Zijn grootse openbaring Het geheimenis van de schepping. Hij regeert de schepping rechtvaardig. Je kunt niet alles vatten: lezen 39: In 42:1-6 een nieuwe grond voor Jobs vertrouwen. Niet een systeem, maar een persoon.
Wat leren we? Voor Job: God niet tot systeem maken. God heeft geheimen. Dat hoort bij een persoon. Tegen het systeemdenken van Jobs vrienden. Tegen onze eigen neiging alles te willen verklaren.