Inleiding CIW 2008 Analysecollege 1
Analysevraag 1 Bekijk de reclame van Bol.com waarbij mensen vragen naar een bepaalde film, maar vervolgens een product krijgen aangeboden dat overeenkomt met de titel van de film: –Turks fruit i.p.v. de film Turks Fruit –‘Er is wel een Van Der Valk in de buurt’ i.p.v. de film Hotel Rwanda –Een collectie bontjassen i.p.v. een filmcollectie van James Bond –101 knuffelhondjes i.p.v. de film 101 Dalmatiers –Een kort ‘rokkie’ i.p.v. de film Rocky
Analysevraag 1 (2) Wat gaat er hier mis in de communicatie? Gebruik hierbij de term ‘Gemeenschappelijke Kennis’ uit het artikel van Janssen (2002). Hoe zou je het hier ontstane communicatieprobleem kunnen oplossen door middel van gezamenlijke inspanning? Welk van de twee door Janssen besproken modellen van het communicatieproces is het meest geschikt om ook een situatie als die in het filmpje te kunnen beschrijven? Beargumenteer je keuze.
Analysevraag 2 Lees het onderstaande transcript van een gesprekje (afgeleid van een tekst in het artikel van Bransford & Johnson (1972). ‘Heeft u misschien hulp nodig?’ ‘Ja, hoe kan ik dit het beste aanpakken.. Het is eh de eerste keer dat ik dit zelf doe.’ ‘Het is eigenlijk heel eenvoudig. Eerst orden je de spullen in verschillende groepen, afhankelijk van de stof. Een stapel kan voldoende zijn, afhankelijk van hoeveel er te doen is. De eerste keer lijkt het een ingewikkelde procedure, maar al gauw wordt het een automatisme en hoef je er dus niet meer over na te denken’
Analysevraag 2 (2) Waar gaat het gesprek tussen de beide gesprekspartners over? In hoeverre is dit makkelijk te bepalen? In hoeverre heb je extra kennis nodig om dit gesprek te kunnen interpreteren? Zo ja, welk soort kennis heb je nodig om deze tekst te kunnen interpreteren? Kun je deze tekst lezen en interpreteren volgens het buizenpostmodel? Waarom wel/niet?
Analysevraag 3 Een vogelaar beschrijft in een gesprek met een mede-vogelaar een vogel die hij gisteren heeft gezien als volgt (uit: Sanders & van Wijk. (2002)): “Ik heb gisteren een steltloper gezien die ik niet kende. Vooral de kromme snavel viel me op” Naar aanleiding van deze beschrijving maakt zijn gesprekspartner een interpretatie van de vogel zoals deze in werkelijkheid is waargenomen. Deze interpretatie kan de volgende vormen aannemen:
Analysevraag 3 (2) Wat zegt dit ons over de relatie tussen de beschrijving/verwoording en het concept waar die naar verwijst (de vogel in werkelijkheid)? Een verwoording kan soms aanleiding geven tot nog veel meer verschillende interpretaties van de werkelijkheid. Kijk bijvoorbeeld eens naar een zin als deze: ‘Het vraag-en antwoordspel maakte hem onzeker’ Bedenk zoveel mogelijk verschillende soorten interpretaties die je aan deze uiting kunt geven, zoals in voorbeeld (16) in Janssen (2002: blz.16) Bedenk een situatie/setting waarin 1 bepaalde interpretatie (van de bij de vorige vraag genoemde bedachte interpretaties) het meest logisch is.
Analysevraag 4 Over het algemeen communiceren we met behulp van taal. Maar daarnaast gebruiken we bijvoorbeeld handgebaren als een manier om met tekens te kunnen communiceren. Onder andere Italianen maken hier veelvuldig gebruik van. Bekijk het volgende filmpje op You Tube over handgebaren van Italianen en wat ze te betekenen hebben: Om welk soort tekens gaat het hier? (Gebruik hierbij de indeling van Peirce in symbool, index en icoon) In het volgende filmpje zien we hoe het gebruik van handgebaren in communicatie tussen leden van twee verschillende culturen (in dit geval Polen en Japan) tot grote communicatieproblemen zou kunnen leiden: Waardoor kan er bij het gebruik van deze tekens in de communicatie tussen Japanners en Polen misverstanden ontstaan? Betrek in je uitleg in ieder geval de termen ‘interpretaties’ en ‘conventies’.