3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Advertisements

3. Stoichiometrie Hoeveelheden berekenen van stoffen bij een chemische reactie Natuurwetenschappen Gezondheid en voeding.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Wijziging planning Vandaag korte uitleg over 3.6/3.7, Powerpoint staat bij downloads. Vandaag zelf practicum 3.10 uitvoeren na uitleg Woensdag SO reactievergelijkingen,
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
Rekenen met massaverhoudingen
Massaverhoudingen Klas 3
Kun je complexe problemen oplossen.
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Stoffen en hun eigenschappen
Stoffen en stofeigenschappen
§5.2 - Neerslagreacties.
mol molariteit percentage promillage ppm
percentage promillage ppm
Massaverhoudingen Klas 3
Chemische reacties De mol.
Scheikunde DE MOL.
Samenvatting Hoofdstuk 3
Opstellen van zuur-base reacties
Evenwichtsvoorwaarde
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Reactiesnelheid Evenwichten
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Rekenen met atomen De mol.
Chemisch rekenen In de derde klas hebben we bij scheikunde geleerd met massaverhoudingen te rekenen. Nu gaan we de reactievergelijkingen gebruiken om.
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Stoffen en stofeigenschappen
Kun je complexe problemen oplossen.
Berekeningen aan redoxtitraties
Massa, volume en inhoud..
Paragraaf 1.5 Volume & inhoud.
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3T Nask2 3 Stoffen scheiden
4.5 Samenstelling van mengsels
4T Nask2 Hoofdstuk 8 Metalen
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
Reactievergelijkingen Klas 3
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Hoofdstuk 6 Reacties.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Chemisch rekenen voor oplossingen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Rekenen aan reacties Zo doe je dat Stap 1
Zwijsen College Test jezelf Pulsar Chemie Hfdst 4. Elementen. Klik telkens op de driehoek om verder te gaan! Zet deze toetspresentatie op volledig scherm.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
Rekenen met concentratie
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Stappenplan rekenen stap 1: LEZEN stap 2: kloppende reactievergelijking stap 3: molecuulmassa’s stap 4: massaverhouding stap 5: verhoudingstabel stap 6:
Scheikunde klas 3 Herhaling
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
3.7 Rekenen met massaverhoudingen
massapercentages Zo doe je dat Deel weegt 0,20 g Geheel weegt 3,95 g 1
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen met atomen De mol.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Drijven zinken zweven basisstof 6.
Opstellen reactie vergelijking
Rendement Rendement = Bereken eerst theoretische opbrengst
Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde, een wetenschap
Berekeningen aan redoxtitraties
Rendement Rendement = Per uur gaat er 4000 kg waterstof en een overmaat koolmonoxide in de methanolreactor. Per uur komt er kg methanol uit de reactor.
Transcript van de presentatie:

3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen

Terugblik Stoffen reageren in een vaste massaverhouding. Deze kom je te weten door: 1. een kloppende reactievergelijking te hebben 2. de molecuulmassa´s te berekenen Deze massaverhouding geeft aan dat als deze massa´s met elkaar reageren, er GEEN beginstoffen overblijven.

Overmaat Van één van de beginstoffen is teveel. Niet goed: Er ontstaat een mengsel. Deze moet gereinigd worden. Dit kost geld. Teveel wordt weggegooid. Weggegooid geld.

Berekenen overmaat Valkuil: beide beginstoffen worden gegeven. Knip de vraag met overmaat in 2-en. Bv. Je hebt 10 gram zuurstof en 5 gram koper. Bij de reactie ontstaat koperoxide. Welke stof is in overmaat? Welke massa’s stoffen heb je na de reactie?

2 vragen van maken 1. hoeveel gram koper reageert met 10 gram zuurstof? 2. hoeveel gram zuurstof reageert met 5 gram koper? Deze moet je daan uitrekenen. Maar eerst de reactievergelijking: Cu (s) + O2 (g)  CuO (s)

Vraag 1 rv: Cu (s) + O2 (g)  CuO (s) mv: 63,5 g 32 g 95,5 g gg: x 10 Er is voor 10 gram O2: 19,84 g Cu nodig (reken na) Je hebt 5 g Cu. Je hebt dus Cu te weinig. Je moet berekenen: de overmaat dus vraag 2 proberen.

Vraag 2 rv: Cu (s) + O2 (g)  CuO (s) mv: 63,5 g 32 g 95,5 g gg: 5 x Er is voor 5 gram Cu: 2,52 g O2 nodig (reken na) Je had 10 g O2: er is dus over: 10-2,52 = 7,48 g O2 = overmaat

Massa en volume Vaste stoffen worden weergegeven in mg, g of kg. Vloeistoffen en gassen worden weergegeven in mL, cm3, L, dm3 of m3. Dit is een volume-eenheid. De massa per volume-eenheid wordt altijd gegeven.

Voorbeeld Bij een reactie wordt 200 mL stikstofgas gevormd. De massa van 1 mL = 0,00117 g / mL : 1 x 200 Volume stikstof 1 mL 1 200 mL massa 0,00117 … x 0,00117 : 1 = 0,00117 0,00117 x 200 = 0,234 g

LET OP Wordt een massa gevraagd, reken dan eerst het volume om in een massa Wordt een volume gevraagd, reken aan het einde van de opgave de massa om naar het volume De eenheden die je vermenigvuldigd of deelt, moeten altijd dezelfde zijn. (dus bv. niet g x kg)