We leven vandaag in een gunstige tijd God groot in de liefde Ons leven: gave en roeping van een God groot in de liefde Maria. een zekere gids op onze weg Maria. Ik geef u een leermeesteres Ik geef u een leermeesteres gemeenschap, profetie van de liefde Maria helpt ons te getuigen als gemeenschap, profetie van de liefde dynamisme van de liefde in de zending en het dynamisme van de liefde in de zending uit te drukken
WE LEVEN IN EEN GUNSTIGE TIJD Vanuit de evaluaties van de provincies merkten we tekens van leven: de centraliteit van het Woord van God de inzet naar onderscheiding de samenwerking met andere religieuze instituten de daadwerkelijke liefde voor de armen onze meer open blik op de werkelijkheid waarin we leven. leken dragen groeiend mee verantwoordelijkheid
We worden uitgedaagd door de werkelijkheid waarin we vandaag leven. We zien kiemen van hoop in onze wereld, toch is de mensheid bedreigd in haar leven en in haar toekomst omdat de liefde afwezig is
We maken ons zorgen om het geweld dat in onze wereld heerst en ook relaties in familie en opvoeding raakt. De kloof tussen geloof en leven, het relativisme, de vele idolen van competitiviteit, van het zoeken van eigen voordeel en van bezit vormen een bedreiging.
Zoals Maria te Kana, zijn we verantwoordelijk om met ons hart naar de werkelijkheid waarin we leven te kijken om er de diepste noden te ontdekken. ‘ Ze hebben geen wijn meer’ wordt zo ook onze bede.
In zijn encycliek ‘Deus caritas est’ roept onze Paus op tot liefde. ‘Wie liefde wil schenken, moet ze eerst als geschenk ontvangen hebben.
Als Godgewijden weten we ons opgeroepen om de wonderen te tonen van een God die liefde is en die Hij verricht in de de broze mensheid van hen die Christus volgen
We ervaren dat het nodig is om, samen met leken, het preventief systeem te beleven in al zijn diepte. Het wezenlijke is de liefde.
Met realiteitszin erkennen we de veelvuldige broosheid van de onderlinge relaties in onze gemeenschap. Deze bevraagt ons sterk. Ze komt vaak tot uiting in de moeilijkheid tot dialoog en vergeving, in het gebrek aan affectieve rijpheid en openheid voor wat anders is.
Ze manifesteert zich in individualisme, in het tekort aan wederzijdse begeleiding, in het afzwakken van onze apostolische inzet. Het bewust zijn van deze broosheid is een uitnodiging om ons te openen voor de ‘ bevrijdende kracht van de genade van Christus’ (C 66)
De Heer zendt ons ook vandaag nog naar jongeren, opdat ze leven zouden hebben in overvloed. Zo blijft de brief uit Rome van mei 1884 actueel: het volstaat niet lief te hebben, kinderen en jongeren moeten ervaren dat ze geliefd zijn.